Inloggen

Archief

Termijn vastleggen arbeidscontract eindigt 1 juli

Werkgevers moeten voor 1 juli 2020 arbeidscontracten schriftelijk vastleggen om voor werknemers de lage WW-premie te mogen afdragen. Deze termijn is vanwege de coronacrisis opgeschoven van 1 april naar 1 juli 2020.
In het kader van de WAB is op 1 januari 2020 de premiedifferentiatie WW in werking getreden. Werkgevers kregen in eerste instantie tot 1 april de tijd om, voor werknemers die op 31 december 2019 al in dienst waren, de arbeidscontracten schriftelijk vast te leggen. Vanwege de coronacrisis kwamen daar nog drie maanden bij tot 1 juli 2020. Als op 1 juli 2020 de schriftelijke vastlegging nog niet geregeld is, moet de werkgever voor deze werknemers met terugwerkende kracht tot 1 januari 2020 de hoge WW-premie betalen in plaats van de lage WW-premie. Voor werknemers die op 1 januari 2020 of daarna in dienst zijn genomen, moet het arbeidscontract meteen schriftelijk vastgelegd worden. Bron: Belastingdienst, 08-06-2020

Achteraf opgestelde rittenadministratie voorkomt bijtelling

Een dga ontkomt aan de bijtelling wegens privégebruik door een achteraf opgestelde rittenadministratie plus een Tellerrapport van RDW en een bon van de garage.
Een bv exploiteert een onderneming die onder andere tenten voor feesten en partijen verhuurt. De bv heeft verschillende werknemers in dienst, die de tenten naar de locatie brengen en opbouwen. Na afloop breken zij de tenten af en brengen zij ze terug. De bv bezit verschillende bestelauto’s en een vrachtwagen. Deze auto’s blijven na de werkdag op het terrein van de bv achter. Aan de dga is een Nissan Patrol (hierna: bestelauto) ter beschikking gesteld. De dga heeft over 2011 tot en met 2014 geen rittenregistratie bijgehouden. Er is ook geen verklaring ‘geen privégebruik’ en/of ‘uitsluitend zakelijk gebruik van de bestelauto’. De dga heeft daarnaast een privéauto. Naar aanleiding van een boekenonderzoek legt de inspecteur naheffingsaanslagen loonheffingen op over de betreffende jaren. De dga heeft voor de bv alsnog, achteraf, een rittenregistratie opgesteld, gebaseerd op de verzonden facturen. Daarnaast heeft de bv een door de RDW opgesteld Tellerrapport met de jaarlijkse tellerstanden en een werkplaats bon van een garage met een kilometerstand uit 2014. Volgens het hof moet, als een auto ook voor privédoeleinden ter beschikking wordt gesteld, het voordeel daarvan op kalenderjaarbasis ten minste op 25% van de waarde van de auto worden gesteld. De auto wordt in elk geval geacht ook voor privédoeleinden ter beschikking te zijn gesteld, tenzij blijkt (overtuigend wordt aangetoond) dat de auto op kalenderjaarbasis voor niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden wordt gebruikt; in dat geval is de bijtelling voor privégebruik nihil. Dit laatste kan blijken uit een rittenadministratie of anderszins. De omstandigheid dat de rittenregistratie achteraf is opgemaakt hoeft niet per definitie te betekenen dat de bv niet aan de op hem rustende bewijslast kan voldoen. De inspecteur is van mening dat de achteraf opgestelde rittenregistratie dermate grote hiaten vertoont dat de bv niet heeft voldaan aan het doen blijken dat niet meer dan 500 kilometer per kalenderjaar voor privédoeleinden met de bestelauto is gereden. De bv wijst op de door de werknemers afgelegde verklaringen dat privégebruik van de bestelauto’s is verboden en dat de dga de bestelauto niet privé heeft gebruikt. Bovendien kan door inrichting van de parkeerruimte bij het bedrijf de bestelauto niet worden gebruikt dan na verplaatsing van de andere auto’s. Verder zijn de andere bestelauto’s naar hun aard en inrichting beter geschikt voor privégebruik en de dga heeft zelf een privéauto. De hiaten in de rittenregistratie heeft de bv nader verklaard. Omdat de bv de rittenregistratie nader onderbouwd heeft met het Tellerrappot van de RDW en de werkplaats bon van de garage en overtuigende verklaringen heeft afgelegd is de bv er volgens het hof in geslaagd te doen blijken dat er per kalenderjaar niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden met de bestelauto is gereden. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond. Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 26-5-2020

Vanaf 2e helft juni verlenging bijzonder uitstel aanvragen

Naar verwachting is er vanaf half juni een online formulier beschikbaar om bijzonder uitstel van betaling te verlengen.
Vanaf 16 maart is het mogelijk om bijzonder uitstel van betaling aan te vragen voor verschillende belastingen als men als gevolg van de coronacrisis in betalingsproblemen is gekomen. Vervolgens werd automatisch drie maanden uitstel verleend. Indien het bijzonder uitstel van drie maanden binnenkort afloopt en er is behoefte aan langer uitstel, dan kan een verzoek om verlenging van het bijzonder uitstel van betaling worden gedaan. De Belastingdienst werkt aan een online formulier. De verwachting is dat dit formulier vanaf de 2e helft van juni beschikbaar zal zijn. Voor bijzonder uitstel van betaling voor een bedrag boven de € 20.000 moeten een verklaring van een derde-deskundige en een liquiditeitsprognose aan het verzoek worden toegevoegd. Ook dat is mogelijk met het nieuwe online formulier. Zodra het nieuwe online formulier beschikbaar is, meldt de Belastingdienst dit op hun site, social media accounts en Forum Fiscaal Dienstverleners. De Belastingdienst vraagt daarvóór geen verzoeken voor verlenging van het bijzonder uitstel van betaling te doen. Een eerder verzoek kan alleen schriftelijk en betekent extra werk voor de aanvrager en de Belastingdienst. Bron: Belastingdienst, 04-06-2020

