Inloggen

Archief

TOZO verlengd tot 1 oktober 2021

In een brief van 27 mei 2021 kondigde het kabinet aan het steun- en herstelpakket met drie maanden te verlengen. Dit is met het besluit van 14 juni geformaliseerd voor de tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (TOZO). Ondernemers kunnen tot 1 oktober 2021 een beroep op deze regeling doen.
Het kabinet verwacht dat, door versoepelingen van de diverse coronamaatregelen, steeds meer ondernemers weer aan de slag kunnen. Voor ondernemers die nog niet op eigen benen kunnen staan, heeft het kabinet besloten de periode waarin ondernemers de TOZO kunnen aanvragen te verlengen tot 1 oktober 2021. Door dit besluit is het ook mogelijk dat gemeenten maximaal € 10.157 aan ondernemers verstrekken in het kader van de bijstand ter voorziening in de behoefte van bedrijfskapitaal. Ondernemers kunnen hiervoor in de maanden juli tot en met september 2021 een aanvraag doen. Is reeds eerder € 10.157 verstrekt, dan kan de ondernemer niet opnieuw een aanvraag doen. In het besluit is voorts een aanvullende informatieplicht voor ondernemers opgenomen. Het college van B&W kan een ondernemer in het kader van de TOZO om informatie verzoeken, die ziet op voortzetting, wijziging of beëindiging van de ondernemingsactiviteiten. Gemeenten kunnen op grond van de ingewonnen informatie het gesprek met de ondernemer aangaan over zijn toekomst. Ondernemers krijgen ook meer tijd om een lening bedrijfskapitaal terug te betalen. Aanvankelijk was opgenomen dat terugbetaling vanaf 1 juli 2021 zou moeten gaan plaatsvinden. In het besluit van 14 juni 2021 is opgenomen dat ondernemers vanaf 1 januari 2022 mogen starten met aflossen. Bron: Min. SZW 14-06-2021

Vrijstelling kleine ondernemers versoepeld

Financiën heeft een besluit gepubliceerd dat een goedkeuring bevat voor ondernemers met een jaaromzet van maximaal € 1.800 om de vrijstelling voor kleine ondernemers toe te passen zonder dat zij hiervoor een melding hoeven te doen (vrijwillige registratiedrempel). Ook zijn zij niet gebonden aan een minimale toepassingsduur van de kleineondernemersregeling (KOR) van drie jaar of aan een wederopzegging.
De regel is dat ondernemers om uitreiking van aangiften moeten vragen zodra zij btw verschuldigd zijn. Nederlandse ondernemers met een jaaromzet van maximaal € 20.000 kunnen er voor kiezen om de vrijstelling voor kleine ondernemers (KOR) toe te passen. In dat geval zijn zij geen btw verschuldigd over de door hen verrichte leveringen en diensten en ontheven van de administratieve verplichtingen maar bestaat er ook geen recht op aftrek van btw. Als een ondernemer kiest voor toepassing van de KOR is hij verplicht zich hiervoor aan te melden bij de Belastingdienst. De KOR-vrijstelling is dan van toepassing vanaf het eerste tijdvak dat minimaal vier weken ná die melding ingaat. De toepassing van de vrijstelling geldt tot wederopzegging door de ondernemer, maar ten minste voor drie jaar. Deze eisen zijn er ter verduidelijking voor de ondernemer en handhaving door de Belastingdienst. Voor een ondernemer die slechts een zeer geringe jaaromzet heeft en geen btw wil terugvragen, weegt het doel van deze eisen niet op tegen de administratieve last ervan. Vandaar dat wordt goedgekeurd dat ondernemers met een jaaromzet van maximaal € 1.800 de vrijstelling voor kleine ondernemers kunnen toepassen zonder dat zij hiervoor een melding hoeven te doen (vrijwillige registratiedrempel). Als deze ondernemers gebruikmaken van deze goedkeuring zijn zij niet gebonden aan een minimale toepassingsduur van de KOR van drie jaar of aan een wederopzegging. Bijvoorbeeld een startende ondernemer die weinig kosten maakt waarop btw drukt of de koper van een bestaande woning waarop de vorige eigenaar zonnepanelen heeft laten aanbrengen. Aan de goedkeuring zijn een aantal voorwaarden verbonden. Zo kunnen onder andere ondernemers die zich al als zodanig hebben aangemeld de goedkeuring niet toepassen. Ook moet de ondernemer, zodra de registratiedrempel wordt overschreden, de reguliere btw-verplichtingen nakomen. Dit besluit is met ingang van 19 juni 2021 in werking getreden en werkt terug tot 1 januari 2020. Bron: MvF 10-06-2021

