Inloggen

Archief

Nog twee dagen voor een herzieningsverzoek SBI-code

Vanaf Q4 2020 bepaalt de hoofdactiviteit op 15 maart 2020 of een ondernemer tot de doelgroep van de TVL hoort. Soms komt een werkelijke hoofdactiviteit niet overeen met de hoofdactiviteit op de inschrijving in het Handelsregister van KVK. En dat kan gevolgen hebben voor de TVL-subsidie. Aanvragers van TVL Q4 2020 kunnen nog tot en met 5 augustus 2021 een zogeheten herzieningsverzoek SBI-code doen.
Vanaf Q4 2020 bepaalt de hoofdactiviteit op 15 maart 2020 of een ondernemer tot de doelgroep van de TVL hoort. Soms komt een werkelijke hoofdactiviteit niet overeen met de hoofdactiviteit op de inschrijving in het Handelsregister van KVK. En dat kan gevolgen hebben voor de TVL-subsidie. Met een herzieningsverzoek laten ondernemers hun hoofdactiviteit (of: gewenste SBI-code) opnieuw toetsen. Dit kan alleen voor aanvragers van TVL Q4 2020. Zij moeten kunnen bewijzen dat de eerst geregistreerde SBI-code in het Handelsregister op 15 maart 2020 niet de hoofdactiviteit was. De te toetsen hoofdactiviteit moet al wel sinds 15 maart 2020 op de inschrijving van KVK staan. Dat is dan de nevenactiviteit of de activiteit die is beschreven in de bedrijfsactiviteitenomschrijving en waaraan eerder nog geen SBI-code was gekoppeld. De volgende informatie is nodig voor een herzieningsverzoek: een toelichting waarom een andere SBI-code beter past bij de bedrijfsactiviteitenomschrijving zoals die op 15 maart 2020 was geregistreerd bij KVK; informatie over de omzet in 2019, waaruit blijkt dat het grootste deel van de omzet wordt behaald met een activiteit die past bij de gewenste SBI-code. Dit kan de aangifte omzetbelasting, de jaarrekening of een grootboek zijn. Een herzieningsverzoek is niet mogelijk als er een ontvankelijke bezwaarprocedure tegen de beslissing TVL Q4 2020 loopt of eerder liep. De verwerking van een herzieningsverzoek duurt 8 weken. Deze termijn kan 1x met 8 weken verlengen worden. Op de site van RVO staat meer informatie over de hoofdactiviteit op 15 maart 2020. Bron: RVO, 29-07-2021

Meldingsformulier waterschade Limburg open vanaf 9 augustus

Particulieren, ondernemers, overheden, religieuze organisaties, verenigingen en stichtingen met schade door het hoogwater in Limburg van juli 2021 kunnen vanaf 9 augustus 2021 hun schade melden bij RVO. Het gaat om materiële schade die niet verzekerbaar, vermijdbaar of verhaalbaar is.
Wie in aanmerking wil komen voor de regeling Wet tegemoetkoming schade bij rampen (Wts) moet deze schade verplicht bij RVO melden. Dit kan via een meldingsformulier dat vanaf 9 augustus op de website van RVO staat. Op 16 juli 2021 bepaalde het kabinet dat de Wet tegemoetkoming schade bij rampen geldt voor het hoogwater in Limburg van juli 2021. Op dit moment werkt het ministerie van Justitie en Veiligheid aan een regeling. Zodra deze ministeriële regeling van de Wts is afgerond, meldt RVO dit op de site. Bron: RVO, 04-08-2021