SEPP vanaf 1 juli aan te vragen

Particulieren die op of na 4 juni 2020 een nieuwe elektrische auto leasen of kopen komen in aanmerking voor een subsidie van € 4.000. Voor een gebruikte auto is dat € 2.000. De subsidiebedragen gelden in ieder geval voor 2020 en 2021. De aanvraag kan vanaf 1 juli worden ingediend.
De subsidieregeling voor elektrische personenauto’s particulieren (SEPP) is gepubliceerd in de Staatscourant, en daarmee definitief. Het kabinet wil schoon vervoer stimuleren en op termijn voor iedereen toegankelijk maken. In het klimaatakkoord is afgesproken dat een elektrische auto voor veel meer mensen bereikbaar moet worden. Nu zijn het vooral nog veel zakelijke rijders die kiezen voor elektrisch. Met deze regeling, bedoeld voor particulieren die een middenklasse personenauto rijden, nieuw of gebruikt, wordt schoon, elektrisch rijden steeds aantrekkelijker voor een brede groep. Niet alle elektrische auto’s komen in aanmerking. Een lijst met merken, modellen en typen elektrische auto’s die in aanmerking komen is te vinden op de site van RVO.nl. Er zijn voorwaarden verbonden aan actieradius, de oorspronkelijke catalogusprijs en de minimale bezitsduur. Ook zijn er stevige voorwaarden om misbruik te voorkomen. De regeling loopt tot 2025. Vanaf 4 juni is informatie over de subsidie vinden op de website van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Particulieren kunnen hun aanvraag vanaf 1 juli indienen, voor auto’s die op 4 juni of later zijn aangeschaft of geleased. Er is hard gewerkt om 1 juli te halen. Op 5 maart jongstleden maakte staatssecretaris Van Veldhoven de conceptregeling bekend. Op de conceptregeling zijn 380 reacties binnengekomen van burgers, bedrijven, organisaties en adviesorganen van de overheid. Mensen die een reactie wilden geven is specifiek gevraagd naar hun mening over de hoogte van de subsidie. Die bleken veel mensen logisch te vinden, en deze blijven dus ook zo. Op basis van de reacties is er een tussentijds evaluatiemoment ingepland om te kijken hoe de regeling in de praktijk werkt na het eerste jaar. Bron: Min. I&W, 25-05-2020 (Stcrt. 2020, 28162)

TOFA-regeling in zicht

Minister Koolmees heeft opdracht gegeven aan UWV om de tijdelijke overbruggingsregeling voor flexibele arbeidskrachten (TOFA) in te voeren. Het streven is om het aanvraagloket op 22 juni 2020 gedurende drie weken open te stellen.
Om de doelgroep van de regeling te vergroten wordt het drempelbedrag verlaagd tot € 400 bruto. De hoogte van de tegemoetkoming wordt vastgesteld op € 550 bruto per maand, in plaats van € 600 per maand, over de maanden maart, april en mei. Deze hoogte sluit beter aan bij het drempelbedrag van € 400 en zorgt ervoor dat er niet een te grote groep ontstaat die een hogere tegemoetkoming krijgt dan men voorheen zelf verdiende. In lijn met de aangepaste hoogte zal ook het maximuminkomen over april worden vastgesteld op € 550 bruto. Mensen die in april meer verdienden, komen niet in aanmerking voor de TOFA. De TOFA-tegemoetkoming is een compensatie voor gederfd loon en heeft de vorm van een eenmalige bruto tegemoetkoming. De tegemoetkoming wordt behandeld als loon, wordt ook als zodanig belast en vormt inkomen voor toeslagen. De tegemoetkoming zal bij wet met terugwerkende kracht worden aangemerkt als loon uit vroegere dienstbetrekking en het UWV zal daarbij worden aangewezen als inhoudingsplichtige, zodat het UWV loonheffing kan inhouden. Vanwege de korte implementatietermijn is het voor het UWV niet uitvoerbaar om op basis van een uitvraag bij de aanvrager wel of niet algemene heffingskorting toe te passen. Het UWV zal daarom in beginsel bij alle TOFA-tegemoetkomingen de algemene heffingskorting toepassen. Dit kan ertoe leiden dat gerechtigden bij moeten betalen op de aanslag inkomstenbelasting als blijkt dat de algemene heffingskorting bij twee inhoudingsplichtigen is toegepast. Een en ander zal met terugwerkende kracht bij wet worden geregeld. De regeling zal zo snel mogelijk in de Staatscourant worden gepubliceerd. Pas op 19 juni kan worden aangegeven of de datum van 22 juni voor UWV haalbaar is. Bron: Min. SZW 2-6-2020

© lArcade 2024