Inloggen

Archief

Steunpakket aangepast, geen vierde kwartaal

Het kabinet heeft besloten vanwege de verbeterde vooruitzichten (epidemiologisch en economisch) voor NOW4 (derde kwartaal 2021) een omzetverliesplafond te introduceren. Ook stopt het kabinet vanaf het vierde kwartaal met het steunpakket. Op advies van het CPB en De Nederlandsche Bank worden de steunmaatregelen vanaf het derde kwartaal afgebouwd. De keerzijde van steunpakketten is namelijk dat het een gezonde economische dynamiek belemmert. Het steunpakket blijft het derde kwartaal nog in stand. De TVL wijzigt niet. Wel wordt de NOW aangepast.
NOW4 In de NOW-regeling voor het derde kwartaal (1 juli - 30 september) wordt een omzetverliesgrens opgenomen. Het maximale op te geven omzetverlies waarmee bij het bepalen van de hoogte van de subsidie wordt gerekend wordt begrensd op 80%. Zowel het voorschot als de uiteindelijke vaststelling van de subsidie gaan uit van maximaal 80% omzetverlies. Het subsidiepercentage van 85% blijft intact. Concreet betekent deze wijziging dat een bedrijf met een omzetverlies van 100%, subsidie krijgt voor 68% (80 x 85%) van zijn loonkosten. Voor bedrijven met een omzetverlies van 80% zal dit percentage na deze aanpassing dus hetzelfde zijn.3 Voor bedrijven met een omzetverliespercentage tussen de 20 en 80% verandert er niets ten opzichte van de eerdere NOW-regelingen. De nog te verwerken aanpassing van de regeling heeft tot gevolg dat het loket voor de voorschot-aanvragen voor NOW4 (1 juli - 30 september) bij UWV later opent en dat voorschotten aan werkgevers later zullen worden uitgekeerd. Bijzonder uitstel van betaling De verlenging betekent dat ondernemers tot uiterlijk 1 oktober 2021 uitstel van betaling, of een verlenging van een reeds verleend uitstel kunnen aanvragen. Ondernemers die na 1 juli 2021 voor de eerste keer een aanvraag doen hoeven tot 1 oktober 2021 hun nieuw opkomende betalingsverplichtingen, zoals de periodieke afdracht van omzetbelasting en loonheffingen, niet te voldoen. Ondernemers die al eerder een aanvraag voor drie maanden hebben ingediend kunnen alsnog om verlenging van het uitstel tot 1 oktober 2021 vragen. Voor ondernemers die eerder dit jaar al verlenging hebben gekregen, geldt het uitstel nu automatisch tot 1 oktober 2021. Dit betekent dat nieuw opkomende verplichtingen pas vanaf 1 oktober 2021 hoeven te worden hervat. Voor de loon- en omzetbelasting houdt dit in dat de belasting over het laatste belastingtijdvak voor 1 oktober 2021 weer tijdig moet worden voldaan. Vermindering administratieve lasten NOW Minister Koolmees zal op korte termijn aangeven hoe de motie tot een verdere vermindering van de administratieve lasten van de NOW wordt ingevuld. Garantiefonds boekhandels Het ministerie van OCW zal middelen als een projectsubsidie beschikbaar stellen aan het Nederlands Letterenfonds. Het Letterenfonds zal het budget verdelen over een regeling voor vergoeding van distributiekosten ad € 5 miljoen en een garantiefonds ad € 15 miljoen. Het geld uit het garantiefonds zal binnen een termijn van vijf jaar grotendeels terugvloeien naar de overheid. Belastingdienst De Belastingdienst heeft op haar site aangegeven welke fiscale maatregelen worden verlengd tot en met 30 september 2021: versoepeling van administratieve verplichtingen voor de loonheffingen, belastingregels voor mensen die over de grens werken in de Europese Unie (EU), onbelaste vaste reiskostenvergoedingen, btw-tarief van 0% voor mondkapjes, btw-vrijstelling voor het uitlenen van zorgpersoneel, btw-tarief van 0% voor coronavaccins en coronatestkits, vrijstelling voor Duitse socialezekerheidsuitkeringen en betaalpauze voor hypotheken De versoepeling van het urencriterium wordt niet verlengd. Deze versoepeling geldt van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021. Besluit Financiën heeft het besluit noodmaatregelen coronacrisis aangepast. Naast de hierboven genoemde verlenging zijn daarin een viertal nieuwe onderwerpen opgenomen: Aanpassing van de betalingsregeling; Vrijstelling subsidies op grond van de Regeling subsidie financiering vaste lasten startende MKB-ondernemingen COVID-19; Zorgvrijstelling: werkzaamheden COVID-19 testen en COVID-19 Rijksvaccinatieprogramma; Een goedkeuring voor belastingrente en ‘hulp bij aangifte’ (aangifte 2019 en 2020). Bron: Min. EZK, SZW en Financiën 29-06-2021, Belastingdienst 29-06-2021, MvF 28-06-2021

