Inloggen

Archief

Aanpassing transitievergoeding na twee jaar ziekte?

Minister Asscher overweegt een aanpassing van de transitievergoeding indien een werknemer wegens arbeidsongeschiktheid wordt ontslagen na 104 weken ziekte. Het zou dan moeten gaan om een werkgever die zich aantoonbaar goed heeft ingespannen voor re-integratie.
In een vraaggesprek met Nu.nl zegt Asscher dat het als onbillijk wordt ervaren als een werkgever na twee jaar loondoorbetaling ook nog een transitievergoeding moet betalen aan een zieke werknemers. Hij wil daarom in gesprek met de sociale partners over dit onderwerp. De bewindsman zegt graag bereid te zijn werkgevers te belonen die hun best hebben gedaan bij de re-integratie van werknemers. 'Als een werkgever zich aantoonbaar goed heeft ingespannen om iemand toch weer aan het werk te krijgen, zou die de transitievergoeding niet hoeven te betalen. Of in ieder geval een veel lager bedrag.' Bron: Loonzaken.nl 10-03-2016

Vloeiende start cao-seizoen

Werkgeversvereniging AWVN spreekt in haar maandelijkse cao-rapportage van een vloeiend verlopend cao-seizoen. Dit jaar lopen er 411 cao’s af voor 1,9 miljoen werknemers. Inmiddels zijn er voor 74 cao’s (0,6 miljoen werknemers) een nieuw akkoord bereikt, 12% meer dan gemiddeld in voorgaande jaren.
In totaal werden in februari van dit jaar dertien nieuwe akkoorden gesloten. Alle februari-cao’s bij elkaar kennen een gemiddelde loonafspraak van 1,5%. Dit is in lijn met de loonontwikkeling van vorig jaar. De grootste in februari afgesloten cao – Metalektro – kende echter een sterkere loonstijging (1,91%). Ook in de publieke sector was er sprake van een hogere loonstijging. De ontwikkeling in de marktsector kwam gemiddeld uit op 1,3%, terwijl bij de overheid en gesubsidieerde sectoren de loonontwikkeling 2,9% bedroeg. In januari ging het om resp. 1,5% en 2,5%. Voorbeelden van de loonontwikkeling bij de overheid en gesubsidieerde sectoren zijn de recente cao’s voor het hoger beroepsonderwijs en de provincies, met loonafspraken van respectievelijk 3,65% en 2,2%. AWVN wijst er op dat er sprake is van een ‘inhaalslag’. Veel van de betreffende cao’s lieten de afgelopen jaren geen of lage loonafspraken zien. Bron: AWVN 9-03-2016

Digitalisering rechtspraak stapje verder

De Tweede Kamer heeft op 8 maart ingestemd met de Invoeringsrijkswet vereenvoudiging en digitalisering procesrecht en uitbreiding prejudiciële vragen. Deze wet is het sluitstuk op een reeks wetten om digitaal procederen wettelijk mogelijk te maken. Het wetsvoorstel ligt nu bij de Eerste Kamer, die naar verwachting voor de zomer het wetsvoorstel zal behandelen.
De gisteren aangenomen wet was de laatste van vier wetten, die het mogelijk maken rechtszaken in civiel recht en in bestuursrecht in eerste aanleg, in hoger beroep en cassatie digitaal af te handelen. Het wetsvoorstel is onderdeel van het programma Kwaliteit en Innovatie (KEI) Rechtspraak dat het ministerie van Veiligheid en Justitie samen met de Raad voor de Rechtspraak heeft opgezet. De volgende wetsvoorstellen zijn onderdeel van dit programma: Wetsvoorstel vereenvoudiging en digitalisering gerechtelijke procedure in het burgerlijk recht en het bestuursrecht (KEI-I) Wetsvoorstel digitalisering hoger beroep en cassatie (KEI-II) Invoeringswet vereenvoudiging en digitalisering procesrecht (KEI-III) Invoeringsrijkswet vereenvoudiging en digitalisering procesrecht en uitbreiding prejudiciële vragen Het totale pakket wetgeving ligt nu bij de Eerste Kamer. Een half jaar nadat de Eerste Kamer heeft ingestemd met de wetgeving, wordt het voor professionals (advocaten, curatoren en deurwaarders) verplicht digitaal stukken in te dienen. Particulieren kunnen nog op papier blijven procederen als zij dat willen. De mondelinge behandeling van rechtszaken blijft bestaan. Bron: Rechtspraak.nl, 9-03-2016

