Inloggen

Archief

Niet omgezette afkoopsom lijfrente belast in box 1

Tenzij de polishouder een lijfrenteverzekering tijdig voortzet of omzet, is de afkoopsom
van een lijfrenteverzekering in principe belast als inkomen uit werk en woning.

Een man heeft een lijfrenteverzekering bij een verzekeringsmaatschappij afgesloten.
Deze lijfrentepolis loopt af op 1 maart 2017. De man heeft geen termijnen vastgesteld
en evenmin de verzekering omgezet vóór 31 december 2018. Bij het opleggen van een
navorderingsaanslag rekent de inspecteur daarom de afkoopsom van € 7.022 tot het belastbaar
inkomen uit werk en woning voor 2018. De man gaat vervolgens in beroep tegen de navorderingsaanslag
IB/PVV 2018.

Geen rechtvaardiging voor verlenging termijn Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de afkoopsom terecht is belast als inkomen
uit werk en woning. De lijfrenteverzekering is namelijk niet omgezet en er zijn geen
termijnen vastgesteld. De man heeft evenmin bijzondere omstandigheden aangetoond die
een verlenging van de termijn rechtvaardigen. De rechtbank verklaart zijn beroep tegen
de navorderingsaanslag, de beschikkingen belastingrente en revisierente daarom ongegrond.

Verzekerde en verzekeraar moeten overleg voeren Overigens heeft de verzekeringsmaatschappij slechts 28% van de afkoopsom uitbetaald.
De rest heeft zij ingehouden voor het geval de Belastingdienst haar aansprakelijk
stelt voor de belastingschuld van de man. De man stelt dat de verzekeraar ten onrechte
niet meewerkt aan de uitbetaling van het resterende gedeelte (72%) van de afkoopsom
van zijn lijfrenteverzekering. Hij verzoekt de rechtbank om de verzekeraar op te dragen
het restant uit te betalen. De rechtbank oordeelt echter dat zij niet bevoegd is om
te beslissen over de uitbetaling door de verzekeraar. Het is aan de man om contact
op te nemen met de verzekeringsmaatschappij en samen te bespreken hoe de belastingschuld
is te voldoen.

Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant 17-02-2025 (gepubl. 21-02-2025).

Gewijzigde tariefstructuur Eurovignet geldt vanaf 25 maart 2025

Artikel II van de Wet belasting zware motorrijtuigen (wijziging tariefstructuur Eurovignet)
als gevolg van de Wet Goedkeuring wijziging Eurovignetverdrag treedt per 25 maart
2025 in werking.

De Wet Goedkeuring wijzing Eurovignetverdrag is 15 augustus 2024 in werking getreden.
Zoals eerder aangekondigd zou de wijziging van de tariefstructuur van het Eurovignet
op een later moment in werking treden. In Nederland is het Eurovignet verplicht voor
vrachtwagens met een toegestane maximummassa van 12 ton of meer. Met het Eurovignet
kan gedurende een bepaalde periode gebruik worden gemaakt van het (snel)wegennet van
Nederland, Luxemburg, Zweden en Denemarken. In Nederland wordt via de Wet belasting
zware motorrijtuigen en onderliggende regelgeving invulling gegeven aan dit verdrag.

Bron: MvF 10-02-2025.

Vanaf oktober opnieuw subsidie voor meer duurzame energie

Het kabinet stimuleert de groei van duurzame energie in Nederland met een nieuwe openstelling
van de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie (SDE++).
De regeling gaat op 7 oktober dit jaar van start. Er is een budget van € 8 miljard.

De regeling stimuleert duurzame energieprojecten zoals zonne-energie, groen gas en
aardwarmte. Maar ook investeringen om de productie te verduurzamen en fossiele brandstoffen
te vervangen, bijvoorbeeld met industriële warmtepompen of elektrische boilers met
warmte-opslag. De regeling werkt als een garantie en vergoedt alleen de eventuele
‘onrendabele top’. Als de marktprijs (bijvoorbeeld voor elektriciteit) stijgt daalt
de subsidie.

Minder druk op vol stroomnet Projecten die minder druk leggen op het volle stroomnet, zoals elektrische boilers
die warmte produceren buiten de ‘spitsuren’ op het stroomnet, worden vanaf dit jaar
extra gestimuleerd. Om die reden worden ook verticale zonnepanelen opgenomen in de
regeling. Deze wekken meer verspreid over de dag stroom op en zorgen daarom minder
voor pieken. Het kabinet reserveert met zogenaamde hekjes opnieuw een vast bedrag
voor technieken die belangrijk zijn voor de energietransitie maar die nog een hogere
onrendabele top hebben, zoals hernieuwbare brandstoffen.