Meld bedrijfsmiddel voor de EIA-Energielijst 2022

Net als voor de MIA/Vamil kunnen ook bedrijfsmiddelen voor de Energielijst 2022 worden voorgedragen. Het moet dan gaan om een energiebesparend product of een duurzame energietechniek. Bedrijfsmiddelen kunnen tot 1 september 2021 worden voorgesteld.
Op de Energielijst staan jaarlijks een ruime hoeveelheid innovatieve en duurzame energie-investeringen waardoor ondernemers fiscaal voordelig kunnen investeren via de regeling Energie-investeringsaftrek (EIA). Ook de Energielijst wordt jaarlijks aangepast. Ondernemers hebben tot 1 september 2021 de tijd om een voorstel in te dienen voor de nieuwe EIA-Energielijst van 2022. Dit is vooral interessant voor leveranciers van innovatieve energietechnieken. Als de techniek wordt opgenomen, dan versnelt dit mogelijk de marktintroductie en -verbreding van deze techniek. Het bedrijfsmiddel wordt getoetst op een aantal criteria. Zo is opname op de Energielijst niet bedoeld voor technieken die zich al zonder EIA-ondersteuning in korte tijd terugverdienen. Ook moet de techniek voldoende energievoordeel opleveren en aansluiten bij het huidige energiebeleid. Technieken voor de overgang naar schonere energie krijgen nadrukkelijk de aandacht. Middels de EIA kunnen bedrijven de fiscale winst in de aangifte inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting verlagen. Bedrijven mogen 45,5% van de kosten van de energie-investering in mindering brengen op de fiscale winst. Bron: RVO.nl 24-06-2021

Verschil loonaangifte, toch administratieplicht vervuld

Het kan gebeuren dat de aangifte loonheffingen niet overeenstemt met de administratie. Maar dat betekent volgens de Hoge Raad nog niet dat de administratieplicht is geschonden.
Volgens de Belastingdienst heeft een bv met een horecaonderneming met betrekking tot de loonheffingen 2011 – 2012 de loonadministratieplicht geschonden. De inspecteur stelt daarom een informatiebeschikking vast. De bv tekent beroep aan tegen de informatiebeschikking, maar Hof Den Haag laat de beschikking in stand. In cassatie heeft de bv echter meer succes. De Hoge Raad oordeelt om te beginnen dat het hof ten onrechte niet is ingegaan op verweren van de bv over de constateringen van de inspecteur over de maand december 2012. Het hofoordeel dat de bv voor die maand niet heeft voldaan aan haar administratieplicht, is dus ondeugdelijk. Ten overvloede merkt de Hoge Raad nog het volgende op over de situatie waarin de aangifte loonheffingen niet overeenstemt met de administratie. In dat geval staat nog geen schending van de administratieplicht door de inhoudingsplichtige vast. Die conclusie is pas gerechtvaardigd als de administratie ‘ernstige’ gebreken vertoont. Vervolgens kijkt de Hoge Raad naar het hofoordeel dat de bv, met wat zij in de loonadministratie voor de maanden januari 2011 t/m december 2011 heeft vastgelegd, niet heeft voldaan aan de administratieplicht. De Hoge Raad vindt de bevindingen van het hof niet toereikend voor dit oordeel. Het hofoordeel met betrekking tot de loonadministratie over de periode januari t/m november 2012 is evenmin voldoende gemotiveerd. De Hoge Raad maakt daarbij nog de volgende opmerking. De constatering dat de administratieplicht is geschonden, moet gebaseerd zijn op bevindingen die voortvloeien uit een onderzoek naar de administratie van de administratieplichtige. De vraag of aan de administratieverplichtingen is voldaan, dient men per tijdvak te beantwoorden. Dat naheffing over meer dan één aangiftetijdvak kan geschieden bij één naheffingsaanslag, doet daaraan geen afbreuk. Bij het geven van een bewijsoordeel kan het gebruik van vermoedens aan bod komen. Dat zal vooral gebeuren in gevallen waarin wat men moet bewijzen niet of bezwaarlijk waarneembaar is voor de rechter of voor de partij op wie de bewijslast rust. Dit doet zich normaal gesproken niet voor bij de beoordeling van een administratie. Bij administratie die voorhanden is kan de inspecteur namelijk aanwijzen wat daarin ontbreekt of onjuist is. De bewering dat een administratieplichtige in bepaalde, niet onderzochte, aangiftetijdvakken niet heeft voldaan aan zijn administratie- en bewaarplicht is en zwaar verwijt. Dat verwijt mag in de regel niet gebaseerd zijn op het niet-naleven van de administratie- en bewaarplicht in wel onderzochte tijdvakken. Dat is alleen anders wanneer voldoende zwaarwegende redenen bestaan waarom dat onderzoek achterwege kan blijven. Bovendien moet dan aannemelijk zijn dat in de niet-onderzochte tijdvakken dezelfde of soortgelijke tekortkomingen aan de orde zijn geweest. Bij de beoordeling of dit aannemelijk is, zijn vermoedens te hanteren die zijn gebaseerd op vaststaande feiten. Van dergelijke vermoedens dient men met terughoudendheid gebruik te maken, aldus de Hoge Raad. Bron: Hoge Raad 25-06-2021

