Inloggen

Archief

Vanaf 1 januari 2017 verbod op inhoudingen op minimumloon

Op 1 januari 2017 treedt het verbod op inhoudingen op het minimumloon in werking. Dit verbod is opgenomen in de Wet Aanpak Schijnconstructies (WAS), maar de inwerkingtreding was uitgesteld tot 1 januari 2017. Vorige week is in het Staatsblad het besluit gepubliceerd waarin wordt aangegeven welke inhoudingen nog wel mogelijk zijn en onder welke voorwaarden.
Verrekeningen en inhoudingen op het minimumloon zijn vanaf 1 januari 2017 niet meer toegestaan. Op dit verbod gelden wel uitzonderingen. Inhoudingen op kosten voor huisvesting en zorgverzekering zijn mogelijk, wanneer de werknemer hiervoor een schriftelijke volmacht verleent aan de werkgever. Voor huisvesting geldt hierbij een maximum van 25% van het minimumloon. De huisvesting moet ook voldoen aan bepaalde vastgestelde kwaliteitsnormen. Voor inhouding van zorgverzekeringskosten moet een kopie van de zorgpolis overlegd worden, waarbij een maximum geldt van de geschatte gemiddelde premie. Voor werknemers met een arbeidsbeperking zijn naast de hiervoor vermelde inhoudingen ook inhoudingen mogelijk voor nutsvoorzieningen, rioolheffing en waterschapsbelasting. De werknemer moet hiervoor een schriftelijke volmacht verlenen aan de werkgever. Bij inhoudingen op het minimumloon van arbeidsbeperkte werknemers geldt geen maximum bedrag of percentage. Doordat werkgevers van arbeidsbeperkte werknemers deze kosten kunnen inhouden, wordt bereikt dat de belangrijkste vaste lasten voor hen worden betaald. Daarmee kan worden voorkomen dat zij bijvoorbeeld schulden krijgen en uiteindelijk in de schuldhulpverlening of schuldsanering komen. Bron: Min SZW 8-11-2016

Dien tijdig aanvraag WBSO in

Werkgevers die in januari meteen gebruik willen maken van de WBSO dienen uiterlijk 30 november hun aanvraag in te dienen. Dit kan via de site van de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO).
Met de WBSO kunnen bedrijven de loonkosten en andere kosten en uitgaven voor een R&D-project verlagen. De regeling staat open voor werkgevers en zelfstandigen (zzp’ers): werkgevers dragen dan minder loonheffing af en zelfstandigen krijgen een vaste aftrek. Publieke kennisinstellingen kunnen geen WBSO aanvragen. Het budget voor de WBSO in 2017 bedraagt € 1.205 miljoen. Net als voorgaande jaren gelden er twee schijven met een verschillend voordeelpercentage. Voor startende bedrijven geldt een hoger percentage in de eerste schijf. Voor zelfstandig ondernemers (zzp’ers) die minimaal 500 S&O-uren per jaar maken, is er een vaste aftrek. Startende zelfstandig ondernemers ontvangen daarnaast een extra aftrek. De exacte bedragen worden nog bekend gemaakt. Met ingang van 1 november is het mogelijk om WBSO 2017 aan te vragen. Een aanvraag moet u indienen via mijnrvo.nl. Een aanvraag moet uiterlijk één volledige kalendermaand voor de start van de R&D-werkzaamheden zijn ingediend. Wilt u vanaf 1 januari 2017 de (loon)kosten van een R&D-project verlagen, dan moet de aanvraag dus uiterlijk 30 november zijn ingediend. Zelfstandigen hebben nog de tijd tot en met 1 januari 2017. Bedrijven mogen maximaal drie keer per jaar een aanvraag indienen. Voor zelfstandigen geldt geen maximum. Voor het aanvragen (online of via een te downloaden aanvraagprogramma) heeft u eHerkenning (niveau 2+) nodig. U vraagt een eHerkenningsmiddel via www.eherkenning.nl (let op: dit duurt minimaal drie werkdagen). Bron: RVO.nl 31-10-2016

