Inloggen

Archief

Neem bezwaar tegen fictief loon serieus

Een eerste stap voor een dga om te voorkomen dat de fiscus hem belast voor een hoog gebruikelijk loon, is het tijdig indienen van zijn aangifte. Door aan zijn aangifteplicht te voldoen, loopt hij niet tegen een omkering van de bewijslast aan. Natuurlijk is het nog beter als de dga het fictief loon dat hem voor ogen staat kan beargumenteren.
Een man houdt alle aandelen in een bv die een accountantspraktijk drijft. De man voert de werkzaamheden van de bv uit. De Belastingdienst maant deze dga diverse malen aan om zijn aangiftes inkomstenbelasting over de jaren 2010 tot en met 2014 in te dienen. Maar de dga geeft daar geen gehoor aan. Daarom legt de inspecteur hem ambtshalve aanslagen op. De man gaat vervolgens in bezwaar door alsnog aangiftes in te dienen. Hoewel de inspecteur de bezwaarschriften afwijst vanwege termijnoverschrijding, merkt hij ze wel aan als verzoeken om ambtshalve verminderingen. De fiscus verlaagt dan ook de aanslagen. Maar de dga vindt dat na deze ambtshalve vermindering het gebruikelijk loon nog te hoog is. Bovendien heeft de fiscus verzuimboetes opgelegd en in stand gelaten. De dga start daarom een beroepsprocedure. De man begint echter met een achterstand. Hij heeft immers zijn aangifteplicht verzaakt, zodat sprake is van een omkering van de bewijslast. De dga neemt alleen stellingen in en levert geen bewijs aan. De Belastingdienst onderbouwt zijn berekening van het gebruikelijk loon wel. Het gebruikelijk loon is gebaseerd op gegevens die de dga zelf heeft aangeleverd. Daarnaast maakt de fiscus aannemelijk dat de bv voldoende financiële ruimte heeft om het loon te kunnen betalen. Hof Den Bosch verklaart het hoger beroep van de man dan ook ongegrond. Bron: Hof Den Bosch 19-06-2020

Flinke stijging jongeren in de WW

Meer jongeren tot 25 jaar doen een beroep op een werkloosheidsuitkering. Het aantal WW-uitkeringen steeg de afgelopen drie maanden met bijna 61 duizend uitkeringen. In mei nam het aantal uitkeringen toe met 9 duizend. Dat is minder hoog dan april toen er 42 duizend WW-uitkeringen zijn toegekend.
In totaal nam de WW afgelopen drie maanden toe van 240.000 naar 301.000 uitkeringen. Eind mei verstrekte UWV 31.100 uitkeringen aan jongeren. Eind februari ging het nog om 10.800 uitkeringen. Vooral in de maanden maart en april steeg de WW onder jongeren. Het aantal WW-uitkeringen nam in maart toe met 45% en in april met 81%. In mei was de stijging nog eens 10%. Relatief veel jongeren die in de afgelopen maanden hun baan kwijtraakten, werkten als uitzendkracht, in de horeca of detailhandel. De WW nam in mei het sterkst toe bij de horeca en catering (+12,1%), in de schoonmaakbranche (+7%), detailhandel (+6,4%) en bij de uitzendbedrijven (+6,3%). Er zijn ook sectoren waar het aantal WW-uitkeringen juist af nam ten opzichte van april. Dat geldt bijvoorbeeld voor landbouw (-8,5%), en de bouw (-4,2%). Dit is een seizoenseffect. Bron: UWV.nl, 18-06-2020

Wetsvoorstel excessief lenen ingediend

Het wetsvoorstel excessief lenen bij de eigen vennootschap is ingediend bij de Tweede Kamer. Staatssecretaris Vijlbrief heeft eerder al aangegeven dat het in werking treden van de Wet excessief lenen wordt uitgesteld naar 2023.
Zoals al eerder is aangegeven wordt, als de totale som van de relevante schulden meer dan € 500.000 bedraagt, dat meerdere op grond van de voorgestelde maatregel als inkomen uit aanmerkelijk belang in aanmerking genomen. Dit bovenmatige deel van de schulden wordt vastgesteld aan het einde van het kalenderjaar en wordt als fictief regulier voordeel voor dat kalenderjaar in aanmerking genomen. Met de maatregel wordt voor de belastingheffing – in de structurele situatie – aangesloten bij het jaar waarin de belastingplichtige ab-houder of de met hem verbonden personen feitelijk over de gelden beschikken. Hiermee wordt de belastingheffing vervroegd, waardoor belastinguitstel en -afstel wordt voorkomen. De voorgestelde maatregel heeft alleen gevolgen voor de bepaling van het inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2) van de inkomstenbelasting. Voorgesteld wordt de ab-houder niet individueel maar met zijn partner gezamenlijk in de heffing te betrekken voor hun schulden boven de € 500.000 aan de vennootschap waarin een aanmerkelijk belang wordt gehouden. De voorgestelde maatregel is ook van toepassing op schulden die met de ab-houder verbonden personen hebben aan de vennootschap van de ab-houder. De wet treedt per 1 januari 2023 in werking. Als peildatum geldt 31 december, waardoor het op basis van de op 31 december 2023 aanwezige schulden berekende fictief reguliere voordeel als inkomen uit aanmerkelijk belang in de heffing wordt betrokken. Ab-houders die sinds de aankondiging in 2018 hun schuld nog niet hebben teruggebracht tot € 500.000 en waarvoor het gedurende deze crisistijd lastig kan zijn om hun schuld aan hun vennootschap verder af te lossen worden op deze wijze tegemoetgekomen. Bron: MvF 17-06-2020

