Inloggen

Archief

Goedkeuringen OVB voor starters op de woningmarkt

Financiën heeft in een besluit een tweetal goedkeuringen ten aanzien van de startersvrijstelling en het verlaagde tarief van 2% overdrachtsbelasting gepubliceerd. Woningeigenaren die na 1 januari 2021 maar voor 8 juli 2021 (datum inwerking treden besluit) in een situatie zitten waarvoor de goedkeuringen zijn afgegeven, kunnen een verzoek om toepassing van de hardheidsclausule indienen.
In onderdeel 2 is een goedkeuring opgenomen die erin voorziet dat een onvoorziene omstandigheid die zich voordoet ná de ondertekening van de koopovereenkomst, maar vóór het tijdstip van de verkrijging, niet in de weg hoeft te staan aan de toepassing van het verlaagde tarief van 2% respectievelijk de startersvrijstelling. Voor onvoorziene omstandigheden die zich voordoen na het tijdstip van de verkrijging is een regeling getroffen. Onvoorziene omstandigheden zijn bijvoorbeeld het duurzaam verloren gaan van de woning, het overlijden van een verkrijger, echtscheiding van de verkrijgers, het aanvaarden of verlies van een baan of emigratie. Als dergelijke onvoorziene omstandigheden ertoe hebben geleid dat een verkrijger redelijkerwijs niet meer in staat is de woning anders dan tijdelijk als hoofdverblijf te gebruiken en dit aannemelijk wordt gemaakt, wordt de verkrijger geacht de woning anders dan tijdelijk als hoofdverblijf te hebben gebruikt. De staatssecretaris keurt nu, onder voorwaarden, voor de toepassing van de startersvrijstelling en het 2%-tarief goed dat als een verkrijger de woning, als direct gevolg van een onvoorziene omstandigheid die zich heeft voorgedaan ná het sluiten van de koopovereenkomst, maar vóór het tijdstip van de verkrijging, niet anders dan tijdelijk als hoofdverblijf in gebruik zal nemen, dat de verkrijger geacht wordt de woning na de verkrijging anders dan tijdelijk als hoofdverblijf te hebben gebruikt. In het besluit wordt een voorbeeld gegeven. In onderdeel 3 is een goedkeuring opgenomen voor de toepassing van de startersvrijstelling bij de verkrijging op dezelfde dag van zowel een beperkt recht dat betrekking heeft op een woning als de blote eigendom van dezelfde woning. De staatssecretaris keurt goed dat de verkrijgingen op dezelfde dag van de blote eigendom en een beperkt recht met betrekking tot dezelfde woning, voor de toepassing van de startersvrijstelling, kunnen worden aangemerkt als één verkrijging van die woning als hierdoor de volle eigendom van die woning in handen komt van dezelfde verkrijger. Ook voor deze goedkeuring gelden een aantal voorwaarden. In het besluit wordt een voorbeeld gegeven. De goedkeuringen in dit besluit zijn verleend met toepassing van de hardheidsclausule. Het besluit is op 8 juli 2021 in werking getreden. Voor verkrijgingen in situaties als bedoeld in de onderdelen 2 en 3 van dit besluit, die hebben plaatsgevonden in de periode van 1 januari 2021 tot de datum van inwerkingtreding van dit besluit kan een verzoek om toepassing van de hardheidsclausule worden gedaan. De staatssecretaris zal met overeenkomstige toepassing van de voorwaarden in de genoemde onderdelen van dit besluit beoordelen of het 2%-tarief of de startersvrijstelling kan worden toegepast. Het verzoek om toepassing van de hardheidsclausule kan worden ingediend bij het ministerie van Financiën, Belastingdienst/Corporate Dienst Vaktechniek/team Brieven en Beleidsbesluiten, Postbus 20201, 2500 EE Den Haag. Bron: MvF 29-06-2021

Ondernemer moet detailgegevens bestellingen bewaren

Detailgegevens over bestellingen hoeft een ondernemer niet te bewaren als de administratie voldoende andere gegevens bevat die een afdoende controle binnen een redelijke termijn van de verantwoorde omzet in geld mogelijk maken. Bij gebreke van dergelijke andere gegevens moet de ondernemer de detailgegevens van bestellingen bewaren omdat ze tot de administratie behoren.
Een bv heeft een horecaonderneming. Zij exploiteert tot 20.00 uur een lunchroom en na dat tijdstip tot sluitingstijd een bar/nachtclub. Voor het bijhouden van bestellingen en de opbrengsten maakt bv gebruik van een geautomatiseerd kassasysteem. Dit kassasysteem legt per kassa bestellingen en afrekeningen vast in journals. Tegen sluitingstijd voegt het kassasysteem deze journals van alle kassa’s samen tot een journalbestand. Het systeem wist de detailgegevens van de bestellingen en afrekeningen telkens na veertien dagen automatisch. Daarna zijn alleen nog de totalen van de bestellingen en afrekeningen te raadplegen. De inspecteur is van mening dat de bv de administratie- en bewaarplicht heeft geschonden. Hij heeft daarom een informatiebeschikking afgegeven. Ook Hof Den Haag is van mening dat de administratie van de bv gebreken vertoont. In cassatie bij de Hoge Raad heeft de bv evenmin succes. Volgens de Hoge Raad is vastgesteld dat de detailgegevens van bestellingen en afrekeningen niet door de bv zijn bewaard. Dit feit rechtvaardigt in beginsel de conclusie van het hof dat niet is voldaan aan de verplichtingen van art. 52 AWR. Het hof heeft ook geoordeeld dat de administratie van de bv geen gegevens bevat die het mogelijk maken binnen een redelijke termijn controle van de volledigheid van de omzetverantwoording van de bv uit te oefenen. Het bewaren van de detailgegevens van de bestellingen en afrekeningen is daarom verplicht en de informatiebeschikking is terecht gegeven. Bron: Hoge Raad 25-06-2021

