Inloggen

Archief

Schriftelijke vastlegging verbod privégebruik noodzakelijk

Een werknemer krijgt geen bijtelling privégebruik voor een bestelauto als zijn werkgever hem verbiedt de bestelauto privé te gebruiken. Hiervoor is vereist dat de werkgever het verbod schriftelijk heeft vastgelegd, dit verbod bij de loonadministratie bewaart, toezicht houdt op de naleving en een passende sanctie oplegt bij overtreding van het verbod.
Een bv exploiteerde een hoveniersbedrijf. De activiteiten bestonden uit tuinaanleg en -architectuur en het uitvoeren van hovenierswerkzaamheden en aanleggen van bestrating. Het hoveniersbedrijf had werknemers in dienst. Een van de werknemers had een bestelauto ter beschikking gesteld gekregen. In geschil bij Hof Arnhem-Leeuwarden is of de bv terecht geen bijtelling vanwege privégebruik van de bestelauto voor een werknemer heeft aangegeven. De bv voert daartoe aan dat de werknemer een schriftelijk verbod had gekregen de bestelauto privé te gebruiken. Het hof oordeelt daarover dat de bv niet aannemelijk heeft gemaakt dat er een verbod is op het privégebruik van de bestelauto. Er is geen schriftelijk vastlegging van het verbod in de loonadministratie aanwezig. Zonder schriftelijke vastlegging is geen sprake van een verbod op privégebruik, waardoor de bijtelling achterwege kan blijven. Over de door de bv overgelegde kilometeradministratie oordeelt het hof dat niet duidelijk is geworden wanneer en waar de bestelauto heeft gestaan bij grote projecten. Ook het doel van een aantal ritten is niet te achterhalen. Ook is niet na te gaan hoeveel kilometers is omgereden. Het hof oordeelt dat de inspecteur terecht een bijtelling privégebruik bestelauto bij de werknemer heeft toepast, omdat de rittenadministratie van de werknemer niet betrouwbaar is. De werkgever dacht dat hij voor de werknemer een beschikking ‘geen privégebruik’ had, maar dat bleek niet het geval te zijn. De werkgever ging er hierdoor, ten onrechte, vanuit dat hij de bijtellingsregeling achterwege kon laten en geen rittenadministratie hoefde bij te houden. Volgens het hof is het hierdoor niet aan grove schuld van de bv te wijten dat de bijtelling voor privégebruik achterwege is gebleven. Het hof vernietigt daarom de boete. Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 3-07-2018

Doelstelling banenafspraak nog niet bereikt

UWV monitort periodiek of werkgevers voldoende banen realiseren voor mensen met een arbeidsbeperking. Op 25 juli publiceerde UWV de kwartaalrapportages van de banenafspraak tot eind maart 2018.
Tussen de nulmeting (2013) en het eerste kwartaal van 2018 hebben werkgevers in het kader van de banenafspraak 28.341 extra banen via een regulier dienstverband en 10.403 extra banen via een uitzendcontract of detachering gerealiseerd. De doelstelling voor heel 2018 is het realiseren van 43.500 extra banen. Deze doelstelling is dus nog niet gehaald. Om inzicht te geven in de voortgang van de banenafspraak en beschut werk op regionaal niveau publiceert UWV op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Werkkamer ieder kwartaal vier rapportages: een regionale trendrapportage banenafspraak met een overzicht per banenafspraak per arbeidsmarktregio; de factsheet banenafspraak als verdieping op de regionale trendrapportage. In de factsheet wordt ingezoomd op (het verloop van) het aantal werkzame personen; de publicatie transparantie van klantprofielen. Dit overzicht geeft inzicht in de ontwikkeling van het aantal mensen behorende tot de doelgroep van de banenafspraak dat door UWV en gemeenten (anoniem) voor het voetlicht wordt gebracht; De rapportage beschut werk. Deze rapportage informeert arbeidsmarktregio’s over de voortgang van het aan het werk helpen van mensen die aangewezen zijn op beschut werk. Bron: AWVN 26-07-2018; UWV, Trendrapportage Banenafspraak eerste kwartaal 2018

