Inloggen

Archief

Progressief box 3-rendement geen schending belastingverdrag

Nederlandse belastingplichtigen met onroerende zaken in het buitenland hebben recht op een belastingvermindering om dubbele belasting te voorkomen. Deze vermindering bedraagt de box 3-heffing over het aandeel van de onroerende zaak in het box 3-vermogen. Volgens Rechtbank Gelderland doet het huidige progressieve forfaitair rendement geen afbreuk aan de verdragswerking.
Gedurende heel 2017 woont een man in Nederland terwijl hij samen met zijn echtgenote de eigendom van een appartement in Frankrijk heeft. Dit appartement behoort tot het wereldinkomen in box 3 van het echtpaar. Maar Frankrijk mag op grond van het belastingverdrag ook heffen over dit appartement. Daarom moet Nederland de man een tegemoetkoming ter voorkoming van dubbele belasting verlenen. Deze tegemoetkoming bestaat uit een belastingvermindering, die de inspecteur als volgt berekent. Eerst deelt hij de waarde van het appartement door de totale rendementsgrondslag. Vervolgens vermenigvuldigt hij de uitkomst met de totale belasting over het box 3-inkomen. Deze berekening is in overeenstemming met de Nederlandse wet- en regelgeving. Toch is de man het niet eens met de berekening. Volgens hem valt sinds 2017 de vrijstelling van het buitenlands inkomen te laag uit. De oorzaak is het progressieve forfaitair rendement in box 3. De rechtbank leidt uit het betoog van de man af dat hij een vrijstelling naar de waarde van het vastgoed bepleit. De wetgever heeft echter bewust de keuze gemaakt om het forfaitair rendement niet per vermogensbestanddeel te berekenen. De rechtbank oordeelt dat deze keuze ook is toegestaan onder het belastingverdrag. Daarom wijst de rechtbank het beroep van de man af. Bron: Rb. Gelderland 06-04-2021

Dga van inactieve bv kan nog best gebruikelijk loon genieten

Als de Belastingdienst het gebruikelijk loon van een dga op een lager bedrag vaststelt dan het vaste normbedrag, dan moet de dga aannemelijk maken dat dit loon te hoog is. De omstandigheid dat de bv een tijd inactief is geweest vindt Rechtbank Den Haag onvoldoende bewijs.
De Belastingdienst zal het gebruikelijk loon van een dga normaal gesproken stellen op het hoogste van de volgende bedragen: 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking; het loon van de meestverdienende werknemer bij die bv of bij een met die bv verbonden lichaam; het normbedrag van € 47.000 (bedrag 2021). Weet de dga of zijn bv aannemelijk te maken dat het hoogste van de eerder genoemde drie bedragen hoger is dan 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking? Dan moet men het gebruikelijk loon op 75% van dat loon te stellen. Het gebruikelijk loon mag echter niet minder bedragen dan € 47.000 (bedrag 2021) of, als dat lager is, het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking. Van belang is dat de belastingplichtige de bewijslast draagt als de inspecteur een lager gebruikelijk loon hanteert dan het normbedrag. De zaak voor Rechtbank Den Haag betreft een dga van een holding en een andere bv die in beroep gaat tegen het loon dat de fiscus voor hem aanmerkt als gebruikelijk loon. Het gaat om een bedrag van € 30.000, dus minder dan het normbedrag. De dga verklaart dat zijn bv tot de overname van een tegelhandel inactief is geweest. Maar hij maakt niet aannemelijk dat zijn bv structureel verlies lijdt. Het ligt evenmin voor de hand dat gewone werknemers in een vergelijkbare positie een lager loon zouden genieten. Rechtbank Den Haag verklaart het beroep van de dga daarom ongegrond. Bron: Rb. Den Haag 04-12-2020

MKB verzuim-ontzorg-verzekering

Minister Koolmees heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over het gebruik van de MKB verzuim-ontzorg-verzekering.
De MKB verzuim-ontzorg-verzekering kan sinds 1 januari 2020 worden afgesloten en ruim 6.000 werkgevers hebben dat tot nu toe gedaan. De intentie van de verzekering is, naast de dekking van het financiële risico, het helpen van de kleine werkgever bij de verplichtingen en taken rond de loondoorbetaling bij ziekte en re-integratie. De verzekering is ontwikkeld voor de ondersteuning van vooral kleine werkgevers. De belangrijkste reden waarom niet meer werkgevers de verzekering hebben afgesloten, is de hoge verzekeringsgraad voor verzuim onder kleine werkgevers die al bestond voor de introductie van de MKB verzuim-ontzorg-verzekering. Daarbij komt de bijzondere situatie omtrent corona. Het Verbond van Verzekeraars vermoedt dat de horizon van kleine werkgevers gericht was op de korte termijn en in mindere mate op toekomstige risico’s. Voor 2021 verwacht Koolmees dat de bekendheid en het gebruik van de MKB verzuim-ontzorg-verzekering vergroot worden. Bij de ontwikkeling van de MKB verzuim-ontzorg-verzekering is in het productconvenant van werkgeversorganisaties en het Verbond van Verzekeraars afgesproken dat het verzekeringsproduct onverwacht hoge premiestijgingen als gevolg van verzuim in het eigen bedrijf voorkomt. Dit geeft werkgevers duidelijkheid over de premieontwikkeling wanneer zij het product afsluiten. Verder schrijft de minister in zijn brief dat hij in overleg is met sociale partners welke mogelijkheden er zijn om meer grip te krijgen op re-integratie, zowel voor werkgever als werknemer. Bron: Min. SZW, 20-04-2021

