Inloggen

Archief

Ontslagverzoeken vaker afgewezen

Sinds de invoering van de Wet werk en zekerheid wijzen kantonrechters meer ontslagverzoeken van werkgevers af. Die voorlopige conclusie heeft kantonrechter Wim Wetzels, voorzitter van de Expertgroep Arbeidsrecht binnen de Rechtspraak, op tafel gelegd tijdens een rondetafelgesprek op 2 maart in de Tweede Kamer. Op 2 maart hield de Tweede Kamer een rondetafelgesprek over de WWZ.
De Raad voor de rechtspraak adviseerde destijds positief over de wetswijziging, maar plaatste ook kritische kanttekeningen. Het vergoedingensysteem dat werd ingevoerd was zo verfijnd, dat de ontslagprocedure daardoor juist ingewikkelder dreigde te worden. Daarnaast werd de rechter gebonden aan een ‘waslijst van criteria’ waar het ging om de gronden waarop ontslag kan worden verleend. Wetzels benadrukt dat de wet nog te kort van kracht is om een duidelijk beeld te geven van de zaken die sindsdien door rechters zijn behandeld. De eerste cijfers worden over een half jaar verwacht. Zijn persoonlijke indruk is echter dat onder meer het nieuwe, gesloten stelsel van ontslaggronden ertoe leidt dat ontbindingsverzoeken vaker worden afgewezen. Daar zijn werkgever en werknemer niet bij gebaat, stelt Wetzels. Onder de oude wet kon de rechter een hogere vergoeding toekennen als de werkgever op een bepaald front tekort was geschoten. Daarmee kon hij onderlinge geschillen rechttrekken, om een billijke oplossing te bereiken. De WWZ biedt wat dat betreft veel minder vrijheid om maatwerk te leveren. Een hogere vergoeding mag alleen bij ‘ernstig verwijtbaar handelen’ van de werkgever. Bron: Rechtspraak.nl 1-03-2016

Grootste stijging uitzenduren in vijf jaar

In het laatste kwartaal van vorig jaar steeg het aantal uitzenduren met 3,6% ten opzichte van het kwartaal ervoor. Dit is de sterkste stijging in vijf jaar. Zowel de uren in de langlopende als in de kortlopende contracten stegen sterker dan in het voorgaande kwartaal.
Het aantal uren in langlopende contracten (detachering, payrolling) steeg in het vierde kwartaal met 4,1%, tegen 3,4% in het derde kwartaal. Bij de kortlopende contracten was de stijging in het vierde kwartaal 2,7%. Dit is de grootste stijging in bijna vijf jaar. De ontwikkeling van de kortlopende uren loopt doorgaans voor op die van de rest van de arbeidsmarkt. Vorig jaar steeg het aantal uitzenduren en de omzet van de uitzendbranche aanzienlijk. Het totaal aantal uren steeg met 9,4% ten opzichte van 2014 en de omzet steeg met 10,2% ten opzichte van het jaar daarvoor. In 2014 bedroeg de stijging 6,6% (uren) en 5,5% (omzet). Begin februari meldde CBS al een sterke stijging van het aantal banen in het vierde kwartaal van 2015. Met een toename van 48.000 betrof dit de sterkste banengroei in ruim vier jaar. Vooral in de uitzendbranche nam de werkgelegenheid sterk toe. Bron: CBS 29-02-2016

