Inloggen

Archief

Arbeidsverhouding: ook tussen familieleden

De Centrale Raad van Beroep erkent dat een gezagsverhouding tussen familieleden mogelijk is. De Raad komt daarmee terug op een eerder standpunt. Daarmee kan een zoon, die in arbeidsverhouding werkt bij zijn moeder, als werknemer in de zin van de WIA worden aangemerkt en in aanmerking komen voor een uitkering.
Een moeder heeft in verband met haar handicap recht op een persoonsgebonden budget. In november 2000 sluit zij met haar zoon een overeenkomst waarin wordt afgesproken dat haar zoon haar gaat verzorgen. Er worden afspraken gemaakt over de werkzaamheden, de werktijden en het te ontvangen loon. De zoon start op 1 december 2009 met de werkzaamheden maar meldt zich op 3 juni 2010 ziek. Het SVB betaald het loon gedurende 104 weken door. Daarna vraagt de zoon een uitkering op grond van de Wet WIA aan. Het UWV weigert uit te keren omdat de zoon niet verzekerd was omdat hij zorg verleende aan een direct familielid. Volgens het UWV is er dan geen sprake van een gezagsverhouding en dus ook niet van een dienstbetrekking. Bij de rechtbank gaat de zoon tevergeefs in beroep. Op basis van eerdere rechtspraak van de Raad komt de rechtbank tot de conclusie dat er geen sprake is van een privaatrechtelijke dienstbetrekking. Een privaatrechtelijke dienstbetrekking waarbij een kind in dienst is van zijn ouder is in de regel niet aannemelijk, omdat de vereiste gezagsverhouding gewoonlijk ontbreekt. Dit sluit de mogelijkheid niet uit dat de ouder werkgeversgezag uitoefent over het kind, maar dat kan alleen worden aangenomen als de omstandigheden van het geval hierop duidelijk wijzen. Hiervan is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake. In het hoger beroep geeft de Raad aan niet langer het standpunt in te nemen dat het bestaan van een arbeidsovereenkomst tussen ouder en kind in de regel niet aannemelijk is wegens het gewoonlijke ontbreken van de vereiste gezagsverhouding. Per arbeidsrelatie moet worden beoordeeld of alle relevante omstandigheden voor het wel of niet aannemen van gezag aanwezig zijn. Beoordeeld moet worden of degene die de arbeid verricht aan een zeker gezag is onderworpen van de wederpartij en of die partij instructies en opdrachten kan geven en controle uit kan oefenen op de voortgang en resultaten van het werk. Het UWV voert aan dat de familieverhouding in dit geval de doorslag geeft omdat de zoon overuren heeft gemaakt die niet werden uitbetaald en geen reiskostenvergoeding kreeg voor de door hem afgelegde afstand. Volgens de Raad doen de door het UWV aangevoerde omstandigheden echter niet af aan de vastgestelde gezagsverhouding. De zoon heeft recht op een uitkering op grond van de Wet WIA. Bron: CRvB 14-10-2015

AFM constateert stagnatie in kwaliteit financiële verslaggeving

De kwaliteit van de financiële verslaggeving laat al enkele jaren een stijgende lijn zien, maar die heeft zich in 2015 niet doorgezet. Dit blijkt uit onderzoeken die de Autoriteit Financiële Markten (AFM) dit jaar heeft gedaan naar de financiële verslaggeving over 2014 van geselecteerde beursgenoteerde ondernemingen. De kwaliteit is op onderdelen onvoldoende, vooral wat betreft de naleving van de verslaggevingsregels voor pensioenen.
De bevindingen betreffen een veelheid aan onderwerpen, van complex tot eenvoudig. De AFM vindt het verrassend dat ook een aantal tekortkomingen is geconstateerd die AFM bij het onderzoek vorig jaar ook reeds had benoemd. Relatief veel bevindingen gaan over de verantwoordingswijze naar aanleiding van gewijzigde situaties, zoals de aan- of verkoop van bedrijfsonderdelen, wijzigingen in het aandelenbelang in andere bedrijven en de classificatie als eigen vermogen of als financiële verplichting van nieuw uitgegeven leningen. Uit haar eerste onderzoek uit 2014 naar de rapportage van pensioenverplichtingen bleek dat ondernemingen de meerderheid van de toelichtingsvereisten over pensioenen slecht naleefden. Bij het onderzoek dit jaar bleek hierin nog geen verbetering. Ook de classificatie van een pensioenregeling was niet altijd consistent. In sommige gevallen bleek dezelfde bedrijfstakpensioenregeling bij de ene onderneming te worden geclassificeerd als een toegezegd-pensioenregeling en bij een andere als een toegezegde-bijdragenregeling. Vanaf het boekjaar 2014 is nieuwe regelgeving verplicht over de toelichting op belangen in ondernemingen. De AFM heeft onderzocht in hoeverre deze toelichtingsvereisten zijn toegepast en of de gebruikers van de jaarrekening een beter inzicht hebben in de samenstelling van een onderneming en de risico’s verbonden met belangen in andere ondernemingen. De meerderheid van de onderzochte ondernemingen moet nog een slag maken om de toelichting meer te richten op de eigen situatie. Ook de toelichting op de structuur van de onderneming kan verbeteren. Het is niet altijd duidelijk welke segmenten en activiteiten met welke belangen - minderheidsbelangen, gezamenlijke overeenkomsten (joint ventures en joint operations) - samenhangen. Gezien de recente financiële problemen bij een aantal ondernemingen is transparantie over bankconvenanten een belangrijk en actueel thema. De AFM constateert dat meer transparantie nodig is over de berekeningswijze van de convenanten. Bij de financiële verslaggeving 2015 roept AFM ondernemingen en hun accountants op om aandacht te besteden aan een aantal specifieke onderwerpen, waaronder de invloed van de huidige economische omstandigheden op de financiële verslaggeving, het kasstroomoverzicht en de daaraan gerelateerde toelichtingen en de bepaling van de reële waarde van niet-financiële activa en de daarmee samenhangende toelichtingen. Bron: AFM 29-10-2015

Bitcoins vrijgesteld van btw!