Schenkbelasting blijft buiten verkrijgingsprijs ab

In beginsel is de schenking van een aanmerkelijk belang aan aandelen onderworpen aan schenkbelasting. De begunstigde mag de verkrijgingsprijs van zijn aanmerkelijk belang echter niet verhogen met het bedrag aan schenkbelasting, zo oordeelt de Hoge Raad.
Een man heeft alle aandelen in een holding in eigendom. In 2014 schenkt zijn vader alle aandelen in zijn eigen holding aan zijn zoon. Daarbij schuift vader de verkrijgingsprijs van zijn aanmerkelijk belang (ab) door naar zijn zoon. Voor de schenking betaalt de zoon € 361.907 aan schenkbelasting. In 2015 laat de zoon zijn geschonken holding fuseren met de holding die hij al langer heeft. Daarbij is de geschonken holding de verkrijgende vennootschap en de oude holding de verdwijnende vennootschap. De Belastingdienst stelt op verzoek de verkrijgingsprijs van het ab in de geschonken holding vast. Daarbij rekent de fiscus het bedrag van de schenkbelasting niet tot de verkrijgingsprijs. Terecht, zo oordeelt de Hoge Raad. Bij een doorschuiving vermeerdert men de verkrijgingsprijs met de kosten die ten laste van de verkrijger zijn gekomen bij de verkrijging waarbij die doorschuiving heeft plaatsgevonden. De schenkbelasting vormt echter niet zo’n kostenpost. Dat komt doordat deze belasting niet in een onmiddellijk verband met de verkrijging van de aandelen staat. Bron: HR 11-06-2021

Coronakredietregelingen ook voor investeringen

Drie coronakredietregelingen kunnen door ondernemers ook worden gebruikt om te investeren in nieuwe apparatuur of om voorraden aan te vullen. De KKC (kredieten tot € 50.000), BMKB-C (€ 1,5 miljoen) en GO-C (€ 150 miljoen) zijn verlengd tot en met 31 december 2021.
Tot nu toe zijn de Klein Krediet Corona (KKC)-, de Borgstelling MKB Corona (BMKB-C)- en de Garantie Ondernemersfinanciering Corona (GO-C)-regeling vooral ingezet om bedrijven snel van financiering te voorzien om hun rekeningen te kunnen betalen. De regelingen zijn echter ook bedoeld voor kredieten ten behoeve van investeringen in vaste activa, heropbouw van voorraden- en debiteurenposities en het terugbrengen van leverancierskrediet naar een gebruikelijke termijn. De coronaregelingen hebben hogere garantiepercentages dan normaal. Hierdoor is het makkelijker voor financiers om de lening te verstrekken. Financiers doen nog steeds een kredietbeoordeling om te zien of de aanvrager de lening financieel kan dragen. Voor kredieten tot € 250.000 kunnen financiers geautomatiseerde kredietbeoordeling toepassen waardoor ondernemers sneller uitsluitsel kunnen krijgen over hun kredietaanvraag. Voor de garantieregelingen KKC en BMKB-C kunnen mkb-ondernemers, behalve bij banken, ook terecht bij 22 non-bancaire financiers. Momenteel wordt onderzocht of ook de GO-C-regeling kan worden opengesteld voor non-bancaire financiers. Meer informatie over deze regelingen is te vinden op rvo.nl. Bron: Min. EZK 16-06-2021

Dien voorstellen Milieulijst 2022 in

RVO nodigt het bedrijfsleven uit om voorstellen te doen voor het opnemen van een bedrijfsmiddel op de Milieulijst. Een voorstel voor opname moet uiterlijk 15 augustus 2021 worden ingediend. Op de Milieulijst, die jaarlijks wordt aangepast, staan zo’n 350 innovatieve en milieuvriendelijke investeringen waarin ondernemers fiscaal voordelig kunnen investeren via de MIA en de Vamil.
Opname in de lijst is met name interessant voor leveranciers van innovatieve milieutechnieken omdat dit de marktintroductie of -verbreding van een techniek kan versnellen. Iedereen kan echter gewenste aanpassingen voor de Milieulijst doorgeven. De voorstellen worden getoetst aan een aantal criteria. Het MIA\Vamil-voordeel is bijvoorbeeld niet bedoeld voor technieken die zichzelf ook zonder MIA\Vamil-ondersteuning al in korte tijd terugverdienen. Ook moet de techniek in voldoende mate milieuvoordeel opleveren en aansluiten bij de speerpunten uit het huidige milieubeleid. Dit beleid maakt dat ook technieken op het gebied van Circulaire Economie nadrukkelijk de aandacht krijgen. Via de milieu-investeringsaftrek (MIA) verlagen bedrijven de fiscale winst. De kosten van de milieu-investering mogen tot 36% in mindering worden gebracht op de fiscale winst. Met de Willekeurige Afschrijving Milieu-investeringen (Vamil) kan 75% van een investering op een willekeurig moment worden afgeschreven. Door sneller af te schrijven vermindert de fiscale winst en betalen bedrijven minder belasting in dat jaar. Bron: RVO.nl 15-06-2021

© lArcade 2024