Bezwaar tegen een beslissing TVL

Een ondernemer die TVL aanvraagt en het niet eens is met de hoogte van defintieve subsidie of een afwijzing door RVO, kan tegen dat besluit bezwaar aantekenen. Inmiddels heeft RVO bijna 10.000 bezwaarschriften ontvangen vanwege besluiten over TVL.
Tegen de in totaal 319.000 TVL-besluiten is bijna 9.700 keer bezwaar gemaakt. RVO meldt dat 3.299 bezwaarschriften zijn afgehandeld en dat er nog 6.311 in behandeling zijn. Het bezwaar is in de helft (51%) van de afgehandelde bezwaarschriften toegewezen. RVO heeft extra mensen ingezet om bezwaren tijdig te kunnen afhandelen. De bezwaren tegen TVL jun-sep zijn voor 95% afgehandeld. Zodra RVO het bezwaar in behandeling neemt, belt of e-mailt RVO meteen met de ondernemer die bezwaar heeft aangetekend. Als door de ondernemer tegen meerdere openstellingen bezwaar is gemaakt, wordt geprobeerd dit tegelijkertijd op te pakken. Bron: RVO 08-07-2021

Fiscus hoeft niet alle bekende gegevens te noemen

Wanneer de inspecteur een informatiebeschikking oplegt, hoeft hij daarbij niet te vermelden over welke gegevens hij al beschikt.
De FIOD laat de Belastingdienst weten dat een vrouw beschikt over Belgische bankrekeningen. De inspecteur vraagt haar vervolgens om hem informatie te verstrekken over buitenlandse bankrekeningen die zij bezit vanaf 2003. De vrouw weigert echter informatie over de Belgische bankrekeningen te verstrekken. Daarop stelt de fiscus bij een informatiebeschikking vast dat de vrouw niet aan haar inlichtingenplicht heeft voldaan. Wanneer zij in beroep gaat, vernietigt Hof Den Haag de informatiebeschikking. Het hof vindt namelijk dat de inspecteur ten onrechte geen mededeling heeft gedaan over de hem bekende gegevens over de Belgische bankrekeningen. Maar de fiscus gaat in cassatie en de Hoge Raad vernietigt de hofuitspraak. De Hoge Raad oordeelt dat de inspecteur zijn vraag over welke buitenlandse bankrekeningen iemand beschikt, voldoende nauwkeurig heeft omschreven. Bovendien is hij niet verplicht de gegevens te vermelden die hem al ter beschikking staan. Bron: Hoge Raad 02-07-2021

Ombudsman roept op tot meer maatwerk bij coronasteun

De Nationale Ombudsman roept de overheid op gemeenten meer ruimte te bieden om lokaal maatwerk te bieden. De overheid heeft veel ondernemers met steunpakketten geholpen. Er zijn echter ook zelfstandigen die buiten de boot vallen.
Uit eerdere onderzoeken van de Ombudsman blijkt dat tijdige schulphulp aan zzp’ers in veel gemeenten nog niet vanzelfsprekend is. De verschillen in omgang met schuldhulpverlening tussen gemeenten blijken enorm groot te zijn. Bovendien zijn veel ondernemers terughoudend om bij de gemeente aan te kloppen voor financiële ondersteuning. De gemeenten moeten daarom alerter en actiever zijn in hun dienstverlening voor deze groep burgers, volgens de ombudsman. Op 1 maart 2021 opende de Nationale Ombudsman een meldpunt om te onderzoeken welke knelpunten zzp’ers ondervinden bij de toegang tot schuldhulpverlening. Door veel ondernemers werd dit meldpunt aangegrepen om een signaal af te geven over de coronasteunmaatregelen. Bij het meldpunt kwamen ruim 500 meldingen binnen over onjuiste of onduidelijke informatieverstrekking, over gebrek aan maatwerk, verkeerde timing en een gebrek aan coulance bij het terugvorderen van eerder uitgekeerde voorschotten. Hieruit zijn vier knelpunten te herleiden: Tozo II, III en IV zijn door partnertoets te laag voor zzp’ers met hoge vaste lasten; TONK-voorwaarden zijn te streng; Geen compensatie mogelijk door foute code Standaard Bedrijfsindeling (SBI-code); Geen TVL door geen of beperkte omzet in referentieperiode. In een rondetafelgesprek met de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Financiën en Economische Zaken en Klimaat, de Belastingdienst, de Stichting van de Arbeid, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de Algemene Rekenkamer en de Amsterdamse en Rotterdamse ombudsmannen is bij deze knelpunten stilgestaan en is gesproken over mogelijke oplossingsrichtingen die toekomstige betalingsproblemen en schulden moeten voorkomen. Bron: Nationale Ombudsman, 06-07-2021

© lArcade 2024