Heeft een werknemer een lening verstrekt aan de holding van zijn werkgever, waarbij
de leningsovereenkomst geen rentevergoeding vermeldt? Dan is een latere betaling van
de werkgever geen rentevergoeding, maar in principe loon. Een werknemer heeft in 2008 een belang van 4,9% in een bv gekocht. De werknemer is
in dienstbetrekking bij deze bv. De verkoopakte vermeldt dat de man een deel van de
koopsom is schuldig gebleven en daarvoor een rentevergoeding moet betalen. In 2012
verkoopt de werknemer de aandelen aan de holding van de bv voor een bedrag van € 330.000.
De holding blijft € 200.000 van de koopsom schuldig. In verband met dit schuldig gebleven
bedrag stellen de partijen een leningsovereenkomst op. Volgens deze overeenkomst is
de holding geen rente verschuldigd, maar moet wel in iedere januari van de komende
jaren € 50.000 aflossen. Zij moet de lening uiterlijk in januari 2016 volledig hebben
afgelost. Op 26 februari 2017 stort de bv een bedrag van € 25.000 op de rekening van
de werknemer. Tussen de man en de Belastingdienst ontstaat een geschil over de fiscale
kwalificatie van dit bedrag. Fout in akte is niet aannemelijk Volgens de werknemer gaat het hier om een rentevergoeding over de lening aan de holding.
Dat de verkoopakte vermeldt dat de holding geen rentevergoeding is verschuldigd, zou
een fout zijn. De man beweert dat hij mondeling met de holding is overeengekomen dat
zij later op het ontbreken van een rentevergoeding zouden terugkomen. Maar Rechtbank
Zeeland-West-Brabant is het met de inspecteur eens dat de € 25.000 loon is. Ook Hof
Den Bosch komt tot dit oordeel. De werkgever van de man heeft dit bedrag aan hem uitgekeerd
onder inhouding van loonheffing. De werknemer heeft in zijn aangifte inkomstenbelasting
het bedrag eveneens als loon opgegeven. Het hof gelooft evenmin dat het niet overeenkomen
van een rentevergoeding een fout in de akte is. Bedrag is tantième Aan de hand van correspondentie met de werkgever is wel aannemelijk dat het bedrag
een tantième is. De werknemer neemt namelijk deel aan de tantièmeregeling bij zijn
werkgever. Dat de werkgever bij het bepalen van de hoogte van het tantième is afgeweken
van de gebruikelijke methodiek, rechtvaardigt niet de conclusie dat geen sprake is
van een tantième. Het hof verklaart daarom het hoger beroep van de werknemer ongegrond. Bron: Hof Den Bosch 05-07-2023 (gepubl. 14-09-2023).