Wetsvoorstel excessief lenen ingediend

Het wetsvoorstel excessief lenen bij de eigen vennootschap is ingediend bij de Tweede Kamer. Staatssecretaris Vijlbrief heeft eerder al aangegeven dat het in werking treden van de Wet excessief lenen wordt uitgesteld naar 2023.
Zoals al eerder is aangegeven wordt, als de totale som van de relevante schulden meer dan € 500.000 bedraagt, dat meerdere op grond van de voorgestelde maatregel als inkomen uit aanmerkelijk belang in aanmerking genomen. Dit bovenmatige deel van de schulden wordt vastgesteld aan het einde van het kalenderjaar en wordt als fictief regulier voordeel voor dat kalenderjaar in aanmerking genomen. Met de maatregel wordt voor de belastingheffing – in de structurele situatie – aangesloten bij het jaar waarin de belastingplichtige ab-houder of de met hem verbonden personen feitelijk over de gelden beschikken. Hiermee wordt de belastingheffing vervroegd, waardoor belastinguitstel en -afstel wordt voorkomen. De voorgestelde maatregel heeft alleen gevolgen voor de bepaling van het inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2) van de inkomstenbelasting. Voorgesteld wordt de ab-houder niet individueel maar met zijn partner gezamenlijk in de heffing te betrekken voor hun schulden boven de € 500.000 aan de vennootschap waarin een aanmerkelijk belang wordt gehouden. De voorgestelde maatregel is ook van toepassing op schulden die met de ab-houder verbonden personen hebben aan de vennootschap van de ab-houder. De wet treedt per 1 januari 2023 in werking. Als peildatum geldt 31 december, waardoor het op basis van de op 31 december 2023 aanwezige schulden berekende fictief reguliere voordeel als inkomen uit aanmerkelijk belang in de heffing wordt betrokken. Ab-houders die sinds de aankondiging in 2018 hun schuld nog niet hebben teruggebracht tot € 500.000 en waarvoor het gedurende deze crisistijd lastig kan zijn om hun schuld aan hun vennootschap verder af te lossen worden op deze wijze tegemoetgekomen. Bron: MvF 17-06-2020

Werkgevers pleiten voor beperking loonstijging

Volgens werkgeversorganisaties is het nodig dat de arbeidsvoorwaarden van bedrijven en bedrijfstakken aan de nieuwe werkelijkheid worden getoetst. Gezonde bedrijven en maximale werkgelegenheid op de lange termijn moeten de doelstellingen zijn van het arbeidsvoorwaardenoverleg.
Voor bedrijven die negatieve gevolgen ondervinden van de coronacrisis kan dat betekenen dat loonsverhogingen niet kunnen worden doorgevoerd. Ook afspraken rond bijvoorbeeld roosters, reistijden en reiskosten bij thuiswerken moeten kritisch worden bekeken als de veranderde situatie in bedrijven en de zeer onzekere economische situatie dit vraagt. Volgens de gezamenlijke werkgevers zal de focus bij de meeste bedrijven in de krimpeconomie en de economische onzekerheid van de komende tijd liggen op kostenbeheersing, aangezien ze fors hebben ingeteerd op hun reserves. Ook bij nieuw af te sluiten cao’s is het daarom verstandig vaste loonstijgingen te beperken. Waar wel loonruimte lijkt te bestaan, is het verstandig voorwaardelijke en resultaatafhankelijke afspraken te maken, zodat dit beter kan meebewegen met de economie. De werkgevers pleiten er voor om vooral niet alleen over kosten en lonen te praten, maar vooral ook geld vrij te spelen voor investeringsdoelen om het bedrijf sterk te houden op lange termijn. Bron: AWVN.nl, 17-06-2020

© lArcade 2024