Transparantie turboliquidatie ter consultatie

Het ministerie van Justitie en Veiligheid heeft het concept van het wetsvoorstel Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie ter consultatie voorgelegd. De verwachting is dat een groot aantal ondernemers vanwege de covid-19 crisis op korte termijn hun bedrijf wil beëindigen door middel van de turboliquidatie. Dit wetsvoorstel wordt ingevoerd om schuldeisers te beschermen, transparantie te vergroten en misbruik tegen te gaan.
Turboliquidatie is een regeling waarbij rechtspersonen betrekkelijk snel en eenvoudig kunnen worden beëindigd. De regeling biedt in de praktijk ruimte aan bestuurders om alle baten die er binnen de rechtspersoon zijn, te gelde te maken en met de opbrengst daarvan de schulden zoveel mogelijk af te lossen. Op die manier kunnen zij toewerken naar een situatie waarin de rechtspersoon betrekkelijk snel en eenvoudig kan worden beëindigd. De verwachting is dat een groot aantal ondernemers, die getroffen zijn door de uitbraak van het covid-19 virus, binnenkort hun bedrijf willen beëindigen via de turboliquidatie. Deze toename brengt tijdelijk een verhoogd risico met zich op misbruik van de turboliquidatie. Dit wetsvoorstel beoogt de transparantie van de regeling te vergroten, de rechtsbescherming van schuldeisers te verbeteren en misbruik ervan effectiever te bestrijden. Daarbij verwacht men het vertrouwen in de beëindigingswijze te vergroten, waardoor de regeling toegankelijker wordt voor ondernemingen en het gebruik daarvan wordt gefaciliteerd. Met een gecontroleerde beëindiging van rechtspersonen kan worden voorkomen dat schulden oplopen en een faillissement onafwendbaar wordt. De wijzigingen bestaan uit de introductie van een financiële verantwoordingsverplichting voor bestuurders en de mogelijkheid om een civielrechtelijk bestuursverbod op te leggen bij misbruik. Er kan tot 27 juli op deze internetconsultatie worden gereageerd. Bron: Min. J&V 28-06-2021

Computercrash ontslaat ondernemer niet van bewaarplicht

Ondernemers komen niet snel onder hun bewaarplicht uit. Het crashen van de computer, het zoekraken van de back-up en in beslagname door de FIOD komen allemaal voor rekening van de ondernemer.
Een man drijft in 2012 een eenmanszaak. De activiteiten van deze eenmanszaak bestaan uit het geven van advies op het gebied van management en bedrijfsvoering, organisatieadviesbureaus, ingenieurs en overig technisch ontwerp. Maar het geven van bouwadvies en projectmanagement behoren ook tot de werkzaamheden van de eenmanszaak. Daarnaast heeft de man in twee bv’s een aanmerkelijk belang. Hij geeft overigens geen winst uit onderneming op in zijn aangifte IB/PVV 2012. Maar uit een derdenonderzoek blijkt dat hij betalingen heeft ontvangen op zijn privérekening. De inspecteur merkt deze betalingen aan als winst uit onderneming en legt de ondernemer een navorderingsaanslag op. De man dient een bezwaarschrift in tegen de navorderingsaanslag. Hij stelt daarbij dat hij nog recht heeft op een kostenaftrek van € 209.528,16. Omdat hij een kostenaftrek claimt, moet de ondernemer ook bewijzen dat hij die kosten echt heeft gemaakt. Hij bevindt zich wat dat betreft echter in een lastige positie. Hij beweert namelijk de kosten te hebben gemaakt voor het in- en uitlenen van personeel. Maar in het uittreksel van de KvK staat niet dat zijn eenmanszaak zulke activiteiten verricht. Daarnaast is zijn boekhouding niet meer volledig als gevolg van een computercrash. Bovendien is de herstelde back-upschijf zoek. De man heeft wel een boekhouding op papier ondergebracht bij een van zijn bv’s. Maar deze bv heeft die papieren boekhouding niet meer. De curator van de bv heeft de boekhouding over de eerste helft van 2012 weggegooid. En de FIOD heeft de administratie met betrekking tot de tweede helft van 2012 in beslag genomen. Rechtbank Den Haag aanvaardt deze omstandigheden niet als een reden om de bewijslast van de ondernemer te verlichten. Op grond van de wettelijke bewaarplicht moet hij zijn administratie over 2012 hebben bewaard. Deze bewaarplicht heeft hij echter verzaakt. Aangezien de man niet voldoet aan de bewijslast, verklaart de rechtbank zijn beroep ongegrond. Bron: Rb. Den Haag 04-03-2021 (gepubl. 21-06-2021)

© lArcade 2024