Inloggen

Archief

Eerste Kamer aanvaardt Wet algemeen pensioenfonds

De Eerste Kamer heeft op 22 december ingestemd met het wetsvoorstel Wet algemeen pensioenfonds en de novelle Wet algemeen pensioenfonds.
Het wetsvoorstel Wet algemeen pensioenfonds (34 117) introduceert het algemeen pensioenfonds. De bedoeling van het wetsvoorstel is het verbeteren van de keuzemogelijkheden voor werkgevers en werknemers bij de uitvoering van een pensioenregeling. Om het aanbod in potentie zo breed mogelijk te maken, wordt iedereen in de gelegenheid gesteld om een vergunning voor het uitoefenen van het bedrijf van algemeen pensioenfonds aan te vragen. Uitvoering van pensioenregelingen door een algemeen pensioenfonds staat open voor pensioenregelingen die thans zijn ondergebracht bij ondernemingspensioenfondsen, niet verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen en voor verplichtgestelde beroepspensioenregelingen, maar niet voor verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen. Ook rechtstreeks verzekerde pensioenregelingen en nieuwe pensioenregelingen mogen door het algemeen pensioenfonds worden uitgevoerd. De novelle (34 440) schrapt het tijdens de behandeling van het wetsvoorstel ingediende en door de Tweede Kamer aangenomen amendement Lodders en Vermeij (TK 34.117, nr. 17) dat de mogelijkheid creëert om bij fusie tussen verplichte bedrijfstakpensioenfondsen voortaan met afgescheiden vermogens te werken (ringfencing). Over dit amendement had de Raad van State een negatief advies uitgebracht. Bron: Eerste Kamer 22-12-2015

Eerste Kamer stemt in met Belastingplan en Novelle Belastingplan 2016

De Eerste Kamer heeft op 22 december ingestemd met het Belastingplan 2016, de Novelle Belastingplan 2016 en de overige fiscale wetsvoorstellen die op Prinsjesdag zijn ingediend.
Het Belastingplan 2016 kreeg de steun van de Senaatsfracties van VVD, PvdA, D66, CDA en OSF. Bij de stemming over de Novelle Belastingplan 2016 voegde ook nog GroenLinks zich bij de voorstemmers. De overige fiscale wetsvoorstellen betroffen de Wet tegemoetkomingen loondomein (alleen SP en PVV tegen), Overige fiscale maatregelen 2016 en de Wet implementatie wijzigingen Moeder-dochterrichtlijn 2015. Beide laatste voorstellen kregen de steun van de gehele Eerste Kamer. De Eerste Kamer stemde ook nog over enkele moties. Alleen een motie van Van Rooijen (50PLUS) c.s. over het structureel handhaven van de ouderenkorting in het Belastingplan 2017 kreeg de steun van een meerderheid. Bron: Eerste Kamer 22-12-2015

Verhoging heffingvrije vermogen en de huurtoeslag

AOW-gerechtigden kunnen door de verhoging van het heffingvrije vermogen tot € 24.437, aangekondigd in de Novelle bij het Belastingplan 2016, in aanmerking komen voor huurtoeslag.
AOW-gerechtigden met een vermogen van meer dan € 21.437 hebben van de Belastingdienst in september een brief gekregen waarin wordt aangegeven dat de ouderentoeslag per 1 januari 2016 komt te vervallen. Doordat in de Novelle bij het Belastingplan 2016 het heffingvrije vermogen is verhoogd naar € 24.437, kan de groep AOW-gerechtigden met een vermogen tussen de € 21.437 en €24.437 in 2016 toch in aanmerking komen voor huurtoeslag. Indien AOW-gerechtigden naar aanleiding van de brief van de Belastingdienst hun huurtoeslag hebben stopgezet, kunnen zij tot 1 september 2017 (met terugwerkende kracht) opnieuw huurtoeslag aanvragen. AOW-gerechtigden met een vermogen boven de € 24.437 krijgen door de verhoging niet alsnog recht op huurtoeslag. De staatssecretaris geeft in zijn brief aan dat het niet aan de Belastingdienst is om te communiceren dat met een aankoop voor 1 januari 2016 onder het verhoogde heffingvrije vermogen kan worden gebleven. Daarmee zou mogelijk op anticiperend gedrag worden gewezen. Gerichte communicatie richting AOW-gerechtigden over het alsnog verkrijgen van huurtoeslag is gezien de resterende tijd niet meer mogelijk. Via algemene communicatie zullen de gevolgen van de verhoging van heffingvrije vermogen worden meegenomen. Bron: MvF 17-12-2015