Herstel arbeidsmarkt in de zorg

Na een periode van minder werkgelegenheid zal het aantal banen in de zorg tot aan 2020 groeien ten opzichte van 2015. Ook verandert het soort werk. Minister Edith Schippers en staatssecretaris Martin van Rijn (beiden VWS) schrijven dit aan de Tweede Kamer.
Tot aan 2020 zal de arbeidsmarkt in de zorg zich herstellen door een toenemende vraag. Ten opzichte van 2015 neemt de vraag toe met 35.000 – 126.000 werknemers. In de afgelopen jaren nam, mede vanwege krimpende budgetten, de werkgelegenheid in de zorg juist af met zo’n 77.000 arbeidsplekken. De arbeidsmarkt in de zorg herstelt zich dus weer. De vraag naar professionals in de zorg neemt niet alleen toe, maar verandert ook. Onder andere omdat de zorg complexer wordt, de samenleving en de voorkeuren van mensen veranderen en de technologie zich verder ontwikkelt. Ook leiden de transities in de langdurige zorg tot een toenemende en veranderende vraag naar personeel op andere plekken in de zorg, zoals in de eerstelijn en de acute zorg. De groei in werkgelegenheid wordt daarom vooral verwacht onder middel en hoger opgeleid personeel. Dat leidt tot twee uitdagingen voor de komende jaren. 1) Hoe bieden we nieuw perspectief aan lager opgeleid personeel? 2) Hoe zorgen we voor voldoende adequaat opgeleid personeel? Om deze uitdagingen het hoofd te bieden is onder andere de afgelopen periode veel geïnvesteerd in om- en bijscholing. Via de regionale sectorplannen zijn ruim 40.000 medewerkers om- en bijgeschoold. In 2017 komen daar nog 20.000 bij. Met de kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuizen is flink geïnvesteerd in strategisch opleiden bij ziekenhuizen. Met FNV, CNV en VNG zijn afspraken gemaakt over de ontwikkeling van nieuwe functies om ouderen thuis beter te ondersteunen. Bijvoorbeeld functies waarin de combinatie wordt gemaakt tussen ondersteuning bij schoonmaken, boodschappen doen, bijhouden van administratie en tegengaan van eenzaamheid. Zowel in de ziekenhuizen, de geestelijke gezondheidszorg, de ouderenzorg, de wijkverpleegkundige zorg, de eerstelijnszorg als het sociaal domein leidt de veranderende zorg tot een arbeidsmarkt- en vernieuwingsopgave. De komende periode zet het kabinet met betrokken partijen in op een vernieuwingsagenda gericht op strategisch arbeidsmarktbeleid in de verschillende domeinen. Bron: Rijksoverheid 4-11-2016

