Inloggen

Archief

Relatief veel werknemers missen nieuwe kennis of vaardigheden

Zo’n 23 % van de werknemers zegt dat zij nieuwe kennis of vaardigheden missen, zoals bijvoorbeeld technologische en organisatorische kennis en vaardigheden, die belangrijk zijn om het werk goed te kunnen doen. Werknemers die dit aangeven zijn vaker ziek en hebben veel vaker burn-outklachten. Dit blijkt uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden.
Wanneer de ontwikkeling van kennis en vaardigheden van werknemers geen gelijke tred houden met organisatorische en technologische veranderingen, is sprake van kwalificatieveroudering. Kwalificatieveroudering komt relatief veel voor in de bedrijfstak informatie en communicatie: ruim 27% zegt belangrijke nieuwe kennis en vaardigheden te missen. Dit hangt vooral samen met de snelheid van de technologische ontwikkelingen. Een relatief groot deel van de ict’ers en databank- en netwerkspecialisten geeft aan dat het werk zodanig is veranderd dat zij nieuwe kennis en vaardigheden nodig hebben voor hun werk. Ook in de bouw missen relatief veel werknemers naar eigen zeggen belangrijke nieuwe kennis en vaardigheden. Het gaat dan bijvoorbeeld om elektriciens en loodgieters. Mensen die werken in de reparatie van auto’s, reclame en marktonderzoek, industrieel ontwerp en vormgeving zeggen ook relatief vaak dat het hen aan nieuwe kennis en vaardigheden ontbreekt. In het vervoer en opslag, de horeca en de landbouw en visserij zijn daarentegen betrekkelijk weinig werknemers die nieuwe kennis of vaardigheden missen. Kwalificatieveroudering doet zich iets meer voor onder hoog- dan onder laagopgeleiden. Naar leeftijd zijn de verschillen groter. Het zijn de allerjongste en de alleroudste werknemers die het minst aangeven dat ze nieuwe kennis of vaardigheden missen. Bij jongeren speelt mee dat een groot deel een bijbaan of startbaan heeft onder hun opleidingsniveau. Werknemers van 65 jaar en ouder zijn relatief vaak laagopgeleid en werkzaam in flexibele dienstverbanden met een geringe arbeidsduur in de transport en logistiek, bijvoorbeeld als taxichauffeur, koerier of dagbladenbezorger. Werknemers die aangeven dat zij nieuwe kennis en vaardigheden missen, verzuimen meer. Hun verzuimpercentage ligt met 4,7% aanzienlijk hoger dan van werknemers die over voldoende kennis en vaardigheden (3,4%) zeggen te beschikken. Werknemers met verouderde kwalificaties hebben relatief vaak burn-outklachten en zijn bovendien minder tevreden over hun werk: ruim 12% is zelfs (zeer) ontevreden met het werk. De Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2041 is voor de tiende keer uitgevoerd door het CBS en TNO in samenwerking met het ministerie van Sociale Zaken. Bron: CBS, 19-05-2015

Hypotheekrenteaftrek voor buitenlands belastingplichtige

Een buitenlands belastingplichtige komt in aanmerking voor aftrek van hypotheekrente als de woning in Nederland hem duurzaam als hoofdverblijf ter beschikking staat en als zijn inkomen in Nederland wordt belast.
Een Brits belastingplichtige werkt sinds 2001 in Nederland. Op 24 december 2001 heeft hij samen met zijn vrouw in Nederland een woning gekocht en een hypotheek afgesloten. Jaarlijks verblijft de Brit negen tot tien maanden in de woning in Nederland en twee tot drie maanden bij zijn gezin in Engeland. De man heeft diverse verzekeringen en een stempas in het Engeland. Een deel van het sociale leven van de man speelt zich in Nederland af, waar hij werkt en sport. De man heeft in zijn aangifte rekening gehouden met negatieve inkomsten uit eigen woning. Vaststaat dat de man als buitenlands belastingplichtige is. Gelet op de feiten en omstandigheden heeft de man geen duurzame persoonlijke relatie met Nederland. De Brit heeft volgens het hof echter aannemelijk gemaakt dat de Nederlandse woning als eigen woning is aan te merken. De woning stond belanghebbende duurzaam ter beschikking en hij verblijft er negen tot tien maanden per jaar. Daar de man slechts gedeeltelijk eigenaar is van de woning en hij en zijn vrouw geen partner zijn in de zin van de wet, worden de negatieve inkomsten uit eigen woning in aanmerking genomen naar de mate van gerechtigdheid. Dat betekent dat 50% van de negatieve inkomsten uit eigen woning in de aangifte kunnen worden opgevoerd. Bron: Hof Den Haag, 28-04-2015

