Inloggen

Archief

Schadevergoeding voor niet verleende VAR-wuo

Een verzorgende die voor het verlenen van AWBZ-zorg en het verlenen van zorg aan PGB-houders één VAR-loon kreeg, heeft met succes de afgifte van die VAR voor zorg aan PGB-houders bestreden. De rechter stelde haar voor die werkzaamheden in het gelijk en keerde zelfs een schadevergoeding uit voor gederfde inkomsten.
Een gediplomeerd verzorgende IG ontving in de jaren 2012 en 2013 van de Belastingdienst een VAR-wuo voor de door haar als onderneemster uit te voeren werkzaamheden. Die werkzaamheden bestaan uit het verlenen van AWBZ-zorg in natura en het, na bemiddeling, verlenen van zorg aan PGB-houders. De verzorgende heeft voor 2014 wederom een VAR-wuo aangevraagd voor diezelfde werkzaamheden. De inspecteur heeft echter een VAR-loon afgegeven. Uit de correspondentie van de verpleegkundige met de opdrachtgevers, waaronder de zorginstelling, blijkt echter dat zij geen opdrachten krijgt als zij niet over een VAR-wuo beschikt. De verpleegkundige gaat in bezwaar en beroep. De zaak wordt voorgelegd aan Rechtbank Den Haag. De rechtbank onderzoek allereerst of er sprake is van ondernemerschap. Op basis van de aangeleverde stukken komt de rechtbank tot de conclusie dat voor de AWBZ-werkzaamheden hier geen sprake van is. Voor de PGB-werkzaamheden zou de verzorgende echter wel in aanmerking komen voor een VAR-wuo. De verpleegkundige deed ook een beroep op een schadevergoeding. Hierover oordeelt de rechter dat doordat de inspecteur voor de PGB-werkzaamheden wel een VAR-wuo had kunnen afgeven, er sprake is van een onrechtmatige daad van de inspecteur. Daar het bemiddelingsbureau voor zorgverlening aan PGB-houders aan de verzorgende heeft laten weten dat zij geen opdrachten krijgt als zij niet over een VAR-wuo beschikt, heeft de verzorgende schade geleden door die VAR-wuo niet te verlenen. De schadevergoeding wordt gebaseerd op het gemis van de PGB-werkzaamheden en bedraagt € 5.000. Daar voor het verlenen van AWBZ-zorg geen VAR-wuo hoefde te worden afgegeven, kunnen de daarvoor gemiste inkomsten niet worden vergoed. Bron: Rb. Den Haag 29-05-2015

Half miljard werkkostenbudget onbenut

Uit een onderzoek onder bedrijven met tien of meer medewerkers blijkt dat werkgevers in Nederland tezamen bijna een half miljard euro van het werkkostenbudget onbenut laten.
Als belangrijkste redenen waarom bedrijven denken dit jaar hun werkkostenbudget (1,2% van de loonsom) niet volledig te benutten worden genoemd de angst om het budget te overschrijden (44%), het bedrijf heeft simpelweg weinig vergoedingen en verstrekkingen (35%) en nog te veel onduidelijkheden in de regeling (11%). 22% van beschikbare werkkostenbudget besteden de bedrijven aan bedrijfsuitjes en 18% aan kerstpakketen. Bij de overgang naar de werkkostenregeling heeft een kwart van de respondenten in het onderzoek problemen ondervonden. Dit betroffen vooral administratief-technische problemen (71%), de vrije ruimte die voor de onderneming te beperkt is (56%) en fiscaaltechnische problemen (55%). Uit het onderzoek komt naar voren dat weinig bedrijven het gevoel hebben dat door de werkkostenregeling de administratie er eenvoudiger op is geworden. Gevraagd naar een cijfer (van 1 tot en met 10) om aan te geven hoe eenvoudiger men de administratie vindt geworden levert een gemiddelde op van 4,86. Het onderzoek, Nationaal Werkkostenregeling Onderzoek, is uitgevoerd door onderzoeksbureau Effectmeting in opdracht van FiscFree. Voor het onderzoek is een enquête gehouden onder bedrijven met tien of meer medewerkers. In totaal zijn er in Nederland circa 60.000 bedrijven met tien of meer medewerkers. Aan het onderzoek deden ruim 700 bedrijven deel (foutmarge 95%). Bron: Nationaal Werkkostenregeling Onderzoek 2015, september 2015