Werkloosheidscijfers geven vertekend beeld

Volgens De Nederlandsche Bank (DNB) geven de CBS-cijfers over werkloosheid een vertekend beeld van de werkelijke situatie op de arbeidsmarkt. Er zouden 3,5 zoveel mensen op zoek naar (meer) werk zijn. Het onderbenutte potentieel dempt de loongroei, vermoedt DNB.
In het laatste kwartaal van 2015 telde Nederland 591.000 werklozen, maar tegelijkertijd was er bijna een miljoen werkenden (werknemers én zelfstandigen) die meer uren zouden willen werken, aldus DNB. Meer dan de helft van hen is zelfs direct (binnen twee weken) beschikbaar voor een grotere of extra baan. Daarnaast zijn er 131.000 mensen zonder werk, maar die wel willen werken. Het betreft ontmoedigden, die hun zoektocht naar een baan hebben opgegeven. Daarnaast zijn er nog eens 330.000 mensen die weliswaar niet direct beschikbaar zijn, maar wel graag willen werken, bijvoorbeeld studenten in de afrondende fase van hun studie. Al deze personen tellen niet mee in de werkloosheidsstatistieken, maar een kwart van deze personen solliciteert wel op vacatures. Alles bij elkaar is het onderbenutte arbeidspotentieel – de som van werklozen, personen die meer uren zouden willen werken en niet-actieven die wel willen werken – momenteel 3,5 keer zo groot als het aantal werklozen. Onder de werkenden die meer uren willen werken, bevindt zich ook een groot aantal zzp’ers. Volgens het CBS wil 16% van de één miljoen zzp’ers meer uren werken. Dat is aanzienlijk en relatief groter dan onder werknemers, daar wil 11% meer uren werken. Zzp’ers werken daarentegen gemiddeld 34 uur per week, dat is meer dan een werknemer (30 uur per week). Dit gemiddelde maskeert echter dat bijna de helft (45%) van alle zzp’ers een deeltijdbaan heeft. Van de deeltijd-zzp’ers wil 28% meer uren werken. Door alleen te kijken naar het werkloosheidspercentage om de spanning op de arbeidsmarkt te bepalen, wordt de ruimte op de arbeidsmarkt volgens DNB onderschat. Ondanks het economisch herstel en de dalende werkloosheid blijft de loongroei in Nederland vooralsnog bescheiden. Volgens DNB kan het fors toegenomen onderbenutte arbeidspotentieel daarvoor deels een verklaring zijn. Bron: DNB 25-02-2016

Uniform herstelkader rentederivaten op komst

Een commissie van deskundigen gaat aan de slag om een uniform herstelkader voor de beoordeling van rentederivaten op te stellen. Dit schrijft minister Dijsselbloem in een brief aan de Tweede Kamer.
Banken hebben in het verleden in veel gevallen de wettelijke eisen bij de advisering over derivaten aan niet-professionele partijen onvoldoende nageleefd. Onder meer kwam het voor dat klanten niet zijn geïnformeerd over (de werking van) het product en de voor- en nadelen van het derivaat in een specifieke situatie. Het gevolg was dat veel klanten een niet passend derivaat hebben en daar schade van kunnen ondervinden. De banken zijn in 2014 gestart met het herbeoordelen van rentederivatencontracten. Daarbij zijn echter door toezichthouder AFM onjuistheden en onvolledigheden aangetroffen. Om te voorkomen dat klanten oplossingen mislopen door onjuiste herbeoordelingen volgt minister Dijsselbloem het advies van de AFM om alle dossiers opnieuw te laten toetsen aan een ‘uniform herstelkader’. Dit uniforme herstelkader - voor zowel beoordelingen als oplossingen - zal voorschrijven hoe de herbeoordelingen moeten worden uitgevoerd en welke herstelacties banken in specifieke situaties moeten uitvoeren om opgelopen schade te compenseren en toekomstige schade te voorkomen. Voor het opstellen van dit uniforme herstelkader wordt een commissie van drie onafhankelijke deskundigen ingesteld, bestaande uit de heren Schimmelpenninck en Knüppe (deskundigen op het terrein van collectieve schadeafwikkeling) en Kocken (deskundige op het terrein van rentederivaten). Zij zullen hierbij ook rentederivatencontracten betrekken die reeds op 1 april 2014 waren beëindigd. De verwachting is dat het uniforme herstelkader uiterlijk medio 2016 is overeengekomen. De banken hebben zich gecommitteerd aan dit traject en zullen de kosten hiervan dragen. Een ander advies van de AFM is dat banken externe beoordelaars inzetten voor de juiste toepassing van het herstelkader. Dit moet waarborgen dat de herbeoordeling van rentederivaten onbetwistbaar goed en zorgvuldig wordt uitgevoerd en dat het belang van (mogelijk gedupeerde) MKB-ondernemingen prevaleert. De banken hebben toegezegd dat zij externe beoordelaars zullen gaan inhuren, die over de voortgang zullen rapporteren aan de AFM. De verwachting is dat het gehele traject van het toetsen van dossiers aan het herstelkader en het compenseren van klanten medio 2017 kan worden afgerond. Bron: MvF 1-03-2016, nr. 2016-0000017844

© lArcade 2024