Fout geparkeerd maar geen naheffingsaanslag parkeerbelasting

Als men buiten de aangegeven parkeervakken parkeert, op een plek waar het volgens wettelijk voorschrift verboden is te parkeren, kan er geen aanslag parkeerbelasting worden opgelegd. In dat geval is er niet geparkeerd in de zin van de verordening parkeerbelasting.
Een automobilist heeft zijn auto op het trottoir geparkeerd. Een parkeercontroleur constateert dat geen parkeerbelasting is betaald en legt een naheffingsaanslag parkeerbelasting op. De automobilist is het hier niet mee eens en gaat uiteindelijk in beroep bij het hof. In de buurt van de straat waar de automobilist heeft geparkeerd bevinden zich 13 duidelijk als zodanig gemarkeerde parkeervakken. Het hof heeft met behulp van Google Streetview een aantal foto’s afgedrukt die de situatie ter plekke weergeven. Vaststaat dat de automobilist buiten die parkeervakken heeft gestaan. Vraag is echter of het belastbare feit waarvoor parkeerbelasting is verschuldigd zich heeft voorgedaan. Volgens de Verordening Parkeerbelasting is alleen sprake van parkeren als het parkeren niet verboden is ingevolge een wettelijk voorschrift. Op basis van het reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV) mogen bestuurders van personenauto’s hun voertuig niet op het trottoir parkeren. Uit de feiten blijkt dat het gebied, buiten de aangegeven parkeervakken, geen parkeerterrein maar een trottoir is. Nu sprake is van parkeren op een trottoir, heeft automobilist geparkeerd op een plek waar dat ingevolge een wettelijk voorschrift verboden is. Er is geen sprake van parkeren in de zin van de verordening. Het belastbare feit heeft zich niet voorgedaan.

Eerste Kamer neemt Wet pensioencommunicatie aan

Met ingang van 1 juli 2015 moeten pensioenverzekeraars en pensioenfondsen informatie verstrekken die aansluit bij de wensen van de deelnemer.
De Eerste Kamer heeft op 19 mei 2015 unaniem ingestemd met het wetsvoorstel om de pensioencommunicatie van fondsen en verzekeraars te verbeteren. De wet beoogt mensen een persoonlijk en transparant totaaloverzicht van hun pensioen te bieden. Voor deelnemers moet duidelijk worden welke keuzes er zijn en wat de gevolgen zijn van belangrijke levensgebeurtenissen zoals bijvoorbeeld werkloosheid of overlijden voor het pensioen. Ook moeten de fondsen en verzekeraars meer gaan communiceren over onzekerheden. Verder gaan de pensioenuitvoerders meer mogelijkheden bieden om digitaal aanvullende informatie te verstrekken. Bron: Min SZW 19-05-2015

Wet BGL wordt Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties

Staatssecretaris Wiebes heeft een nota van wijziging bij de Wet invoering BGL naar de Tweede Kamer gestuurd waarin het alternatief voor de BGL, zoals eerder toegelicht in een brief aan de Tweede Kamer, wordt uitgewerkt. De wet wordt omgedoopt in de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties.
Zoals al bekend is geworden houdt het alternatief in dat belangenorganisaties van opdrachtgevers en van opdrachtnemers, en ook individuele opdrachtgevers en opdrachtnemers, overeenkomsten kunnen voorleggen aan de Belastingdienst, zodat die een oordeel kan geven over die overeenkomst. Partijen kunnen hieraan zekerheid ontlenen voor de loonheffingen. De Belastingdienst zal beoordeelde overeenkomsten (voor zover mogelijk) openbaar maken, zodat deze door andere opdrachtgevers en opdrachtnemers kunnen worden gebruikt. In de aanbiedingsbrief bij de nota van wijziging geeft de staatssecretaris nadrukkelijk aan dat de overeenkomsten die aan de Belastingdienst worden voorgelegd overeenkomsten kunnen zijn waar nu al mee wordt gewerkt of dat het overeenkomsten kunnen zijn waarin is vastgelegd hoe opdrachtgevers of opdrachtnemers willen gaan werken. Omdat de overeenkomsten worden opgesteld door degenen die ermee werken of moeten gaan werken, is gewaarborgd dat er (voorbeeld)overeenkomsten komen die in de praktijk werkbaar zijn. Het is niet de bedoeling dat er een beperkt aantal door de Belastingdienst voorgeschreven voorbeeldovereenkomsten komt. Wel zullen de Wet op de loonbelasting 1964, het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 en het Besluit aanwijzing gevallen waarin arbeidsverhouding als dienstbetrekking wordt beschouwd worden aangepast. Voor het invoeren van het alternatief voor de BGL is een aanpassing van het toepassingsbereik van twee fictieve dienstbetrekkingen, gelijkgestelden en thuiswerkers, noodzakelijk. Ook de artiestenregeling zal worden aangepast. Bron: TK 2014-2015, 34036, nr. 10 (aanbiedingsbrief); MvF 18-05-2015, Nota van Wijziging

© lArcade 2024