Arbeidsparticipatieakkoord bonden en werkgevers

Vakbonden FNV en CNV en werkgeversvereniging AWVN gaan via het cao-overleg het scheppen van garantiebanen voor mensen met een beperking ondersteunen. Dat is de strekking van een akkoord dat de drie partijen op 5 oktober in Amsterdam ondertekenden.
Volgens CNV, FNV en AWVN is het scheppen van banen voor Wajongers en aanverwante doelgroepen prioriteit in het cao-overleg van de komende jaren. Ze willen onder meer afspraken maken over extra loonschalen tussen de 100% en 120% van het minimumloon om het voor ondernemingen aantrekkelijk te maken mensen uit de doelgroep aan te nemen. Het doelgroepenakkoord voor het cao-overleg is een concrete uitwerking van het sociaal akkoord van april 2013. Daarin spraken vakbonden, werkgevers en overheid af dat in 2026 125.000 banen zijn gerealiseerd voor personen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Naast arbeidsgehandicapten gaat het daarbij ook om mensen die om uiteenlopende redenen niet zelfstandig het minimumloon kunnen verdienen. Het op 5 oktober gesloten arbeidsparticipatieakkoord sluit aan op de op 1 januari 2015 in werking getreden Participatiewet. Deze wet beoogt de werkloosheid onder laagopgeleiden en arbeidsbeperkten te verminderen en vervangt onder meer de oude Bijstandswet. Bron: AWVN 6-10-2015

Aanpassing loondoorbetaling voor kleine werkgevers

Het kabinet wil de regels voor loondoorbetaling bij ziekte voor kleine werkgevers aanpassen. Het kabinet werkt aan de mogelijkheid om de kosten van het tweede ziektejaar collectief te verzekeren. Dit schrijft minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in een brief aan de Tweede Kamer.
Nu moeten werkgevers hun werknemers bij langdurige ziekte verplicht twee jaar doorbetalen. Voor kleine bedrijven vormt dat een drempel om personeel aan te nemen. Asscher wil het mogelijk maken dat kleine werkgevers, met maximaal tien werknemers, ervoor kunnen kiezen zich bij uitkeringsinstantie UWV te verzekeren tegen de kosten. Het UWV betaalt dan het tweede jaar loon. Die kosten worden gefinancierd door premies van werkgevers. Daarnaast stelt Asscher € 20 miljoen euro beschikbaar. Minister Asscher verwacht dat circa 80% van de kleine werkgevers van de collectieve regeling gebruik zal maken. Bron: Min SZW 2-10-2015

Matige voldoende voor Belastingdienst

Sinds 1994 geeft de Fiscale Monitor een beeld van verschillende facetten van de Belastingdienst. Het gaat dan om zaken als het functioneren en het imago, dienstverlening en informatie, aangifteproces, belastingmoraal en compliance. Het resultaat wordt uitgedrukt in een rapportcijfer.
Het functioneren van de Belastingdienst wordt voor het jaar 2015, net als vorig jaar, met een gemiddelde van 6,4 gewaardeerd. Ook de verschillende doelgroepen hebben hun oordeel in vergelijking met vorig jaar nauwelijks veranderd. Intermediairs Toeslagen geven een magere 5,9; de hoogste waardering is er onder de Douaneklanten: 7,0. Bij de fiscale dienstverleners scoort de Belastingdienst een 6,5 (in 2014: 6,4). De fiscaal dienstverleners zijn vooral kritisch over de hoogte van de opgelegde boetes. Volgens 65% is de verhouding boete/fout scheef. Het aangifteproces wordt daarentegen door hen als goed beoordeeld. Over de dienstverlening door de BelastingTelefoon zijn zij (maar ook ondernemers) tevreden (voorheen neutraal). Het overgrote deel van de fiscaal dienstverleners is neutraal tot (zeer) tevreden over alle aspecten van de medewerkers helpdesk Intermediairs. Vooral over de snelheid is men tevreden. Het inlevingsvermogen van de medewerkers en de kwaliteit van het antwoord scoren relatief wat minder goed. Het rapportcijfer dat ondernemers geven aan het functioneren van de Belastingdienst is licht gestegen van 6,7 naar 6,8. Zij waarderen het aangifteproces over het algemeen als goed, vooral bij de omzetbelasting. Het proces rond de loonheffing heeft de minst positieve waardering en lijkt te dalen ten opzichte van 2014. Bron: Fiscale monitor 2015

© lArcade 2024