Inloggen

Ander nieuws

Aftrekbare kosten oppasopa?

Een opa die de opvang van zijn kleinkinderen verzorgde, wilde met die opvang samenhangende kosten in mindering brengen in zijn aangifte. Daar hij niet kan bewijzen dat de kosten daadwerkelijk zijn gemaakt en ook niet kan aangeven waar de kosten betrekking op hebben, wordt de aftrek niet verleend.
Een opa heeft in zijn aangifte IB 2010 een bruto resultaat aan overige werkzaamheden aangegeven van € 23.400. Dit resultaat heeft hij behaald met zijn werkzaamheden als gastouder/oppasopa van zijn twee kleinkinderen. Op dit resultaat heeft hij een bedrag van € 21.450 aan kosten in mindering gebracht. Tussen opa en schoonzoon is een overeenkomst opgesteld. Hieruit blijkt dat opa vanaf 1 januari 2010 tot en met december 2010 een bedrag van € 1.787,50 per maand betaalt aan zijn schoonzoon. Hiervoor staat hem altijd een auto ter beschikking voor het halen en brengen van de kinderen tijdens de opvang en krijgt hij een mobiele telefoon die uitsluitend gebruikt wordt voor de communicatie over opvang van de kinderen. Alle kosten die voortvloeien uit de opvang van de kinderen worden door zijn schoonzoon betaald. De speciale ruimte die is ingericht voor de opvang mag opa het gehele jaar gebruiken. Met deze overeenkomst dekt opa zich volledig in tegen de kosten die met de opvang te maken hebben. De inspecteur heeft de aftrek van de kosten niet geaccepteerd. Volgens de rechtbank rust op opa de bewijslast om aannemelijk te maken dat de door hem opgevoerde kosten een zakelijk karakter hebben. Hierin is opa niet geslaagd. Een overeengekomen vergoeding van € 1.787,50 per maand voor het gebruik van een auto, mobiele telefoon, eten, drinken en eventuele andere bijkomende kosten die met de opvang samenhangen ontbeert realiteitsgehalte. Een dergelijke overeenkomst zou tussen onafhankelijke derden niet tot stand zijn gekomen. Volgens de rechtbank moet dan ook aangenomen worden dat de betalingen om andere redenen zijn gedaan zodat de kosten terecht niet in aftrek zijn toegelaten. Nu de inspecteur een bedrag aan kosten van € 2.400 aannemelijk acht, sluit de rechtbank hierbij aan en is het netto resultaat uit overige werkzaamheden vast te stellen op € 21.000. Het hof vindt ook dat een redelijke verdeling van de bewijslast met zich meebrengt dat opa, die de kosten in zijn aangifte in aftrek wil brengen, moet bewijzen dat de kosten daadwerkelijk en voor dat doel zijn gemaakt. Opa heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij daadwerkelijk iedere maand een bedrag van € 1.787,50 aan zijn schoonzoon heeft betaald. Het blijkt niet uit de opnames van zijn bankrekening en op de kwitanties die zijn overlegd ontbreekt de datum. Doordat er voor maart 2010 twee kwitanties zijn, ieder met een ander nummer, bestaat het vermoeden dat de kwitanties achteraf zijn opgemaakt. Ook is niet aannemelijk gemaakt dat de betalingen zijn gedaan ter vergoeding van aftrekbare kosten. De kosten zijn dan ook niet aftrekbaar. Bron: Hof Den Haag 14-10-2014

« Terug naar nieuwsoverzicht
© lArcade 2024