Inloggen

Archief

Inschrijving Handelsregister verplicht

Vereiste voor een beroep op de Tozo-regeling is dat een zelfstandige staat ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. Ontbreekt die inschrijving dan vist de zelfstandige achter het net.
Een zelfstandige werkt als FIFA match-agent. In verband met corona vraagt de match-agent de gemeente Amsterdam om een uitkering op basis van de Tozo. De gemeente keert hem in april en mei 2020 een voorschot uit. Uiteindelijk keurt de gemeente de aanvraag voor een Tozo-uitkering af en vordert uitgekeerde de voorschotten terug. Volgens de gemeente behoort de match-agent niet tot de doelgroep van de Tozo-regeling omdat hij op 17 maart 2020 niet als zelfstandige stond ingeschreven in het Handelsregister. De match-agent komt daarom niet in aanmerking voor een uitkering en moet de voorschotten terugbetalen. De zaak belandt bij Rechtbank Amsterdam. Daar betoogt de zelfstandige dat hij zich niet hoeft in te schrijven in het Handelsregister omdat hij een officiële match-agent is en hij sinds januari 2019 een licentie van de FIFA bezit. Zonder die licentie mag hij zijn werkzaamheden niet verrichten. Doordat hij vanwege de coronacrisis geen spel- en sportevenementen mag organiseren, heeft hij geen werk en geen inkomsten meer. Volgens de rechter is in de Tozo voor een recht op een uitkering als voorwaarde gesteld dat de zelfstandige op 17 maart 2020 is ingeschreven in het Handelsregister. Deze eis is opgenomen ter eenvoudige verificatie van het criterium om alleen zelfstandigen die al op de dag van de aankondiging van de maatregel als zodanig werkzaam waren in aanmerking te laten komen voor een Tozo-uitkering. Om als zelfstandige te worden aangemerkt moet onder meer worden voldaan aan de wettelijke vereisten voor de uitoefening van het bedrijf of zelfstandig beroep, zoals bijvoorbeeld ingeschreven staan in het Handelsregister. Omdat de match-agent niet aan deze voorwaarde voldoet en er geen hardheidsclausule is waardoor van deze harde eis kan worden afgeweken, kan de match-agent geen beroep op de Tozo-regeling doen. Bron: Rb. Amsterdam 26-02-2021 (gepubl. 05-03-2021)

Bij afkoop PEB: claim verevenen!

Wil een echtgenoot vanwege een te verwachte echtscheiding een pensioen in eigen beheer afkopen? Maar wil de andere echtgenoot dit pensioen verevenen? Dan zal die andere echtgenoot dit tijdig moeten aankaarten. Is het pensioen eenmaal afgekocht, dan valt namelijk niets meer te verrekenen, zo oordeelt Hof Arnhem-Leeuwarden.
Een echtpaar is getrouwd onder huwelijkse voorwaarden. Zij komen geen gemeenschap van goederen en evenmin een verrekenbeding overeen. De echtgenoten hebben ieder de helft van de aandelen in een bv in handen. Beiden werken voor deze bv en bouwen in deze vennootschap ook een gezamenlijk pensioen in eigen beheer (PEB) op. In november 2016 licht hun belastingadviseur hen in over de uitfasering van het PEB die dan op komst is. In 2017 komt het huwelijk onder druk te staan. Medio juni 2017 gaan zij feitelijk uit elkaar, maar de formele echtscheiding is pas in 2019 afgerond. Op 1 december 2017 kopen de ex-partners het PEB af. Beiden ondertekenen daartoe de eigen afkoopovereenkomst en die van de (ex-)partner. De vrouw meent dat zij en de man verplicht zijn om via de ontvangen afkoopsommen het gezamenlijk opgebouwd pensioen met elkaar te verrekenen. De man is het daarmee oneens en begint een beroepsprocedure. Het hof stelt de man in het gelijk. Het door de echtgenoten opgebouwde pensioen viel onder de wettelijke regeling met betrekking tot pensioenverevening. Vanaf 1 april 2017 tot en met 31 december 2019 hebben de (ex-)partners de mogelijkheid het PEB uit te faseren. Dit kon door een fiscaal voordelige afkoop van het PEB, het omzetten van het PEB in een oudedagsverplichting of het PEB premievrij voortzetten in een eigen onderneming. Voor afkoop of omzetting was toestemming van de (ex-)partner nodig. Daar de (ex-)partners hebben gekozen voor afkoop van het PEB is geen sprake meer van een te verevenen pensioen. De echtscheiding is formeel medio 2019 tot stand gekomen, dus toen geen verrekenbaar pensioen meer aanwezig was. Had de vrouw compensatie willen ontvangen? Dan had zij dat moeten afspreken bij het opstellen van de overeenkomst tot afkoop, aldus het hof. Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 09-03-2021

Beleidswijziging bijtelling bij meer dan één auto van zaak

De Belastingdienst heeft het beleid ten aanzien van de bijtelling voor privégebruik van situaties waarin een werknemer over meer dan één auto van de zaak beschikt met ingang van 2021 gewijzigd. In plaats van de hoogste cataloguswaarde is nu de hoogste bijtelling van belang.
Momenteel hoeft een werkgever de bijtelling voor een werknemer, die meer dan één auto van de zaak tegelijkertijd tot zijn beschikking heeft, niet toe te passen voor alle auto’s van die werknemer. De bijtelling mag beperkt blijven tot één auto. Daarbij geldt wel de voorwaarde dat de werknemer alleenstaand is of dat in zijn gezin één persoon een rijbewijs heeft. Hebben twee personen binnen het gezin van de betreffende werknemer een rijbewijs dan moet men voor twee auto’s de bijtelling toepassen. Het aantal bijtellingen is dus afhankelijk van het aantal rijbewijzen binnen het gezin van de betreffende werknemer. Met ingang van 2021 moet de werkgever voor de bijtelling alleen rekening te houden met de auto(’s) met de hoogste bijtelling, niet meer met de auto’s met de hoogste cataloguswaarde. Uiteraard blijft de bijtelling buiten toepassing als de werknemer minder dan 500 privékilometers rijdt met de auto’s van de zaak. Dit is terug te vinden in paragraaf 23.3.12 van het Handboek Loonheffingen 2021. Bron: Belastingdienst.nl 18-03-2021

© lArcade 2024