Inloggen

Archief

RVO waarschuwt voor terugvordering TVL-schuld door CJIB-deurwaarder

RVO stuurt het dossier van zo’n 2.000 ondernemers die te veel Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) ontvingen binnenkort door naar Het Centraal Justitieel Incasso Bureau. Het gaat om ondernemers die (een deel van) het voorschot moeten terugbetalen en niet reageerden op veelvuldige berichten en telefoontjes.


RVO begrijpt dat in deze tijd van hoge inflatie, stijgende energieprijzen en lagere koopkracht het terugbetalen van TVL erg lastig kan zijn. Daarom wil men deze noodzakelijke stap liever voorkomen. Ondernemers kunnen met RVO een betalingsregeling treffen. RVO heeft ruime terugbetaalmogelijkheden en staat voor de ondernemer klaar om mee te denken met de persoonlijke situatie. Hulp is echter niet mogelijk als RVO geen contact kan krijgen.
Er zijn al veel ondernemers met een betalingsregeling. Zo’n 420.000 ondernemers hebben een TVL-voorschot ontvangen. Na de definitieve vaststellingen moeten op dit moment zo’n 55.000 ondernemers (een deel van) dit voorschot terugbetalen. Ondernemers spreken hiervoor een betalingsregeling af, vragen om uitstel, of betalen het bedrag in één keer terug.
Van die 55.000 ondernemers hebben zo’n 2.000 ondernemers niet gereageerd, zelfs niet na zes tot acht persoonlijke mails, brieven en telefoontjes. RVO ziet na deze herhaalde pogingen dan ook geen andere mogelijkheid dan de TVL-dossiers van hen over te dragen aan het CJIB.
Deze ondernemers ontvangen van het CJIB een aanmaning. Men krijgt dan een laatste kans om binnen twee weken een betalingsregeling af te spreken. De ondernemer kan hiervoor contact opnemen met het CJIB. Het CJIB geeft dat dan door aan RVO.

Van ondernemers die niet reageren wordt het dossier overgedragen aan de deurwaarder van het CJIB. Vanaf dat moment is de afwikkeling van de schuld volledig in handen van het CJIB. Dit brengt ook extra kosten met zich mee. Het is dan voor RVO niet meer mogelijk om te helpen met de terugbetaling.

Bron: RVO 27-09-2022

Winst bv niet structureel laag? Betaal gebruikelijk loon!

Ook al behaalt een bv tijdelijk lage winsten, dat is volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant nog geen reden om de gebruikelijkloonregeling achterwege te laten.


De inspecteur corrigeert voor het jaar 2014 het loon van een dga van een bv door het gebruikelijk loon vast te stellen gesteld op € 10.000. Daarnaast past de fiscus een bijtelling op het loon toe vanwege het privégebruik van de auto van de zaak. De dga betwist de juistheid van deze correcties en gaat in bezwaar en beroep. Hij stelt dat vanwege bijzondere financiële omstandigheden geen sprake kan zijn van een gebruikelijk loon. De correctie van de Belastingdienst is bovendien gebaseerd op een toename in de rekening-courantpositie tussen de man en de bv. Maar de dga beweert het desbetreffende bedrag niet in privé te hebben besteed.
De rechtbank gelooft echter niet dat de bv in 2014 helemaal geen loon heeft kunnen uitbetalen. De dga mag dan wel een uitkering van het UWV hebben ontvangen omdat het slecht is gegaan met de bv, daarmee maakt hij nog niet aannemelijk dat de bv structureel te weinig inkomen heeft gegenereerd om de dga loon toe te kennen. Het is ook niet van belang of de dga de toename in de rekening-courantpositie heeft besteed in privé of niet. De Belastingdienst heeft namelijk niet gesteld dat de besteding in de privésfeer heeft plaatsgevonden. Ten slotte kan de dga geen kilometeradministratie overleggen noch op een andere wijze aannemelijk maken dat hij hooguit 500 privékilometer met de auto van de zaak heeft gereden. De fiscus heeft de bijtelling dan ook terecht toegepast.

Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant 14-09-2022 (gepubl. 20-09-2022)

Compensatieregeling eHerkenning verlengd

De compensatieregeling voor belasting- of inhoudingsplichtigen die belastingaangifte moeten doen via het ondernemersportaal van de Belastingdienst (Mijn Belastingdienst Zakelijk) en daarvoor eHerkenning moeten aanschaffen is verlengd.


