Inloggen

Archief

Quotumwet naar Kamer: heffing bij te weinig arbeidsgehandicapten

Bij de Tweede Kamer is het wetsvoorstel quotum arbeidsbeperkten ingediend. Het wetsvoorstel voorziet in een heffing die door werkgevers moet worden betaald indien zij niet voldoen aan de voor hen vastgestelde quotumdoelstellingen voor het in dienst nemen van arbeidsbeperkten.
Tussen kabinet en sociale partners is in het sociaal akkoord afgesproken dat tussen nu en 2026 125.000 arbeidsbeperkten extra in dienst worden genomen: 100.000 in de marktsector en 25.000 in de overheidssector. Om dit te kunnen vaststellen wordt nog dit jaar een nulmeting uitgevoerd, waarbij 1 januari 2013 als ijkpunt is gekozen om de groei van het aantal nieuwe banen te kunnen berekenen. Werkgevers kunnen bij het aanbieden van banen aan deze groep ondersteuning krijgen met voorzieningen als loonkostensubsidie, no-risk polissen, jobcoaches en werkplekaanpassingen. In 2016 controleert het kabinet dan voor het eerst of de afgesproken aantallen extra banen over het jaar 2015 zijn gehaald. Als dat niet zo is, treedt de nu voorgestelde quotumregeling na overleg met de sociale partners en de VNG in werking. Wordt de quotumwet aangenomen dan kunnen werkgevers een heffing krijgen van € 5.000 per niet ingevulde arbeidsplaats. Het quotum zal niet voor kleinere bedrijven met minder dan 25 werknemers gelden. In het wetsvoorstel is ook opgenomen dat werknemers met een beperking die werken via een zogeheten ‘inleenconstructie’ meetellen voor de extra banen. De quotumheffing wordt op zijn vroegst per 1 januari 2017 geactiveerd. Bron: Min SZW 1-07-2014

Onderzoek Inspectie SZW naar handhaving cao

De Inspectie SZW heeft onlangs een eerste onderzoek afgerond naar de wijze waarop een transportondernemer de cao Beroepsgoederenvervoer toepast. Het onderzoek is verricht op verzoek van FNV bondgenoten . Het is de eerste keer dat de Inspectie SZW zo’n onderzoek verricht.
FNV Bondgenoten vermoedde dat de bewuste transportondernemer bepaalde artikelen die afgesloten zijn in de algemeen verbindend verklaarde cao Beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen (2013) niet naleeft. Volgens artikel 10 van de wet AVV (algemeen bindend verklaren van cao) biedt dan de mogelijkheid aan verenigingen van werkgevers of van werknemers om de minister van SZW te vragen hiernaar een onderzoek te doen. De Inspectie heeft in haar onderzoek onder meer gekeken naar de bedrijfsstructuur van deze onderneming, afspraken die zij gemaakt heeft met onder meer buitenlandse vestigingen van deze onderneming en afspraken met opdrachtgevers. De bevindingen van het onderzoek zijn in een rapport aan FNV bondgenoten overhandigd. Het is nu aan FNV bondgenoten welke vervolgstappen zij zetten. Een overtreding van de cao kan dan door FNV bondgenoten voorgelegd worden aan de rechter die hierover een uitspraak zal doen. Binnen de Inspectie SZW is in het kader van het sociaal akkoord, dat dit kabinet heeft afgesloten, een speciaal team opgericht dat zich onder meer bezighoudt met de aanpak van schijnconstructies, schijnzelfstandigheid en cao-handhaving. Er lopen nu meerdere onderzoeken waarbij op verzoek van de vakbonden gekeken wordt naar de toepassing van cao’s. Bron: Min SZW 1-07-2014

Hoge Raad verschaft duidelijkheid over fout inspecteur

De inspecteur kan een aanslag, die als gevolg van een fout bij de fiscus te laag is vastgesteld, corrigeren met een naheffingsaanslag. Maar dan moet de fout voor de belastingplichtige wel kenbaar zijn. De Hoge Raad oordeelde onlangs in twee zaken waar de belastingplichtigen konden weten dat de aanslag te laag was vastgesteld, dat de navorderingsaanslag terecht was opgelegd.
De inspecteur mag op basis van de wet een navorderingsaanslag opleggen als een aanslag op een te laag bedrag is vastgesteld of als een aanslag ten onrechte achterwege is gelaten en het voor de belastingplichtige kenbaar was dat het hier om een fout ging. Dit is in ieder geval kenbaar als ten minste 30% van de verschuldigde belasting te weinig is geheven. De Hoge Raad heeft nu in twee zaken geoordeeld dat het begrip fout, op basis van de parlementaire behandeling van het wetsartikel, neutraal en ruim is bedoeld en dat daaronder moet worden verstaan elke misslag die bij de Belastingdienst optreedt in verband met de aanslagregeling, zoals schrijf-, reken-, overname- en intoetsfouten maar ook andere fouten zoals fouten ten gevolge van de ‘geautomatiseerde verwerking van aangiften’, als het gevolg daarvan is dat de belastingschuld op een te laag bedrag is vastgesteld. In beide zaken werd een geautomatiseerde aanslag inkomstenbelasting opgelegd terwijl dit niet de bedoeling was in verband met aangekondigde boekenonderzoeken. In het ene geval werd de interne instructie van de inspecteur om geen geautomatiseerde aangifte uit het systeem te laten rollen niet verwerkt. In het andere geval kondigde de inspecteur naar aanleiding van de uitkomsten van een boekenonderzoek aan van de aangiften te zullen afwijken, maar kreeg de belastingplichtige toch een aanslag conform aangifte omdat de inspecteur was vergeten om de afdoening van de aangifte in het geautomatiseerde systeem van de Belastingdienst te blokkeren. In beide gevallen is de Hoge Raad van mening dat de navorderingsaanslagen terecht zijn opgelegd. De Hoge Raad vermeldt nog wel uitdrukkelijk dat de wetgever niet heeft willen breken met de ontwikkelde rechtspraak over beoordelingsfouten van de inspecteur. Die rechtspraak houdt in dat herstel door middel van navordering niet mogelijk is wanneer de fouten een gevolg zijn van een verwijtbaar onjuist inzicht van de inspecteur in de feiten die bepalend zijn voor de (omvang van de) belastingplicht of van een onjuist inzicht van de inspecteur in het recht. Bron: HR 27-06-2014

© lArcade 2024