Notaris hoeft geen fiscaal advies te geven

Onder bepaalde omstandigheden kan het uitgeven van preferente aandelen leiden tot het ontstaan van een in box 1 belast lucratief belang. De notaris die betrokken is bij het opstellen van de notariële stukken hoeft daar niet altijd van op de hoogte te zijn. En als hij dat niet wist en evenmin hoefde te weten, is hij niet aansprakelijk voor fiscale schade. Tot dit oordeel komt Hof Amsterdam.
Een onderdeel van een investeringsmaatschappij en een holding plannen de overname van een bv die onderdelen voor airbags produceert. Het is de bedoeling dat het personeel van die bv gaat participeren in de onderneming. Daarom wordt een stichting administratiekantoor (STAK) opgericht. De investeringsmaatschappij geeft een notaris de opdracht om notariële werkzaamheden te verrichten in verband met de overname en herstructurering van de bv. De notaris stelt in dit verband onder andere de akte van oprichting van een tussenhoudstervennootschap op. Volgens deze statuten heeft de tussenhoudster geen preferente aandelen. Maar de notaris krijgt de opdracht om de statuten van de tussenhoudster zo aan te passen dat uitgifte van preferente aandelen mogelijk wordt. Na het passeren van de statutenwijziging vindt een uitgifte van preferente aandelen plaats. De fiscus stelt vervolgens vast dat door deze aandelenuitgifte de certificaten een lucratief belang vormen. De vorming van een lucratief belang is een ongewenst fiscaal gevolg van de aandelenemissie. De opdrachtgevers van de notaris houden de notaris aansprakelijk. Hij zou niet aan zijn zorgplicht hebben voldaan. De notaris krijgt het verwijt niet genoeg te hebben gecontroleerd of zijn opdrachtgevers de rechtshandelingen in de opgestelde aktes wensten. Bovendien heeft hij hen niet ingelicht over de fiscale gevolgen van het uitgeven van preferente aandelen. Het hof constateert ten eerste dat de bestuurder van de opdrachtgevers wist van de communicatie met de notaris. De bestuurder heeft uitdrukkelijk ingestemd met de reparatie van de ten onrechte niet-uitgegeven preferente aandelen. Hij heeft zelfs een conceptakte voor de statutenwijziging ondertekend. De bestuurder stelt wel de stukken te hebben getekend zonder ze eerst te hebben bestudeerd. Dit is echter de notaris niet te verwijten. Daarnaast oordeelt het hof dat de notaris niet bekend hoefde te zijn met het regime van het lucratief belang. De aandelenemissie heeft namelijk plaatsgevonden toen de regeling nog redelijk onbekend was. De notaris is bovendien geen fiscalist. Verder heeft niet hij, maar de accountant geadviseerd de nominale waarde van de preferente aandelen fors te verhogen. Op dat moment had niemand door dat deze verhoging een eerder ingewonnen fiscaal advies verouderd maakte. Het hof vindt dat het beter was geweest als de notaris duidelijk had gemaakt dat het uitleggen van de fiscale gevolgen niet zijn taak was. Maar dat zou toch weinig hebben uitgemaakt. De opdrachtgevers hebben al eerder fiscaal advies ingewonnen. Volgens dat advies zou het lucratief belang niet aan de orde komen. Maar dat advies is gebaseerd op een veel lagere nominale waarde van de preferente aandelen. De notaris hoefde dit echter allemaal niet te weten. Bron: Hof Amsterdam 16-03-2021

Startersregeling TVL niet eerder open dan medio mei

De startersregeling TVL kan niet voor medio mei worden opengesteld. Dit blijkt uit de beantwoording van Kamervragen door staatssecretaris Keijzer over het bericht dat de startersregeling TVL pas medio mei open zal gaan.
Het uitwerken, voorbereiden en uitvoeren van al de wijzigingen en regelingen kost tijd. De uitvoering van de al eerder opengestelde regelingen moet ook op hoge snelheid door blijven gaan. Dit proberen het ministerie en RVO.nl zo snel en zo goed mogelijk te realiseren. Daarbij kiest Keijzer ervoor om de regeling en de wijzigingen zo uit te voeren dat over het geheel genomen zoveel mogelijk ondernemers, zo snel mogelijk subsidie ontvangen. Er zit echter een grens aan wat het ministerie en RVO.nl kunnen leveren. Dat heeft te maken met de complexiteit van de regelingen, zowel in de vormgeving als de uitvoering van de regelingen. Keijzer verwijst hierbij naar de brief met de voortgangsrapportage van 22 maart. 2021. Keijzer vindt het vergoeden van het vierde kwartaal van 2020, waarbij ondernemingen die in aanmerking komen voor de startersregeling maar ook gebruik kunnen maken van de TVL, niet verdedigbaar ten opzichte van andere ondernemingen die slechts van één van de regelingen gebruik kunnen maken. Daarom is de staatssecretaris niet van plan de startersregeling ook het vierde kwartaal te laten vergoeden. Bron: Min. EZK 16-04-2021

© lArcade 2024