Inloggen

Archief

Tekst in naheffingsaanslag loonheffingen onjuist

De Belastingdienst laat weten dat er door een technische fout een onjuiste tekst in naheffingsaanslag loonheffing staat. Het gaat om naheffingsaanslagen die sinds februari 2020 zijn verstuurd.
Werkgevers die in 2020 over één of meerdere tijdvakken geen aangifte loonheffing hebben gedaan, hebben sinds februari 2020 een naheffingsaanslag met de volgende tekst ontvangen: ‘U krijgt deze naheffingsaanslag, omdat wij uw aangifte loonheffingen over tot en met niet hebben ontvangen. Doe deze aangifte alsnog zo snel mogelijk. U hebt de loonheffingen wel betaald. Omdat wij geen aangifte hebben ontvangen, hebben wij het bedrag van de loonheffingen hieronder geschat. Onze schatting is gelijk aan uw betaling. U hoeft daarom alleen de boete te betalen.’ De tekst is ‘U hebt de loonheffingen wel betaald.’ is niet correct. Op de datum van de naheffingsaanslag had de werkgever de loonheffingen juist niet of nog niet volledig betaald. Overigens hoeft er geen boete te worden betaald. Vanwege de coronacrisis legt de Belastingdienst tijdelijk geen boetes op als de werkgever geen aangifte loonheffingen doet. De Belastingdienst adviseert om zo snel mogelijk alsnog aangifte loonheffingen te doen. Nadat de Belastingdienst de aangifte loonheffingen heeft ontvangen, wordt berekend hoeveel belasting men moet betalen. Is intussen al (een deel van) het bedrag betaald dan wordt dit verrekend. Teveel betaalde bedragen worden terugbetaald. Bron: Belastingdienst, 20-11-2020

Extra budget voor NL leert door

Aangezien de Tijdelijke subsidieregeling NL leert door een groot succes is, komen vanaf 1 december 2020 opnieuw 50.000 ontwikkeladviestrajecten beschikbaar.
Met ingang van 1 augustus 2020 is de subsidieregeling NL leert door met inzet van ontwikkeladvies in werking getreden. Het doel van de regeling is om individuen door middel van ontwikkeladviestrajecten handvatten te geven voor het in kaart brengen van de ontwikkelmogelijkheden en loopbaankansen die zij hebben. Deze ontwikkeladviestrajecten zijn gratis. De ontwikkeladviezen bleken te voorzien in een grote behoefte. Binnen een maand nadat de regeling in werking is getreden was het maximale aantal van 22.000 registraties reeds bereikt. Dit laat de zien dat de ontwikkeladviestrajecten van waarde kunnen zijn voor mensen wier loopbaan door de huidige crisis in zwaar weer zit. Daarnaast is gebleken dat met het snelle bereiken van het maximale aantal registraties, er verschillende loopbaanadviseurs zijn geweest die niet bijtijds een registratie hebben kunnen doen. Nu de crisis voorlopig nog niet voorbij is, heeft het kabinet besloten om extra budget beschikbaar te stellen voor ontwikkeladviestrajecten. Er worden 50.000 ontwikkeladviestrajecten beschikbaar vanaf 1 december 2020. Op 1 december 2020 wordt www.ontwikkeladviesportaal.nl opnieuw opengesteld. Vanaf dat moment kan de loopbaanadviseur weer nieuwe loopbaanadviestrajecten registreren. Na registratie en bevestiging door de deelnemer krijgen loopbaanadviseurs een registratiecode. De registratiecode is nodig voor het indienen van de uiteindelijke subsidieaanvraag. De subsidie wordt pas toegekend nadat het ontwikkeladviestraject is afgerond, de subsidieaanvraag is ingediend en aan de voorwaarden in de regeling is voldaan. Een registratiecode geeft echter wel de zekerheid dat als loopbaanadviseur de subsidie aanvraagt en aan alle voorwaarden voldaan wordt, de subsidie zal worden toegekend. Elke loopbaanadviseur kan 25 trajecten per dag registreren. Bron: Min. SZW 16-11-2020

Geen open cv als stille vennoot te weinig stort

In beginsel is een open commanditaire vennootschap zelfstandig belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. Maar hoe zit dat als de commanditaire vennoot zo weinig geld stort, dat feitelijk geen sprake is van enige samenwerking? Volgens Rechtbank Noord-Holland komt in dat geval geen open cv tot stand.
Een man handelt via internet in tickets voor concerten, (sport)evenementen en theater. Aanvankelijk drijft hij deze onderneming via zijn eenmanszaak. De man beweert dat sinds 10 februari 2010 de tickethandel plaatsvindt via vier opeenvolgende open cv’s. Daarbij treedt zijn eigen Ltd. steeds op als de beherend vennoot. Maar de inspecteur kent aan deze open cv geen reële economische en fiscale betekenis toe. Hij wijst erop dat de cv-overeenkomsten ontbreken of gebreken vertonen. Daarnaast ontbreken overeenkomsten van opdracht en aparte administraties voor de cv’s. Ten slotte verlopen de betalingen via de privébankrekening van de man. De man begint een beroepsprocedure. De rechtbank merkt op dat in deze kwestie de civielrechtelijke vorm bepalend is. Civielrechtelijk gezien is een cv een gekwalificeerde vorm van een maatschap. Twee of meer personen spreken dus af iets in gemeenschap te brengen. Het is de bedoeling dat zij het voordeel uit deze gemeenschap met elkaar delen. Maar in deze zaak blijkt de commanditaire vennoot nauwelijks wat bij te dragen. Feitelijk is de man de cv. En dat is ook precies zijn bedoeling. De rechtbank oordeelt dan ook dat de open cv’s niet tot stand zijn gekomen. De man geniet daarom nog steeds winst uit onderneming. Bron: Rb. Noord-Holland 26-10-2020