Het aanbieden van een kosteloos inlogmiddel voor de Belastingdienst is op korte termijn niet mogelijk. Als alternatief compenseert het kabinet daarom voorlopig de noodzakelijke kosten die belasting- of inhoudingsplichtigen moeten maken om aan hun aangifteverplichting te kunnen voldoen. De beleidsregel uit 2020, die op 1 januari 2023 vervalt, wordt vervangen door de nieuwe beleidsregel met dien verstande dat deze van toepassing blijft op aanvragen die op 30 september 2022 in behandeling zijn.
De compensatieregeling valt uiteen in twee delen: compensatie voor de aanschaf van het Belastingdienst EH3-inlogmiddel en compensatie voor noodzakelijke andere kosten, zoals de kosten voor de noodzakelijke aanschaf van het eHerkenning PROBAS-inlogmiddel of het gebruik van een commercieel softwarepakket of de kosten van een intermediair.
De regeling compenseert één eHerkenningsmiddel (Belastingdienst EH3) per organisatie per jaar, aan te schaffen bij een erkende leverancier. Een machtiging aan een intermediair wordt niet gecompenseerd. De vergoeding wordt betaald aan de organisatie zelf. Een bestaand generiek eHerkenningsmiddel, dat kan worden gebruikt om bij diverse overheidsorganisaties in te loggen, kan desgewenst door de leverancier worden omgezet (afgewaardeerd) naar het speciale Belastingdienst EH3-inlogmiddel dat alleen kan worden gebruikt om in te loggen bij de Belastingdienst.
Gekozen is voor compensatie op basis van de laagste marktprijs voor een driejarig contract met een erkende leverancier (momenteel komt dit neer op € 24,20 inclusief btw per jaar).
Ambassades en consulaten kunnen geen gebruik maken van het Belastingdienst EH3-inlogmiddel en kunnen daarom een tegemoetkoming aanvragen voor de kosten van de aanschaf van het eHerkenning PROBAS-inlogmiddel, gebaseerd op de laagste prijs in de markt van € 36,30 (inclusief btw).
Aangifteplichtige organisaties die in het geheel niet kunnen beschikken over eHerkenning, kunnen een tegemoetkoming aanvragen voor het inschakelen van een intermediair of voor het aanschaffen van een commercieel softwarepakket. De gefactureerde kosten worden gecompenseerd tot een maximum van in totaal € 450 per kalenderjaar of boekjaar.
De beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 oktober 2022 en vervalt met ingang van 1 januari 2025. De beleidsregel blijft van toepassing op aanvragen die op 31 december 2024 in behandeling zijn.

Bron: MvF 18-09-2022

Bereken rente over schuld van vermogende dga

Heeft een bv een zakelijke vordering op haar dga? En heeft die dga genoeg vermogen om deze schuld af te lossen? Dan moet de bv de dga een zakelijke rente in rekening brengen.


Een bv verkoopt haar onroerende zaken in Nederland aan een derde. Deze koper stort het verschuldigde bedrag van € 650.000 op een bankrekening van de dga van de bv en zijn broer. Op die manier verkrijgt de bv een vordering op haar dga. Door rentebijschrijvingen staat de vordering op 30 april 2014 op € 721.760. De bv heeft echter ook een rekening-courantschuld aan de dga van € 108.921. Daarnaast heeft de dga een onderneming in Portugal. Deze onderneming lijdt over de jaren 2012, 2013 en 2014 steeds verliezen van tussen de een en twee ton. In 2014 staakt de dga zijn Portugese onderneming. Het jaar daarop verkoopt hij de onroerende zaken van die onderneming. Vervolgens besteedt hij de verkoopopbrengst aan een woning. De bv waardeert over het boekjaar 2014/2015 de vordering op de dga af naar € 512.000.
De bv en de inspecteur verschillen van mening over de hoogte van de rente die de bv over haar vordering moest berekenen. De bv meent alleen rente te hoeven berekenen over € 512.000. Maar de Belastingdienst bepleit een hogere rente. Hof Arnhem-Leeuwarden volgt het standpunt van de fiscus. De geldverstrekkingen die zich hier hebben voorgedaan, kwalificeren fiscaal gezien als zakelijke leningen. Daarnaast meent het hof dat de dga zijn schulden in het jaar 2014/2015 wel degelijk heeft kunnen aflossen. De enkele verwijzing van de bv naar de vermogenspositie van ruim vijftien maanden later brengt het hof niet op andere gedachten. Bovendien heeft de bv pas in een laat stadium gesteld dat de geldverstrekkingen deels verkapte winstuitdelingen waren. Het hof verklaart het beroepschrift dan ook ongegrond.

Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 06-09-2022 (gepubl. 16-09-2022)

Weer hogere loonafspraken

In augustus zijn wederom hogere loonafspraken gemaakt als in de maanden ervoor. Het maandgemiddelde komt uit op 4%. Het gemiddelde voor heel 2022 stijgt naar 3,3%. Dit blijkt uit de maandelijkse cijfers van AWVN.


Er zijn in augustus vanwege de zomer slechts negen cao’s afgesloten. Volgens AWVN verlopen de cao-onderhandelingen ondanks de maatschappelijke onrust over de koopkracht tot dus ver vlot. Dit jaar moeten 404 cao’s worden vernieuwd. Daarvan zijn er al 232 (57%) vernieuwd. Ook veel cao’s waaronder veel werknemers vallen zijn al vernieuwd. Hierdoor valt 95% van alle cao-werknemers onder een lopende cao. Dit percentage is hoger dan normaal omdat veel cao’s pas na de einddatum worden vernieuwd waardoor het percentage meestal rond de 80% ligt.

Kerncijfers

  • Loonafspraken augustus gemiddeld 4%

  • Loonafspraken 2022 gemiddeld 3,3%

  • Loonafspraken 2021 gemiddeld 2,1%

  • Aantal nieuwe cao-akkoorden in augustus 2022: 9

  • Aantal aflopende cao’s in 2022: 404

  • Aantal vernieuwde cao’s die in 2022 ingaan: 232 voor 2,5 miljoen werknemers

  • Aantal openstaande cao’s op dit moment met expiratie in 2022: 172 cao’s (340.000 werknemers)

  • Aantal openstaande cao’s op dit moment met expiratie in 2021: 50 cao’s (130.000 werknemers)

Bron: AWVN.nl 15-09-2022

© lArcade 2024