Het kabinet schetst de contouren van een toekomstbestendig stelsel van autobelastingen,
met oog voor betaalbaarheid, klimaatdoelen, bereikbaarheid en stabiele overheidsfinanciën.
De brief biedt beleidsopties en overwegingen voor een nieuw kabinet, zonder nieuw
beleid aan te kondigen. De auto is essentieel voor de mobiliteit van Nederlanders, maar het huidige stelsel
van autobelastingen staat onder druk. De opkomst van elektrische voertuigen leidt
tot dalende inkomsten uit brandstofaccijnzen en bpm, terwijl de motorrijtuigenbelasting
(mrb) juist stijgt door het hogere gewicht van elektrische auto’s. Zonder hervorming
dreigt scheefgroei en wordt het lastiger om tot een breed gedragen stelsel te komen.
De opbrengst van de autobelastingen bedroeg in 2025 circa 17,5 miljard euro, maar
deze inkomsten zullen in de toekomst dalen door de elektrificatie van het wagenpark. Klimaat, energie en bereikbaarheid Het kabinet benadrukt het belang van het halen van de klimaatdoelen: in 2030 moet
de uitstoot van broeikasgassen met 55% zijn gereduceerd ten opzichte van 1990, en
in 2050 moet het wagenpark emissievrij zijn. Elektrificatie draagt bij aan energiebesparing
en stikstofreductie, maar de mobiliteitssector loopt achter op andere sectoren. Tegelijkertijd
neemt de filedruk toe door lagere gebruikskosten van elektrische auto’s, wat de bereikbaarheid
van Nederland onder druk zet. Betaalbaarheid en keuzes voor de toekomst Betaalbare mobiliteit blijft een speerpunt, maar de overheid kan slechts beperkt sturen
via autobelastingen. De lasten verschillen vooral door persoonlijk gebruik en het
aantal auto’s per huishouden. Het kabinet wijst op de noodzaak om een nieuwe balans
te vinden tussen de beleidsopgaven. Voor de korte termijn is versnelling van elektrificatie
urgent, terwijl op de middellange termijn een eerlijke verdeling van lasten tussen
fossiele en elektrische rijders centraal staat. Op de lange termijn moeten elektrische
auto’s evenredig bijdragen aan de belastinginkomsten. Richtinggevende keuzes en denkrichtingen Het kabinet schetst drie overkoepelende keuzes: prioritering van beleidsopgaven in
de tijd, de gewenste hoogte van de autobelastingen en de samenstelling van de belastingmix
(aanschaf, bezit, gebruik). Voor de mrb wordt een grondslagwijziging van gewicht naar
voertuigoppervlakte overwogen, zodat elektrische en fossiele auto’s gelijk worden
behandeld. Voor de bpm wordt gedacht aan een omvorming naar een tenaamstellingsbelasting,
die bij iedere overschrijving wordt geheven. Tot slot wordt een kilometerheffing als
optie genoemd om het gebruik van auto’s te belasten en congestie te verminderen. Vanwege
de demissionaire status is concrete besluitvorming over de middellange en lange termijn
hervorming van de autobelastingen aan een volgend kabinet. Bron: MvF, 11-07-2025.