Hebt u te veel premie betaald voor uw lijfrente of was de inleg te hoog, waardoor u uitkwam boven het maximum dat voor de inkomstenbelasting aftrekbaar is? Terugstorten leidt vaak tot vervelende fiscale gevolgen. De staatssecretaris komt daarom met een tijdelijke goedkeuring.
Als een rekeninghouder niet binnen drie maanden aan de financiële instelling meldt dat hij een te hoog bedrag heeft overgemaakt, kan de instelling het te veel betaalde niet zonder meer terugstorten. Terugstorting leidt namelijk in beginsel tot deblokkering van de lijfrentespaarrekening of het lijfrentebeleggingsrecht. De fiscus zal dan negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen in aanmerking nemen en de belastingplichtige is revisierente verschuldigd. Laat de rekeninghouder niet terugstorten, dan zal hij de te hoge inleg niet (geheel) kunnen aftrekken terwijl in de uitkeringsfase de uitkeringen belast zijn (slechts tot een bedrag van € 2.269 per jaar wordt rekening gehouden met niet-afgetrokken premie of inleg).
Omdat deze fiscale gevolgen ongewenst zijn komt de staatssecretaris met een tijdelijke goedkeuring. Hij keurt goed dat als een financiële instelling de te hoge inleg op de lijfrentespaarrekening of het lijfrentebeleggingsrecht terugstort, de rekening in zoverre wordt geacht niet te zijn gedeblokkeerd. Onder een ‘te hoge inleg’ wordt in verstaan het deel van het overgemaakte bedrag dat hoger is dan de aftrekruimte – jaarruimte en/of reserveringsruimte – in het betreffende jaar. Hiervoor is wel een verklaring van de inspecteur van de Belastingdienst nodig. Deze goedkeuring geldt voor betalingen die zijn gedaan tot en met 31 december 2016. Na die datum gedane verzoeken worden afgewezen.
Bron: MvF 03-06-2015