Inloggen

Archief

Geen overgang algemeenheid van goederen

Alleen als de overdrager (een gedeelte van) haar onderneming aan de koper overdraagt en die (dat gedeelte van) die onderneming voortzet, is sprake van een overgang van een algemeenheid van goederen volgens de Hoge Raad. Dat is bij een sale-and-lease-back niet het geval.
Een stichting maakt deel uit van een fiscale eenheid voor de omzetbelasting. De stichting heeft als doel het als woningcorporatie exploiteren van woonruimte voor 55-plussers. Vanwege een slechte liquiditeitspositie heeft zij een vrijwel nieuw appartementencomplex overgedragen aan een derde. Na de overdracht huurt de stichting de in het complex gelegen woonruimte met parkeerplaatsen en bedrijfsruimten voor 25 jaar terug van de koper. Die ruimten stelt de stichting vervolgens ter beschikking aan de gebruikers. De stichting en de koper zijn ook overeengekomen dat de koper het complex de eerste vijftien jaar niet mag verkopen aan een derde. Hof Den Haag heeft geoordeeld dat er geen levering voor de omzetbelasting is geweest. De macht om als eigenaar over het appartementencomplex te kunnen beschikken is bij de stichting gebleven. De Hoge Raad casseert dit oordeel van het hof. De stichting heeft het appartementencomplex aan de koper geleverd in de zin van de omzetbelasting. Deze levering heeft binnen twee jaren na de eerste ingebruikname ervan plaatsgevonden. Daarom is deze levering belast met omzetbelasting. Vervolgens doet zich de vraag voor of hier sprake is van de overdracht of overgang van een algemeenheid van goederen. De Hoge Raad beantwoordt die vraag ontkennend. Van een dergelijke overdracht of overgang van het complex kan alleen worden gesproken, indien de stichting (een gedeelte van) haar onderneming aan de koper heeft overgedragen en de koper (dat gedeelte van) die onderneming voortzet. De stichting exploiteert na de civielrechtelijke levering van het appartementencomplex aan de koper de appartementen niet langer in de hoedanigheid van eigenaar/verhuurder maar in die van huurder/onderverhuurder van het appartementencomplex. De stichting is verder na de levering het beheer van het appartementencomplex voor de koper tegen vergoeding gaan verrichten. Dit maakt dat de stichting met de levering van het appartementencomplex aan de koper niet ook haar economische activiteit/onderneming in de vorm van verhuuractiviteiten heeft overgedragen. In dit geval doet zich dus niet de overdracht van (een gedeelte van) een algemeenheid van goederen voor. Bron: HR 29-01-2021