Fikse belastingopbrengst door inkeerregeling

Uit onderzoek van het Centraal Planbureau (CPB) blijkt dat de inkeerregeling € 2,1 miljard aan belastingen heeft opgeleverd. Tussen 2002 en 2018 is er voor ongeveer € 12 miljard aan verborgen vermogen alsnog aangegeven bij de Belastingdienst.
Volgens internationale schattingen hebben Nederlandse huishoudens voor ruim € 60 miljard uitstaan in belastingparadijzen. De lage boetes voor vrijwillige inkeer en internationale uitwisseling van informatie lijken de vrijwillige inkeer te hebben gestimuleerd. Vooral de meest vermogende huishoudens (5%) hebben van de inkeerregeling gebruik gemaakt. De correctie van verborgen vermogen verhoogt het aandeel van de rijkste 1.000 huishoudens in de totale vermogensverdeling van 8,8% naar 9,4%. Het ingekeerde vermogen komt voor de iets minder vermogende huishoudens vooral uit België, en voor de groep meest vermogende huishoudens uit Zwitserland. Dit lijkt een aanwijzing dat de huishoudens met de hoogste vermogens die belasting willen ontduiken het vermogen verder weg plaatsen en wellicht ook meer geavanceerde constructies gebruiken. Deelname aan de inkeerregeling leidt ook tot hogere belastingopbrengsten op de lange termijn. Het box-3-vermogen van inkeerders neemt met ongeveer 60% toe als van de inkeerregeling gebruik wordt gemaakt. Ook in de jaren daarna blijft het box-3-vermogen op dat niveau. Na inkeer staat het vermogen vooral op spaar- en beleggingsrekeningen. Gemiddeld genomen wordt een klein deel besteed aan onroerend goed of geschonken aan familieleden. Bron: CPB 17-11-2020

Nakomingsactie in verband met normeringsregeling

FNV vordert voor het hof nakoming van art. 26a cao Beroepsvervoer ofwel staking van het gebruik van de normeringsregeling door de vervoerder. In de ogen van het hof staat de werkwijze van de vervoerder echter niet gelijk aan een normeringsregeling.
Rotra hanteert als transportonderneming de Cao Beroepsgoederenvervoer. Vakbond FNV is partij bij deze cao. De kernvraag van de zaak is of de werkwijze die Rotra hanteert voor de loonberekening van haar chauffeurs voldoet aan art. 26a van de cao. De kantonrechter heeft geoordeeld dat dat het geval is. FNV stelt in hoger beroep dat de werkwijze van Rotra erop neerkomt dat Rotra een normeringsregeling als bedoeld in art. 26a lid 3a van de cao hanteert. Volgens FNV houdt het hanteren van de bijlage, waarop normtijden staan voor bepaalde activiteiten, een dergelijke normeringsregeling in. Omdat daarvoor, anders dan de cao in die bepaling voorschrijft, geen toestemming van de werkgevers- en werknemersorganisaties is verkregen, is deze normeringsregeling niet toegestaan. FNV vordert (met terugwerkende kracht) een gebod om art. 26a lid 3a na te leven, althans een verbod om het gebruik van de normeringsregeling te staken. Het hof deelt de visie van FNV niet. De essentie van een normeringsregeling als bedoeld in art. 26a lid 3a van de cao is dat de normale duur van de werkzaamheden wordt genormeerd op basis van praktijkregels en dat die normen, en dus niet de werkelijk gemaakte diensturen, worden gebruikt voor de berekening van het loon. Tussen partijen staat vast dat die situatie zich bij Rotra niet voordoet. De loonberekening is gebaseerd op de werkelijk gemaakte diensturen, zoals die blijken uit door de chauffeurs ingevulde dagstaten. Daarop brengt Rotra, als daarvoor aanleiding is, steeds op individuele basis correcties aan. Dat voor het aanbrengen van die correcties op ervaringsregels gebaseerde vaste tijden worden gebruikt, maakt niet dat sprake is van een normeringsregeling, waarbij van gefixeerde normen, dus los van werkelijke diensturen, wordt uitgegaan voor de loonberekening. Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 03-11-2020

© lArcade 2024