Reparatie Dagloonbesluit werknemersverzekeringen

Minister Asscher heeft op 7 maart een concept voor de wijziging van het Dagloonbesluit werknemersverzekeringen naar de Tweede Kamer gestuurd. Het wijzigingsbesluit past de regeling aan met het ook op starters, stakingsdagen en werknemers die na 104 weken ziekte in de WW komen.
Door een wijziging van het Dagloonbesluit per 1 juli 2015 wordt het dagloon voor de werknemersverzekering berekend aan de hand van het sv-loon gedurende de referteperiode van twaalf maanden te delen door 261 (het gemiddeld aantal uitkeringsdagen in een jaar). Wanneer iemand korter dan twaalf maanden heeft gewerkt, wordt het dagloon voor de WW dus lager dan het gemiddelde dagloon dat men zou krijgen als men alleen de daadwerkelijk gewerkte periode als uitgangspunt zou nemen. Ook wanneer een werknemer ziek is geweest in het jaar voordat hij werkloos werd, kan zijn WW-uitkering lager zijn. Omdat deze nieuwe berekening (voor 1 juli 2015 werd uitgegaan van het werkelijk aantal gewerkte dagen) nadelig uitvalt voor onder meer starters, flexwerkers en werknemers die na ziekte in de WW komen, is er aangedrongen op een aanpassing van het Dagloonbesluit. In het concept dat nu naar de Kamer is gestuurd wordt het Dagloonbesluit zodanig gewijzigd dat kalendermaanden in de referteperiode waarin geen loon is genoten buiten beschouwing worden gelaten bij de berekening van het dagloon. Deze wijziging leidt ertoe dat wanneer een werknemer in een of meer kalendermaanden in de referteperiode geen loon heeft genoten, het totale loon in een jaar niet door 261 dagloondagen wordt gedeeld, maar door minder dagen. Door deze wijziging zullen starters, flexwerkers en herintreders bij de berekening op een hoger dagloon uitkomen. Ook voor vangnetters die 52 weken een ZW-uitkering hebben genoten en voor werknemers die na 104 weken ziekte een beroep doen op de WW wordt het Dagloonbesluit aangepast. In hun geval wordt de referteperiode voor de bepaling van het dagloon verlegd naar het jaar voorafgaande aan het aangiftetijdvak waarin de betrokken werknemer de bedongen arbeid niet kon verrichten vanwege ziekte. Dit zal in de praktijk ook vaak leiden tot een hoger dagloon. Ook wordt in het nieuwe Dagloonbesluit rekening gehouden met dagen waarop geen loon is ontvangen vanwege staking. Voor dit laatste is wel vereist dat stakingsdagen door de Belastingdienst worden opgenomen in de loonaangifte en de polisadministratie. Het gewijzigde Dagloonbesluit zal niet eerder dan per 1 januari 2017 worden ingevoerd. De minister komt met een eenmalige tegemoetkoming voor WW-gerechtigden die in de periode van 1 juli 2015 tot de inwerkingtreding van het gewijzigde Dagloonbesluit te maken hebben gehad met een lager dagloon. Bron: Min SZW 7-03-2016

Btw op factuur voor niet-belastbare handeling: afdragen

Een ondernemer die een factuur verstuurt met daarop verschuldigde btw dient, zelfs wanneer een belastbare handeling ontbreekt, deze btw wel af te dragen. Het feit dat niet alle facturen worden betaald, betekent niet dat de op die facturen vermelde btw niet kan worden nageheven.
Volgens de Wet op de omzetbelasting is degene die op een factuur op enigerlei wijze melding maakt van omzetbelasting, die belasting verschuldigd op het tijdstip waarop hij de factuur heeft uitgereikt; hij moet deze belasting voldoen. Een ondernemer heeft in juli 2009 door middel van cessie een vordering gekregen op een bv. De ondernemer heeft op 1 september 2009 met die bv een betalingsregeling getroffen, waarbij een betalingsschema voor deelbetalingen overeen is gekomen. De deelbetalingen worden volgens de overeenkomst vermeerderd met 19% btw. De ondernemer heeft elf keer een geschrift aan de bv uitgereikt met het opschrift factuur en de omschrijving deelbetaling. Ook is btw in rekening gebracht. De bv gaat in april 2012 failliet en heeft drie van de elf in rekening gebrachte betalingen voldaan. De ondernemer heeft de aan btw betaalde bedragen niet in zijn aangifte verwerkt, de bv heeft deze echter wel in aftrek gebracht. De inspecteur heeft daarop aan de ondernemer een naheffingsaanslag btw uitgereikt voor de uitgereikte facturen. De ondernemer geeft aan dat het aflossen van een vordering geen economische activiteit in de zin van de Wet op de Omzetbelasting vormt en ook niet samenhangt met zijn onderneming(sactiviteiten). De facturen zijn door hem dan ook niet in zijn hoedanigheid als ondernemer uitgereikt. Artikel 37 van de Wet op de Omzetbelasting, dat bepaalt dat de ten onrechte op een factuur vermelde btw toch moet worden afgedragen, is volgens hem dan ook niet van toepassing. De Hoge Raad is echter een andere mening toegedaan. Op grond van dit artikel is de opsteller van een factuur de daarop vermelde btw verschuldigd, zelfs wanneer een belastbare handeling ontbreekt. Daarbij moet onder ‘factuur’ worden verstaan elk bescheid waarin van een ander betaling wordt gevorderd. Het feit dat een aantal uitgereikte facturen door de bv niet waren betaald, vormt geen aanleiding om de naheffingsaanslag te verminderen. Hoewel de Belastingdienst op grond van het neutraliteitsbeginsel niet méér omzetbelasting mag ontvangen dan aan de opsteller van de factuur daarop is betaald, gaat dat in dit geval niet op. Het beginsel ziet op gevallen waarin een belaste levering of een belaste dienst is overeengekomen. De op de geschriften vermelde bedragen vormen echter niet de tegenprestatie voor een door de ondernemer verrichte levering van een goed of dienst. Bron: HR 04-03-2016

© lArcade 2024