Platformisering op de expeditiemarkt

Digitale expediteurs als Flexport, Shypple en Cogoport veroveren marktaandeel met hun online boekingsplatformen. Dit blijkt uit onderzoek van TNO en Erasmus Universiteit Rotterdam over de impact van platformisering op de expeditiemarkt. Het onderzoek werd gedaan in opdracht van SmartPort en in samenwerking met de ondernemersverenigingen Fenex en evofenedex.
Digitale platformen schudden de expeditiemarkt door elkaar en veroveren marktaandeel. Jaarlijks gaan miljoenen containers de wereld rond. Deze online boekingsplatforms hebben de markt sterk veranderd. Wie nu een lading de wereld over wil sturen, tikt wat gegevens in, checkt de opties en kosten en reserveert een container. Zo regel je in no-time het gewenste transport. Voor het onderzoek hierover hebben TNO en Erasmus Universiteit Rotterdam een enquête uitgezet onder 72 bedrijven, 13 diepte-interviews uitgevoerd en 3 discussiesessies gehouden. Daarin komen een aantal USP’s naar voren, waarvan bestaande expediteurs denken dat zij daarmee nog voldoende onderscheidend zijn. Zoals klantmanagement en klantintimiteit, het managen van uitzonderingen en verstoringen in de logistieke keten, hulp bieden bij het complexe oerwoud van verschillende achterlanddiensten, omgaan met douanecomplexiteit en het bieden van aanvullende dienstverlening. De digitale expediteurs weerleggen deze USP’s juist en geven aan met geavanceerde data-analyse en data-integratie met andere platformen de achterstand die zij nu nog hebben ten opzichte van de bestaande expediteurs juist om te kunnen buigen in een voorsprong. Ook is het perspectief van de verladende klant nadrukkelijk aan bod gekomen. Die wil, naast betrouwbare en concurrerende expeditiediensten, vooral hulp om expeditieprocessen beter te integreren in zijn supply chain. Of hij die stap zelf doet, laat uitbesteden of in co-creatie doet, hangt onder meer af van de mate van openheid van de verlader en het vermogen van de (digitale) expediteur om echt meerwaarde te kunnen bieden. Platformisering is gebleken in andere sectoren enorm disruptief te zijn, denk aan taxidiensten (Uber), hotelboekingen (Booking.com) of thuisbezorging (Just Eat Takeaway). Voor hun onderzoek hebben de onderzoekers een objectief beoordelingskader voor de disruptieve kracht van digitale technologieën toegepast op de platformisering in de expeditiemarkt. De uitkomsten geven stof tot nadenken. Is de platformisering nu een wolf in schaapskleren voor de bestaande expediteur of juist een zegen? Bron: evofenedex.nl 28-01-2021

Vooruitbetaalde hypotheekrente na overlijden toch aftrekbaar

Soms betaalt iemand zijn hypotheekrente voor het hele jaar vooruit en komt (kort) daarop te overlijden. Dan mogen de erfgenamen in de laatste aangifte inkomstenbelasting dit hele vooruitbetaalde bedrag opgeven als aftrekbare hypotheekrente. Dit blijkt uit een arrest van de Hoge Raad.
Een vrouw betaalt op 4 januari 2014 de over het jaar 2014 verschuldigde hypotheekrente geheel vooruit. Nog diezelfde dag sterft zij. Bij het invullen van haar aangifte inkomstenbelasting trekken haar erfgenamen de vooruitbetaalde rente volledig af. De inspecteur staat dat niet toe. Hij meent dat de rente die is vooruitbetaald voor de periode vanaf 5 januari 2014 niet aftrekbaar is als eigenwoningrente. De schuld is vanaf die datum immers niet langer een eigenwoningschuld. Hof Den Bosch komt tot hetzelfde oordeel als de fiscus. En wanneer de erfgenamen in cassatie gaan, sluit Advocaat-Generaal (A-G) Niessen ook aan bij de redenering van het hof. Maar de Hoge Raad neemt de conclusie van de A-G niet over. Hoewel de redenering van de fiscus en het hof in principe klopt, ziet de Hoge Raad in de wettekst aanleiding om aftrek toe te staan. De wet bepaalt namelijk dat men de buiten aanmerking gebleven rente in het jaar van overlijden onder een bepaalde omstandigheid in één bedrag in aanmerking moet nemen. Dit is het geval als de woning en schuld tot het moment van overlijden een eigen woning en eigenwoningschuld vormden. In deze casus is dat ook aan de orde. Bron: HR 29-01-2021

