Inloggen

Archief

Bescherming van erfgenamen

Staatsecretaris Teeven kondigde in 2013 al maatregelen aan om erfgenamen beter te beschermen tegen een onverwachte schuld van de erflater. Inmiddels ligt er een wetsvoorstel ter consultatie voor.
Uit het rapport ‘Erven zonder financiële zorgen’ van de Radboud Universiteit Nijmegen en Netwerk Notarissen bleek dat er steeds meer erfenissen met schulden zijn. Doordat erfgenamen vaak niet bekend zijn met beneficiaire aanvaarding, komen de erfgenamen in de financiële problemen. Vaak wordt een erfgenaam onverwacht, zonder dat hem hiervan een verwijt kan worden gemaakt , geconfronteerd met een schuld waardoor de nalatenschap negatief wordt en hij alsnog met zijn privévermogen moet instaan voor hem eerder onbekende schulden van de erflater. In de voorgestelde regeling ‘Wet bescherming erfgenamen tegen onverwachte schulden’ wordt een uitzondering in het erfrecht gemaakt waardoor een erfgenaam zijn privévermogen kan beschermen tegen een onverwachte schuld van de erflater waarvan het niet redelijk is dat hij deze uit eigen zak moet betalen. Een erfgenaam kan worden beschermd als sprake is van een zogenaamde onverwachte schuld en de erfgenaam kan van zijn verplichting om de onverwachte schuld met zijn privévermogen te voldoen, geheel of gedeeltelijk worden ontheven door de kantonrechter. Verleent de kantonrechter de erfgenaam volledige ontheffing, dan hoeft de erfgenaam de onverwachte schuld alleen te voldoen voor zover hij nog over geërfd vermogen beschikt. De regeling wordt ter consultatie voorgelegd om burgers te informeren over het doel en de uitgangspunten van de voorgestelde wetswijziging en om hen de mogelijkheid te bieden hierop te reageren. Daarnaast is de consultatie bedoeld om meer informatie te krijgen uit de praktijk over het soort schulden waarmee erfgenamen onverwacht worden geconfronteerd tijdens of na afwikkeling van de nalatenschap. Er kan tot 6 mei 2014 op de consultatie worden gereageerd. Bron: Min. v. V&J 05-02-2014

Kwaliteitseisen voor curatoren, mentoren en bewindvoerders

Minister Opstelten heeft in een besluit nadere invulling gegeven aan de kwaliteitseisen voor curatoren, bewindvoerders en mentoren, aan het toezicht daarop en de vrijstellingen. Het ontbreken van toezicht op de bedrijfsvoering van met name bewindvoerders is een duidelijk manco gebleken.
In de Wet wijziging curatele, beschermingsbewind en mentorschap worden kwaliteitseisen gesteld aan curatoren, bewindvoerders en mentoren die drie of meer personen onder hun hoede hebben. De wet voorziet tevens in controle op het voldoen aan de kwaliteitseisen door een accountant of, in geval van mentorschap, in een door de kantonrechter benoemde deskundige. Tenslotte bevat de wet vrijstellingen voor bepaalde categorieën curatoren en bewindvoerders. Een en ander wordt met dit besluit nader ingevuld. De kwaliteitseisen zien op de bedrijfsvoering en scholing van de curator, bewindvoerder en mentor en, voor zover van toepassing, op de werving, scholing en begeleiding van en het toezicht op de personen door wie hij zijn taken uitoefent. In het besluit worden eisen gesteld aan de werving (integriteit), opleiding, scholing en begeleiding, de omgang met de betrokkene, de klachtenregeling, de dossiervorming, de bedrijfsvoering en eisen ter voorkoming van belangenverstrengeling. Is de curator, bewindvoerder of mentor een rechtspersoon, dan worden de eisen gesteld aan de rechtspersoon, dan wel aan de natuurlijke persoon of personen die de rechtspersoon vertegenwoordigen. De eisen die al in de wet worden gesteld en hoeven niet nog een keer te worden vastgelegd. Handelingsonbekwamen en zij ten behoeve van wie mentorschap is ingesteld zijn uitgesloten van het curatorschap. Net als personen van wie één of meer goederen onder een bewind staan, in staat van faillissement verkeren en personen op wie de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is. Hetzelfde geldt voor bewindvoerders. Ten aanzien van het conceptbesluit zijn er een aantal wijzigingen. Curatoren, bewindvoerders en mentoren die drie of meer personen onder hun hoede hebben, moeten aan de kwaliteitseisen voldoen. Dit waren eerst tien personen. Daarnaast hoeft de accountant niet langer een verklaring af te geven over het voldoen aan alle eisen, maar uitsluitend verslag te doen over de eisen inzake de bedrijfsvoering en een verklaring over de balans en de staten van baten en lasten. Ook worden er in het besluit eisen gesteld aan de personen via wie de curator, bewindvoerder en mentor zijn taken uitoefent. De curator, bewindvoerder, mentor moet ervoor zorg dragen dat de personen via wie hij zijn taken uitoefent, geen belangenconflict hebben bijvoorbeeld omdat zij werknemer zijn van de instelling waar de betrokkene wordt verzorgd. Dit betekent dat een beheerstichting ofwel de werknemers van de zorginstelling rechtstreeks in dienst moeten nemen, ofwel op andere wijze moeten voorzien in de uitoefening van de taken van de bewindvoerder. Voor die overgang hebben de stichtingen twee jaar de tijd vanaf de datum van inwerkingtreding van het besluit. Bron: Min. v. V&J, 29-01-2014

Cao-lonen in 2014 met 1,5% omhoog

In 2014 zullen de cao-lonen met ongeveer 1,5% omhoog gaan. Werkgeversvereniging AWVN spreekt deze verwachting in haar maandelijkse bericht over de cao-onderhandelingen.
Op dit ogenblik zijn voor het jaar 2014 al cao-afspraken gemaakt voor ruim een miljoen werknemers. Deze cao’s kennen een gemiddelde loonstijging van 1,2% op jaarbasis. Gegeven de iets oplopende trend in het cao-overleg komt AWVN uit op een voorspelling van 1,5% voor het gehele jaar. Dit jaar moeten circa 425 cao’s worden vernieuwd voor bijna 3 miljoen werknemers. Een loongolf verwacht AWVN niet. Net als vorig jaar zullen de onderhandelingen overschaduwd worden door onzekerheid over de economie. In januari kwamen vakbonden en werkgevers zeven akkoorden overeen met een gemiddelde loonstijging van 1,7%. Dat is iets meer dan het gemiddelde van 2013 (1,4%) In de toelichting op de maandelijkse cao-cijfers waarschuwt de werkgeversvereniging voor de onrealistische looneis van 3% van de FNV. Volgens AWVN kan het niet zo zijn dat de rekening van de recessie en het door de overheid veroorzaakte koopkrachtverlies eenzijdig bij werkgevers wordt neergelegd. Ook als de economie zoals verwacht voorzichtig aantrekt zullen de naweeën van de recessie bij veel werkgevers nog duidelijk voelbaar zijn. De confrontatiekoers van de bonden is volgens AWVN contraproductief. Bron: AWVN, 4-02-2014

© lArcade 2024