Bitcoins en andere virtuele valuta kunnen zonder inhouding van btw tegen traditionele valuta gewisseld worden. Dit heeft het Hof van Justitie EU onlangs bepaald.
Bitcoin is een digitale decentale munteenheid waarvan de koers fluctueert op de open markt. Bitcoins kunnen op overeenkomstige wijze als wettige betaalmiddelen gebruikt worden voor het kopen van zowel reële als virtuele goederen en diensten. Een Zweedse vennootschap wil de aan- en verkoop van Bitcoins in ruil voor traditionele valuta uitvoeren en vraagt zich af of hierbij btw moet worden voldaan. In dit kader zijn er prejudiciële vragen gesteld. De eerste vraag betrof of de inwisseling van Bitcoins tegen traditionele valuta diensten onder bezwarende titel in de zin van de BTW-Richtlijn zijn. Het Hof van Justitie heeft hierover geoordeeld dat dit diensten onder bezwarende titel vormen, aangezien zij verricht worden tegen een vergoeding die rechtstreeks verband houdt met de verrichte dienst. De tweede vraag was of de aan- en verkoop van Bitcoins in ruil voor traditionele valuta van btw zijn vrijgesteld op grond BTW-Richtlijn. Het Hof van Justitie oordeelt dat uit de rechtspraak blijkt dat de vrijstelling voor financiële handelingen in artikel 135 lid 1 sub e BTW-Richtlijn tot doel heeft de moeilijkheid in verband met de vaststelling van de belastbare grondslag en het bedrag van de aftrekbare btw te verhelpen. Dit om te waarborgen dat het betalingsverkeer niet gehinderd wordt. Uit de context en de bedoeling van dit artikel blijkt dat deze bepaling zou worden uitgehold als het alleen betrekking zou hebben op traditionele valuta. Slotsom is dat ook de handel in virtuele valuta vrijgesteld is van btw op basis van deze bepaling. Bron: HvJ EU 22-10-2015

Vernieuwde Leidraad personeelsvertegenwoordiging

De SER heeft een vernieuwde versie van de Leidraad personeelsvertegenwoordiging (Leidraad PVT) gepubliceerd. In de Leidraad PVT staat een modelreglement met uitleg over wat in de Wet op de ondernemingsraden (WOR) voor de personeelsvertegenwoordiging is geregeld.
De Leidraad PVT is opgesteld door de SER-commissie Bevordering Medezeggenschap. De vorige versie van de leidraad PVT stamde uit 2010. De vernieuwde Leidraad PVT is mede gebaseerd op wijzigingen die kort geleden in het Voorbeeldreglement ondernemingsraden zijn opgenomen. Een personeelsvertegenwoordiging is niet verplicht een reglement op te stellen. Wel is het verstandig, bijvoorbeeld voor de verkiezingen van de PVT en voor haar werkwijze, om bepaalde regels op te stellen. Zulke regels kunnen helpen bij het functioneren van de PVT binnen de onderneming. De SER biedt in het modelreglement voorbeelden voor dergelijke regels. De nieuwe Leidraad PVT is online te raadplegen via de site van de SER. Bron: SER 22-10-2015

Inlenen of aanbesteden van een dienst?

Om aansprakelijk te worden gesteld voor de niet-betaalde loonheffing en omzetbelasting in het kader van de inlenersaansprakelijkheid, moet er wel sprake zijn geweest van inlening van personeel.
De exploitant van een in een kantoorpand ondergebrachte hotelunits wordt aansprakelijk gesteld voor de door een door hem ingehuurde dienstverlener verschuldigde loon- en omzetbelasting. Bij de units is enkel overdag personeel van de exploitant aanwezig voor de hygiëne en verdeling van linnengoed. Gasten melden zich digitaal aan en de bewakingsdienst van het kantoorpand verleent alleen toegang aan gasten die door de exploitant zijn aangemeld. Omdat de verhuurder van het kantoorpand wil dat het hotel niet onbemand is, maakt de exploitant gebruik van de nachtportiersdiensten van de door hem ingehuurde dienstverlener. De nachtportiers van deze ondernemer kregen van de hoteleigenaar geen taken, maar ontvingen instructies van hun werkgever en rapporteerden ook aan hem. De exploitant verweert zich tegen de aansprakelijkstelling. Volgens hem was geen sprake van inlening maar van uitbesteding van werkzaamheden. Bij inlening gaat het om het ter beschikking stellen van een werknemer van de uitlener aan een inlener om onder diens toezicht of leiding werkzaam te zijn. Gelet op de feiten en omstandigheden komt de rechtbank tot het oordeel dat hier geen sprake van is, maar van uitbesteding van werkzaamheden. De rechtbank neemt daarbij mede in aanmerking dat de werkzaamheden van de nachtportiers buiten het hotelconcept van de exploitant vallen en dat deze nachtportiers enkel zijn aangenomen omdat de verhuurder van het kantoor wil dat er altijd iemand aanwezig is. Omdat van inlening geen sprake is geweest, is de aansprakelijkstelling ten onrechte. Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant 24-09-2015

© lArcade 2024