Fiscus mocht nadere informatie over Zwitserse bankrekening vragen

Volgens Hof Den Haag hat de Nederlandse fiscus voldoende belang om gegevens over Zwitserse bankrekeningen op te vragen bij de Zwitserse belastingdienst. Als volgens de ontvangen gegevens een Nederlandse belastingplichtige rekeninghouder is, mag de Belastingdienst hem daarover vragen stellen.
Medio 2015 heeft de (Nederlandse) Belastingdienst de Zwitserse fiscus gevraagd om een overzicht te verstrekken van Nederlandse houders van een rekening bij een Zwitserse bank. De reden was dat de inspecteur vermoedde dat de rekeninghouders hun Zwitserse saldi niet vrijwillig zouden opgeven in hun aangifte. De desbetreffende Zwitserse bank had haar rekeninghouders al laten weten dat zij de gegevens zou verstrekken aan de Zwitserse fiscus als de rekeninghouders niet aannemelijk maakten dat zij hadden voldaan aan hun fiscale verplichtingen. Het renseignement vermeldde onder meer de naam, adres- en woonplaatsgegevens (NAW-gegevens) en geboortedatum van een Nederlandse vrouw. Omdat de vrouw echter geen inkomen uit sparen en beleggen had opgegeven, vroeg de inspecteur haar om nadere informatie met betrekking tot de Zwitserse bankrekening. De vrouw weigerde en kreeg een informatiebeschikking opgelegd. Het hof heeft haar beroep tegen deze informatiebeschikking ongegrond verklaard. Het hof oordeelt dat de Belastingdienst in redelijkheid kon stellen dat de gegevens relevant waren voor de belastingheffing. Ook was sprake van een gericht verzoek en geen ‘fishing expedition’. Verder vermeldt het renseignement de correcte NAW-gegevens en geboortedatum van de vrouw. Er is geen andere persoon bekend die dezelfde namen, geboortedatum en woonplaats heeft. Deze omstandigheden rechtvaardigen het vermoeden dat de vrouw inderdaad rekeninghoudster is. De inspecteur mag haar dan ook om nadere informatie vragen. Bron: Hof Den Haag 17-07-2018

Ontslagprocdures UWV niet op orde

De Inspectie SZW uit flinke kritiek op uitkeringsinstantie UWV. Volgens het dagblad Trouw zou volgens de Inspectie SZW het UWV de informatie die ze van werkgevers ontvangt bij ontslagaanvragen nauwelijk op feitelijke onjuistheden controleren.
Uit een enquête die de inspectie heeft uitgevoerd, blijkt ook dat de regel dat een ontslagen werknemer weer in dienst moet worden genomen als bij zijn vroegere werkgever binnen zes maanden na het ontslag een passende vacature ontstaat in de praktijk niet werkt. In een door de Inspectie ge¬houden enquête meldt bijna een derde van de ontslagen werknemers dat de vroegere werkgever binnen een half jaar na ontslag weer vacatures had die erg leken op hun oude baan. Zij werden niet teruggehaald, zoals de wet verplicht. Volgens de inspectie wordt hiermee bevestigd dat werknemers met een vast dienstverband het risico lopen dat zij door goedkopere flexwerkers worden vervangen. Dit is in strijd met de op 1 juli 2015 ingevoerde ontslagregels. De Inspectie SZW heeft voor het onderzoek 28.000 ontslagaanvragen tussen 1 juli 2015 en eind 2016 onder de loep genomen en de ervaringen onderzocht van werknemers waar ontslag voor werd aangevraagd. Het rapport ‘Ontslag aangevraagd en dan?’ dat hier het resultaat van is, is naar minister Koolmees van SZW gestuurd. Sinds 1 juli 2015 loopt een ontslag om bedrijfseconomische redenen uitsluitend via het UWV. Ook arbeidsrechtadvocaten beklagen zich volgens het artikel in Trouw erover dat in de papieren procedure bij het UWV, het UWV vrijwel uitsluitend afgaat op de motivatie voor ontslag van de werkgever. Het verweer van de werknemer wordt vaak niet goed gelezen. De Inspectie SZW komt tot een zelfde conclusie: ‘Het UWV neemt zijn beslissing tot ontslag in belangrijke mate op de door de werkgever aangeleverde informatie.’ Voordat de nieuwe wetten van kracht werden, kon een werknemer ontslag om bedrijfseconomische redenen zelf aanvechten bij de kantonrechter. Het UWV blijft volgens de krant bij het standpunt dat het ontslagproces ‘evenwichtig is ingericht’. De uitkeringsinstantie is het niet eens met de onderzoeksmethode van de inspectie. Bron: Trouw 19-07-2018

Beslagvrije voet bij bankbeslag

De Nationale ombudsman heeft de minister van Rechtsbescherming in een brief laten weten dat hij positief is over het wetsvoorstel tot herziening van het beslag- en executierecht.
In het geval van loonbeslag kunnen schuldeisers het inkomen dat overblijft na de toepassing van de beslagvrije voet alsnog invorderen via een beslag op de bankrekening. De beslagvrije voet geldt nu namelijk niet bij een beslag op een bankrekening. Dit nationale ombudsman meent dat deze gang van zaken de beschermende werking van de beslagvrije voet ondergraaft. Hij had daarom onder meer de Belastingdienst opgeroepen om de beslagvrije voet bij bankbeslag informeel te respecteren. Het wetsvoorstel tot herziening van het beslag- en executierecht voorziet in de invoering van een beslagvrije voet bij bankbeslag. De nationale ombudsman is daar positief over, maar plaatst ook een kanttekening bij het wetsvoorstel. Volgens het wetsvoorstel moeten banken in beginsel binnen twee weken deurwaarders informeren over het banksaldo na het leggen van bankbeslag. Deze termijn is te verlengen naar vier weken. De ombudsman pleit ervoor in het wetsvoorstel op te nemen dat die verlenging alleen mogelijk zal zijn onder zeer strikte voorwaarden. Bron: Nationale ombudsman 24-07-juli 2018

© lArcade 2024