Inloggen

Archief

In 2021 zijn veel nieuwe cao’s afgesloten

In 2021 werden 327 cao’s afgesloten. Dat zijn er meer dan in de afgelopen jaren. Ook de loonafspraken blijven stijgen. Over heel 2021 kwam de gemiddelde afspraak uit op 2,1%. Cao’s die in december 2021 zijn afgesloten kenden een gemiddelde loonafspraak van 2,6%.
In 2021 zijn zo veel cao’s afgesloten omdat onderhandelaars van vakbonden en werkgevers het eens kunnen worden ondanks verschillende opvattingen over de gewenste loonontwikkeling. Dat de onderhandelaars goed kijken naar de bedrijfseconomische situatie van de onderneming of de bedrijfstak waarvoor zij onderhandelen blijkt uit de grote variatie aan afspraken. Loonafspraken liepen daardoor afgelopen jaar uiteen van 0 tot boven de 4%. Tegenover hoge afspraken in industrie en groothandel, staan zeer lage afspraken in sectoren die hard zijn geraakt door de lockdown, zoals de horeca en de cultuursector. Volgens AWVN past de trend van stijgende loonafspraken in de cao-onderhandelingen in een normaal patroon waarin loonafspraken met een vertraging de ontwikkeling van de economie volgen. De verwachting is dat de komende maanden de gemiddelde afspraak nog verder zal stijgen. Veel werkgevers kennen incidentele loonsverhogingen toe aan (groepen) werknemers. Deze incidentele stijgingen komen niet tot uitdrukking in de AWVN-cijfers. Kerncijfers Loonafspraken december gemiddeld 2,6% Loonafspraken 2021 gemiddeld 2,1% Loonafspraken 2020 gemiddeld 2,3% Aantal nieuwe cao-akkoorden in december 2021: 36 Aantal aflopende cao’s in 2021 440 voor 4,2 miljoen werknemers Aantal vernieuwde cao’s die in 2021 ingaan 327 voor 3,3 miljoen werknemers Aantal openstaande cao’s op dit moment (expiratie in 2021) 114 voor 900.000 werknemers Aantal openstaande cao’s op dit moment met expiratie in 2020 46 cao’s (20.000 werknemers) Bron AWN, 18-01-2022

Vrijstelling OVB vervalt door onzakelijke route

Soms vindt een overdracht van vastgoed plaats op een manier die dient om overdrachtsbelasting te besparen. In dat geval blijft de vrijstelling bij fusie, splitsing, interne reorganisatie en taakoverdracht buiten toepassing. Zelfs als het einddoel van de overdracht zakelijk is.
Een vastgoedfonds en een stichting komen in april 2012 overeen dat het vastgoedfonds de vastgoedportefeuille van de stichting overneemt. Deze overname vindt plaats tegen uitgifte van aandelen in het vastgoedfonds. Vanwege de uitvoering heeft de stichting een bv opgericht waarin zij alle aandelen houdt. Op 9 augustus 2012 brengt zij als (agio)storting op de aandelen het vastgoed in de bv in. Op dezelfde dag splitst de bv het van de stichting verkregen vastgoed af naar het vastgoedfonds en kent het vastgoedfonds aan de stichting aandelen toe. De vraag is of de verkrijging van de vastgoedportefeuille is vrijgesteld van overdrachtsbelasting (OVB) op basis van de vrijstelling bij fusie, splitsing, interne reorganisatie en taakoverdracht. Hof Amsterdam oordeelt dat de verkrijging niet onder deze vrijstelling valt. Volgens het hof heeft de uiteindelijk gekozen vormgeving van de transactie met de juridische afsplitsing het ontwijken van OVB als hoofddoel. Het vastgoedfonds stapt vervolgens naar de hoogste nationale rechter. De Hoge Raad verklaart zijn cassatieberoep echter ongegrond. Daarbij verwijst de Hoge Raad naar de gronden in de onderdelen 6.2 t/m 6.11 van de conclusie van Advocaat-generaal (A-G) Wattel in deze zaak. Daarin zet de A-G kort gezegd uiteen dat als het einddoel van de transactie zakelijk is maar de gekozen route van de handelingen niet, zoals hier, de vrijstelling achterwege blijft. Voor de rest doet de Hoge Raad de zaak af zonder nadere motivering. Bron: Hoge Raad 14-01-2022