Telefonische intrekken bezwaar van de baan

Naar aanleiding van vragen die het Tweede Kamerlid Omtzigt (CDA) heeft gesteld over het telefonisch intrekken van bezwaren, heeft de staatssecretaris opdracht gegeven de werkinstructie van de Belastingdienst hierover aan te passen. Op grond van de wet en jurisprudentie moet een bezwaarschrift schriftelijk worden ingetrokken of mondeling tijdens een hoorzitting.
Uit een via een WOB-verzoek openbaar gemaakte werkinstructie blijkt dat de Belastingdienst sinds 2011 belastingplichtigen belt na het indienen van een bezwaar. Tijdens dat telefoongesprek kan het bezwaar worden ingetrokken. Volgens de instructie is een vastlegging van het telefoongesprek in de systemen van de Belastingdienst voldoende voor het intrekken van het bezwaar. In deze gevallen hoeft door bezwaarmaker geen brief meer naar de Belastingdienst te worden gestuurd waarbij hij zijn bezwaarschrift intrekt. Ook stuurt de Belastingdienst geen bevestiging meer om de intrekking te bevestigen tenzij de belastingplichtige daarom verzoekt. Dat kan in de vorm van een email. Volgens het Kamerlid Omtzigt is dit contra legem beleid: zowel de wet als de jurisprudentie schrijven voor dat een bezwaarschrift schriftelijk moet worden ingetrokken of mondeling tijdens een hoorzitting. Omtzigt wilde verder nog weten of belastingplichtigen alsnog schriftelijk worden geïnformeerd dat hun bezwaar is ingetrokken en of de staatssecretaris bereid is hen in de gelegenheid te stellen aan te geven dat deze bezwaren niet zijn ingetrokken, zodat er alsnog een uitspraak op het bezwaar komt. Hierop liet de staatssecretaris weten dat tijdens het telefonische contact de intrekking van het bezwaar met de belastingplichtige is besproken. Daarmee werd de belastingplichtige geïnformeerd, hoewel niet conform de wettelijke vereisten. Het is voor de Belastingdienst niet mogelijk om met de desbetreffende belastingplichtigen contact op te nemen. Wanneer in dit soort situaties de belastingplichtige binnen een redelijke termijn na de intrekking heeft aangegeven of aangeeft dat hij toch het bezwaar verder behandeld wil zien, wordt de bezwaarbehandeling hervat en kan er alsnog een uitspraak op het bezwaar komen. Uit cijfers blijkt dat in 2015 in totaal 15.460 bezwaarschriften zijn ingetrokken door te bellen na een ingediend bezwaar. Het gaat daarbij om particulieren IB (10.910), grote ondernemingen (20) en mkb-ondernemingen (4.530). In 22,1% van de gevallen werden de belastingplichtigen bijgestaan door een adviseur. In 2016 tot medio oktober zijn in totaal 12.914 bezwaarschriften (particulieren IB 8.785, grote ondernemingen 16 en mkb-ondernemingen 4.113) ingetrokken na een telefoongesprek en werd 18,8% van deze belastingplichtigen bijgestaan door een adviseur. Bron: TK 2016-2017, aanh. 382

G-rekening: op naar versie 2.0

Met de 18e halfjaarsrapportage is vorige week ook het Eindrapport van de werkgroep Verkenning afschaffing g-rekening en eventuele alternatieven naar de Tweede Kamer gestuurd. Belangrijkste conclusie: doorgaan met de g-rekening, werken aan modernisering, alternatieven die op draagvlak kunnen rekenen zijn er niet.
Vorig jaar met 15e halfjaarsrapportage Belastingdienst maakte de staatssecretaris bekend dat voorlopig wordt doorgegaan met de g-rekening. De plannen voor het depotstelsel waren van de baan en de g-rekening zou worden gemoderniseerd tot g-rekening 1.5. Dit heeft geleid tot een modernisering per 1 januari 2016 van de ondersteuning van de g-rekening bij de banken en Belastingdienst. De g-rekening is SEPA-bestendig gemaakt. De rapportage over de mutaties op de g-rekening is geautomatiseerd en geüniformeerd. Verder is een commissie waarin de verschillende stakeholders zijn vertegenwoordigd (Belastingdienst, banken, uitzendsector, bedrijfsleven, bonden) gaan kijken naar enkele alternatieven. In de vorige week gepubliceerde 18e halfjaarrapportage wordt een tussenstand gegeven. Tevens is het eindrapport gepubliceerd dat de commissie eerder dit jaar naar de staatssecretaris stuurde. Conclusie van de commissie: behoud de g-rekening en de daarbij behorende mogelijkheden voor fiscale vrijwaring. Er is geen maatschappelijk draagvlak voor afschaffing of voor een van de onderzochte alternatieven; moderniseer de g-rekening geleidelijk. Dit vermindert de administratieve lasten van het bedrijfsleven, verbetert de werkprocessen bij de banken en de Belastingdienst en versterkt het toezicht door de Belastingdienst (inning en heffing); werk de voorstellen voor verdere verbetering uit in dialoog met de stakeholders. In de halfjaarrapportage wordt aangegeven dat naar verwachting eind dit jaar de uitkomsten van een gezamenlijke onderzoek van de banken en de Belastingdienst naar doorontwikkeling van de g-rekening bekend zullen zijn. Uit dit onderzoek moet blijken welke winst behaald kan worden met doorontwikkeling en tegen welke investering. Zodra hierover meer bekend is worden de belanghebbenden geconsulteerd. Bron: MvF 4-11-2016

© lArcade 2024