Nieuwe privacyregels vereisen actie

Op 1 januari 2016 worden nieuwe privacyregels van kracht, en in 2017 opnieuw. Voor ondernemers die niet tegen hoge boetes willen aanlopen, breken drukke tijden aan. Ook ondernemingsraden doen er goed aan om waakzaam te zijn.
Elke ondernemer verwerkt persoonsgegevens, maar niet elke ondernemer beseft voldoende welke wetten hierop van toepassing zijn. Vanaf 1 januari wordt de maximale boete op overtredingen opgetrokken naar € 800.000. Een andere verandering die dan ingaat, is de Wet Melding Datalekken. Ondernemers die signaleren dat er is ingebroken in hun computers, zijn in bepaalde gevallen verplicht dat te melden bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Vanaf 2017 wordt een nieuwe Europese Privacyverordening van kracht. En dan is er ook nog de recente uitspraak van het Europese Hof van Justitie waardoor het overbrengen van persoonsgegevens naar Amerikaanse servers niet langer is toegestaan. Privacydeskundigen, zoals van het kantoor De Voort Advocaten | Mediators, menen dat de komende wetswijzigingen ervoor zorgen dat werknemers beter beschermd worden. Maar wat er precies van een ondernemer verwacht wordt, hangt af van sector en bedrijfsgrootte. Belangrijk voor ondernemers is dat ze passende regels vastleggen in een contract, protocol of reglement. Ook adviseren ze om ervoor te zorgen dat iemand binnen het bedrijf zich specifiek met privacy bezighoudt. Regelingen op het gebied van privacy vallen onder het instemmingsrecht van ondernemingsraden. Bron: Inzicht in de ondernemingsraad, 15-12-2015

Telewerken in de lift

Sinds 2013 groeit het aantal bedrijven weer waar het mogelijk is om te telewerken. Inmiddels krijgen bij driekwart van de Nederlandse bedrijven waar tien of meer mensen werken medewerkers vanuit huis, andere locaties of onderweg toegang tot de ICT-systemen van het bedrijf. In 2003 was dit nog bij geen kwart van de bedrijven.
Na een periode van stabilisatie tussen 2008 en 2012 steeg het aandeel bedrijven met telewerkvoorzieningen weer, tot 74% in 2015. Ook het aandeel telewerkende werknemers nam de afgelopen jaren toe. Bedrijven in de specialistische zakelijke diensten, zoals bijvoorbeeld rechtskundige dienstverlening of architecten- en ontwerpbureaus, en de bedrijfstak informatie en communicatie ondersteunen telewerken op grote schaal. In beide branches betreft het negen op de tien bedrijven. In sectoren waarbij een groot deel van het personeel fysiek aanwezig moet zijn, doen bedrijven veel minder aan telewerken. Zo komt telewerken in de horeca bij nog geen vier op de tien bedrijven voor. Grote bedrijven met meer dan 250 werkzame personen bieden vrijwel altijd telewerkmogelijkheden aan (96%). Voor deze bedrijven geldt in iedere bedrijfstak dat het aandeel boven de 90% ligt, ook voor de horeca. Dit betekent niet dat iedere medewerker van deze bedrijven kan telewerken. Een bedrijf met tweeduizend medewerkers van wie er vijf kunnen telewerken telt in deze cijfers even zwaar als een bedrijf waar alle medewerkers kunnen telewerken. Uit cijfers van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) uit 2014 blijkt dat 15% van alle werknemers minimaal een halve dag per week telewerkt. Meer mannen dan vrouwen zijn actief als telewerker: 18 tegen 12%. Hoogopgeleiden doen acht keer zo vaak aan telewerken als laagopgeleiden. Van de hoogopgeleide mannen is een op de drie telewerker tegen bijna een op de vier hoogopgeleide vrouwen. Bijna een kwart van de leidinggevenden telewerkt. Dat is twee keer zoveel als onder mensen die geen leiding geven (12%). Het aandeel telewerkende leidinggevenden loopt op naarmate zij meer mensen aansturen. Zo is het percentage telewerkers onder personen die leidinggeven aan honderd of meer medewerkers 51%. Werknemers die wonen in de provincie Utrecht telewerken het meest (19%). Met 10% telewerkende werknemers scoren Friesland en Zeeland verhoudingsgewijs het laagst. Nederland is in 2015 met bijna driekwart van de bedrijven die telewerken ondersteunen, opgeklommen tot de Europese subtop telewerken. In 2012 was dat aandeel in Nederland iets lager dan het EU-gemiddelde van 60%. Door de groei sinds 2013 is Nederland dit jaar landen als Noorwegen, Luxemburg en Tsjechië op de ranglijst voorbij gestreefd. Finland voert net als in 2012 de Europese ranglijst aan met 85% bedrijven met telewerkers. Frankrijk staat onderaan de lijst met 40%. Bron: CBS 17-12-2015

© lArcade 2024