Ondersteuning voor werknemers met Long COVID

Werknemers die na drie maanden nog niet zijn hersteld van corona kunnen terecht bij C-support, een organisatie die mensen met langdurige coronaklachten ondersteunt en adviseert.
Mensen die na drie maanden nog niet zijn hersteld van corona, hebben vaak nog de volgende klachten: vermoeidheid, hoofdpijn, spierpijn, benauwdheid, vergeetachtig, niet goed kunnen concentreren, smaak- en reukverlies en ga zo maar door. C-support, een organisatie waarbij ook het UWV betrokken is, ondersteunt mensen op het gebied van gezondheid, werk, inkomen en hun sociale leven. Zo kunnen werknemers de Werkwijzer invullen. Een online tool waarmee werknemers zich kunnen voorbereiden op gesprekken met de werkgever, leidinggevende, bedrijfsarts, arbeidsdeskundige of verzekeringsarts van het UWV. Doel van de Werkwijzer is om hulp te bieden bij werkgerelateerde vragen. Het kan gaan om problemen met aan het werk blijven, het vinden van werk of juist afscheid nemen van werk. Met de Werkwijzer is een online tool krijgt men inzicht in het functioneren met daarbij een overzicht van belemmerende en bevorderende factoren. Het bieden van inzicht in het functioneren en in mogelijke belemmerende en bevorderende factoren staat daarbij centraal. Deze Werkwijzer is opgesteld voor Q-koortspatiënten maar is ook bruikbaar voor mensen met Long COVID. Meer informatie is te vinden op c-support.nu. Bron: UWV

Standpunt kan ondanks compromis pleitbaar zijn

De aangifte van een belastingplichtige is gebaseerd op een standpunt, waarvan bekend is dat de inspecteur het er niet mee eens is. In dat geval is geen sprake van kwade trouw als de belastingrechter over deze kwestie geen uitsluitsel heeft gegeven.
Een man geeft in een herziene aangifte IB/PVV over 2018 op dat bij hem sprake is van negatief loon. De inspecteur stelt de voorlopige en definitieve aanslag op conform datgene wat de man had aangegeven in zijn herziene aangifte. Daarnaast geeft hij een verliesvaststellingsbeschikking af voor een ondernemingsverlies van € 3.303. Maar de man krijgt toch een navorderingsaanslag opgelegd. De Belastingdienst geeft bovendien een herziene verliesvaststellingsbeschikking af voor een ondernemingsverlies van nihil. De man stelt beroep in tegen de navorderingsaanslag. Volgens hem beschikt de fiscus niet over een nieuw feit. De inspecteur verweert zich met de stelling dat de man te kwader trouw is. Dat blijkt uit de correspondentie tussen de man en de fiscus, aldus de inspecteur. De man heeft namelijk in het verleden ook bezwaarprocedures gevolgd over het negatieve loon. Hij weet dus dat de Belastingdienst zijn standpunt niet volgt. Rechtbank Noord-Nederland verwerpt de argumenten van de Belastingdienst. De man heeft in alle openheid een negatief loon opgegeven. Dat verschilt met het opzettelijk verstrekken van onjuiste inlichtingen. Wat de eerdere bezwaarprocedures betreft, die zijn geëindigd met een compromis. De belastingrechter heeft dus nog niet zijn oordeel in dit geschil uitgesproken. De man heeft daardoor niet zeker geweten dat zijn standpunt niet pleitbaar was. Pas in de loop van de beroepsprocedure is hij anders gaan denken over de juistheid van zijn standpunt. Dat leidt echter niet tot kwade trouw. Daarom vernietigt de rechtbank de navorderingsaanslag en de herziene verliesvaststellingsbeschikking. Bron: Rb. Noord-Nederland 24-12-2021 (gepubl. 13-01-2022)

Nieuwe bedrijfsformule, toename verlies: staking

Als een ondernemer een nieuwe bedrijfsformule gaat hanteren maar rond die tijd steeds meer verliezen gaat lijden, kan de Belastingdienst de conclusie trekken dat de onderneming op een gegeven moment is gestaakt.
Een man, die actief is in de tapijt- en vinylsector, koopt in 2012 een pand. Hij richt dit pand in als voorraadopslag, kantoor, showroom en verblijf. In de loop van 2013 werkt hij aan een heel andere bedrijfsopzet. Zo gaat hij zijn onderneming drijven op een nieuwe locatie op een bedrijventerrein. Daarnaast gaat hij meer met zijn website doen. Ondanks de nieuwe bedrijfsopzet dalen de jaaromzetten en -winsten. Hoewel de resultaten in 2010 en 2011 nog positief zijn, lijdt de man vanaf 2012 alleen nog maar verliezen. De Belastingdienst constateert daarom dat de activiteit van de man in 2016 het karakter van bron van inkomen heeft verloren. Fiscaal gezien is daarom op 31 december 2016 sprake van een staking met alle gevolgen van dien. De man gaat in beroep, maar Hof Den Haag kan zich in de redenering van de Belastingdienst vinden. Maar het hof is het niet op alle punten eens met de fiscus. De inspecteur waardeert bijvoorbeeld de voorraad op het moment van staking op € 15.000. Hij stelt dat de omzet ieder jaar de inkoopkosten overstijgt zodat de man winst op de geboekte voorraad maakt. Maar het hof vindt het aannemelijk dat men rekening dient te houden met trendgevoeligheid. Van de ouderdom van de voorraad gaat in deze zaak een waardedrukkend effect uit. Dit blijkt ook uit de omstandigheid dat de man de voorraad in 2019 aan een derde heeft verkocht voor € 3.000. Het hof volgt daarom het standpunt van de man dat de voorraad op het moment van staking een waarde heeft van slechts € 5.000. Bron: Hof Den Haag 22-12-2021 (gepubl. 11-01-2022)

© lArcade 2024