ACM start met handhaving duurzaamheidsclaims

De Autoriteit Consument en Markt (ACM) heeft de definitieve versie van de Leidraad duurzaamheidsclaims gepubliceerd. Met deze Leidraad legt de ACM aan de hand van vijf vuistregels uit hoe bedrijven kunnen voorkomen dat hun duurzaamheidsclaims onduidelijk, onjuist of misleidend zijn voor consumenten. De ACM zal deze uitgangspunten gebruiken bij haar handhaving.
Bedrijven moeten consumenten juiste en controleerbare informatie geven over duurzaamheid, zodat consumenten producten en diensten goed kunnen vergelijken en bedrijven eerlijk met elkaar kunnen concurreren. De ACM heeft na een consultatie definitieve vuistregels vastgesteld voor duurzaamheidsclaims. De ACM wil hiermee bereiken dat bedrijven consumenten goed en volledig voorlichten over de duurzaamheid van hun producten en diensten. De vijf vuistregels voor eerlijke duurzaamheidsclaims zijn: Maak duidelijk welk duurzaamheidsvoordeel het product heeft; Onderbouw duurzaamheidsclaims met feiten en houd ze actueel; Vergelijkingen met andere producten, diensten of bedrijven moeten eerlijk zijn; Wees eerlijk en concreet over de duurzaamheidinspanningen van uw bedrijf; Zorg dat visuele claims en keurmerken behulpzaam zijn voor consumenten en niet verwarrend. Uit onderzoek is gebleken dat de claims die bedrijven hanteren om hun producten als duurzaam op de markt te zetten vaak onjuiste, vage of misleidende informatie bevatten. Dit blijkt uit een online inventarisatie van duurzaamheidsclaims die de ACM heeft gedaan, samen met andere Europese toezichthouders. Daarbij heeft de ACM duurzaamheidsclaims bekeken in sectoren als voedsel, kleding, cosmetica en huishoudelijke artikelen, waar veel gebruik wordt gemaakt van duurzaamheidsclaims. Veelvuldig en zonder onderbouwing wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt van termen als groen, duurzaam, milieuvriendelijk. Onduidelijk is op welke (onderdelen van) producten de claims van toepassing zijn, of de onderbouwing van duurzaamheidsclaims is vaag of informatie daarover is niet beschikbaar. Bij bijna 50% van de claims twijfelden de onderzoekers of de claim wel juist was. Bij twee derde van de claims was de informatie onvoldoende om te kunnen vaststellen of de claim juist was. Mede op basis van de bevindingen uit deze inventarisatie kiest de ACM sectoren waar zij start met het handhaven van misleidende duurzaamheidsclaims. Bedrijven die duurzaamheidsclaims doen die onjuist of misleidend zijn, kan de ACM beboeten. Bron: ACM 28-01-2021

Verzwaarde bewijslast blijft na te late aangifte

Als het om belastingen gaat, is het raadzaam om tijdig aangifte te doen. Want als een ondernemer veel te laat aangifte doet, voldoet hij volgens Rechtbank Noord-Nederland niet aan zijn aangifteplicht. In dat geval is en blijft de omkering van de bewijslast van toepassing.
Een bv heeft tot 1 november 2016 uitstel gekregen voor het indienen van haar aangifte vennootschapsbelasting 2015. Maar op die datum is deze aangifte nog niet ingediend. De Belastingdienst stuurt de bv op 21 november 2016 een herinnering. Vervolgens ontvangt de bv op 10 maart 2017 een aanmaning om uiterlijk 24 maart 2017 aangifte te doen. Wanneer ook deze termijn verstrijkt, is de inspecteur het zat. Op 27 mei 2017 legt hij de bv een ambtshalve aanslag op. De bv is het niet eens met deze aanslag en dient een bezwaarschrift in. Op 8 september dient zij alsnog haar aangifte in. De bv geeft daarbij op dat zij een regresvordering op een gelieerde vennootschap afwaardeert. De Belastingdienst accepteert deze afwaardering niet omdat de voorafgaande borgstelling onzakelijk zou zijn. Het geschil tussen de bv en de fiscus belandt voor de rechtbank. Het veel te laat indienen van de aangifte blijkt de bv nu parten te spelen. De rechtbank oordeelt dat de bv daardoor niet heeft voldaan aan haar aangifteplicht. In dat geval geldt als uitgangspunt dat de aanslag van de Belastingdienst juist is, tenzij de bv het tegendeel aannemelijk maakt. De bv voldoet niet aan deze verzwaarde bewijslast. Weliswaar stelt zij dat de borgstelling zakelijk is, maar kan dat niet onderbouwen met nadere stukken. De rechtbank oordeelt daarom dat de bv haar vordering niet mag afwaarderen tot nihil. Bron: Rb. Noord-Nederland 18-01-2021

© lArcade 2024