Vanaf oktober 2025 De openstellingsronde gaat in vijf fasen. Projecten met een lagere subsidie per ton
vermeden CO2 kunnen zo eerder indienen en dus eerder aan bod komen. De 1e fase start op 7 oktober
2025. Meer informatie over de SDE-regeling is te vinden op de website van RVO (https://www.rvo.nl/subsidies-financiering/sde).

Bron: Min. Klimaat en Groene Groei, 21-02-2025.

Belegger hoeft niet meer te overleggen dan zelf ontvangen

Om het werkelijk rendement van een belegging aannemelijk te maken, kan een belegger
volstaan met het overleggen van de overzichten die hij zelf heeft ontvangen van de
aanbieder van een beleggingsrekening.

Een vrouw heeft bezwaar gemaakt tegen de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen
(IB/PVV) voor het jaar 2021. De inspecteur heeft haar bezwaar afgewezen, maar de rechtbank
oordeelt dat de vrouw aannemelijk maakt dat zij aanloopt tegen een heffing naar een
voordeel uit sparen en beleggen dat hoger is dan het werkelijke rendement.

Overleggen van jaaroverzichten De vrouw heeft in haar aangifte IB/PVV 2021 een belastbaar inkomen uit werk en woning
van € 13.699 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 18.990 aangegeven.
Na een herziene aangifte en een navorderingsaanslag is het belastbaar inkomen uit
sparen en beleggen vastgesteld op € 22.390. De vrouw stelt dat dit bedrag te hoog
is en dat men moet uitgaan van het werkelijke rendement van € 21.894,97. Om haar beweringen
te staven overlegt zij jaaroverzichten van bank-, spaar- en beleggingsrekeningen en
leningsovereenkomsten.

Lager werkelijk rendement aannemelijk gemaakt De rechtbank oordeelt dat de vrouw met haar berekeningen, jaaroverzichten en verklaringen
aannemelijk maakt dat het werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement.
De vrouw heeft toegelicht dat de aanbieders van de beleggingsrekeningen niet meer
informatie verstrekken dan jaaroverzichten die zij heeft overlegd. De Belastingdienst
betwist deze stelling niet. Dat de afwezigheid van enige storting of onttrekking slechts
is onderbouwd met een op zichzelf geloofwaardige verklaring van de vrouw en niet met
stukken, valt haar daarom niet tegen te werpen. De rechtbank biedt rechtsherstel door
het voordeel uit sparen en beleggen voor 2021 vast te stellen op € 21.894 en dit volledig
aan de vrouw toe te rekenen. Daarnaast kent de rechtbank de vrouw een immateriële
schadevergoeding toe van € 500 wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Bron: Rechtbank Den Haag 23-12-2024 (gepubl. 19-02-2025).

Internetconsultatie Compensatieregeling LAO

Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is een internetconsultatie gestart
over het beperken van de compensatieregeling transitievergoeding bij ontslag wegens
langdurige arbeidsongeschiktheid tot kleine werkgevers (Compensatieregeling LAO).

Dit wetsvoorstel voorziet in die beperking middels een wijziging van Boek 7 van het
Burgerlijk Wetboek. Het beperken van de compensatiemogelijkheid tot kleine werkgevers
wordt als passend gezien, omdat van middelgrote en grote werkgevers verwacht wordt
dat ze financieel draagkrachtig genoeg zijn om de transitievergoeding bij ontslag
te betalen zonder dat daar een compensatie tegenover staat. Het betalen van de transitievergoeding
na ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid kan voor kleinere werkgevers echter
een relatief grote kostenpost zijn. Omdat kleine werkgevers doorgaans financieel minder
draagkrachtig zijn, blijft de regering deze werkgevers ondersteunen met compensatie
voor de transitievergoeding. De internetconsultatie (https://www.internetconsultatie.nl/wijzigingivmbeperkencompensatieregelingtransitievergoedinglangdurigearbeidsongeschiktheid/b1) staat open tot en met 19 maart 2025.

Bron: Min. SZW 20-02-2025.

© lArcade 2025