Verhuur één bedrijfspand aan vaste huurder: geen BOR

Als een bv vastgoed heeft, kan zij besluiten de property managementwerkzaamheden in eigen beheer te houden. Dat is echter niet voldoende om van deze vastgoedexploitatie te doen kwalificeren als een materiële onderneming voor de bedrijfsopvolgingsregeling.
Een man heeft de eigendom van alle aandelen in een holding en bezit daarnaast 20% van de aandelen in een andere vennootschap. De holding houdt weer alle aandelen in een bv. Volgens de inschrijving bij de Kamer van Koophandel bestaan de activiteiten van deze bv uit het beheren en exploiteren van vastgoed. In de praktijk komt het erop neer dat de bv een bedrijfspand verhuurt aan een (voormalige) werkmaatschappij. De holding en de bv hebben beiden geen werknemers in dienst en geven ook geen een gebruikelijk loon op. Begin juli 2015 komt de dga te overlijden. Zijn testament wijst 1% van de nalatenschap toe aan zijn weduwe, die ook recht heeft op een legaat. Hun vier kinderen krijgen de resterende 99% van de erfenis. Geen materiële onderneming Door het overlijden van de man vindt een fictieve vervreemding van zijn aanmerkelijk belang (ab) plaats. Zijn erfgenamen willen de verkrijgingsprijs van het ab doorschuiven en de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) toepassen. Daarom geven zij geen belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang op. De inspecteurs volgt aanvankelijk de aangiftes van de erfgenamen, maar legt later navorderingsaanslagen op. Hij meent namelijk dat de bv geen materiële onderneming drijft, zodat BOR niet van toepassing is. De erfgenamen gaan vervolgens in beroep. Rechtbank Noord-Nederland merkt op dat de bv maar één bedrijfspand exploiteert. Het grootste deel daarvan wordt jarenlang aan dezelfde vaste huurder verhuurd. De erfgenamen maken verder niet aannemelijk dat voor deze werkzaamheden meer dan normaal vermogensbeheer nodig is. De zogeheten property managementwerkzaamheden vinden wel in eigen beheer plaats, maar daarmee is nog geen sprake is van een materiële onderneming. De rechtbank oordeelt daarom dat de fiscus de toepassing van de BOR terecht heeft geweigerd Navordering toegestaan Bovendien oordeelt de rechtbank dat navordering is toegestaan dankzij de aanwezigheid van een nieuw feit. Pas nadat de inspecteur Inkomstenbelasting de aanslag IB/PVV had opgelegd, heeft hij van de inspecteur Erfbelasting gehoord dat de BOR ter discussie staat. Verder hebben de erfgenamen zelf geen aandelen fictief vervreemd. Het is zelfs mogelijk geweest dat het vervreemdingsvoordeel in de aangifte van de erflater zou worden opgegeven. Ten slotte heeft de inspecteur Inkomstenbelasting van tevoren niet zeker kunnen weten dat de BOR buiten beschouwing zou blijven. Bron: Rechtbank Noord-Nederland 22 juli 2021 (gepubliceerd 30 juli 2021)

Pas rechtsbijstandsvergoeding na inzet van specialist

Wie in een beroepsprocedure met betrekking tot een WOZ-beschikking een accountant inschakelt als gemachtigde, heeft geen recht op een rechtsbijstandsvergoeding.
Rechtbank Rotterdam heeft uitspraak gedaan in een beroepsprocedure tegen een WOZ-beschikking. Nog voordat de rechtbank tot zijn uitspraak komt, worden de gemeente en de eigenaar van een onroerende zaak het eens over de WOZ-waarde. De eigenaar heeft daarom geen belang meer bij het beroep, zodat het niet ontvankelijk is, aldus de rechtbank. Maar nog wel van belang is de vraag of de gemeente de eigenaar een vergoeding moet betalen. De rechtbank oordeelt ten eerste dat de eigenaar recht heeft op een vergoeding van het betaalde griffierecht. Vervolgens stelt de gemachtigde dat de eigenaar van de onroerende zaak recht heeft op een vergoeding voor kosten van beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Maar de rechtbank stelt vast dat de gemachtigde in deze zaak niet beroepsmatig bijstand heeft verleend. Hij is namelijk een registeraccountant, die zijn praktijk via een bv drijft. In het verleden is hij ruim dertig jaar firmant geweest van een accountants-/belastingadvieskantoor. Ook is hij belastinginspecteur vennootschapsbelasting geweest. Maar daaruit valt niet af te leiden dat de gemachtigde regelmatig tegen vergoeding namens cliënten WOZ-procedures voert, zo oordeelt de rechtbank. De gemachtigde heeft evenmin enige relevante juridische scholing op het gebied van de WOZ genoten. De eigenaar van de onroerende zaak heeft daarom geen recht op een rechtsbijstandsvergoeding. Bron: Rechtbank Rotterdam 19 juli 2021

Steun voor mkb bij verduurzamen bedrijf

Mkb-ondernemers krijgen steun van de overheid bij het verduurzamen van hun bedrijf.
Mkb-ondernemers die niet onder de Energiebesparingsplicht vallen kunnen subsidie krijgen voor het laten opstellen van een professioneel advies door een energieadviseur. Ook kunnen mkb-ondernemers subsidie aanvragen voor ondersteuning bij het uitvoeren van de maatregelen, bijvoorbeeld door een accountant of projectleider in te schakelen voor het inkooptraject van de maatregelen en het regelen van financiering. De overheid vergoedt 80% van het advies en de ondersteuning; De subsidie is beschikbaar voor mkb-bedrijven met een relatief laag energieverbruik (minder dan 50.000 kWh elektriciteit en 25.000 m3 aardgas) die niet onder de Energiebesparingsplicht vallen. Voor deze doelgroep is namelijk nog weinig ondersteuning beschikbaar. Mkb-bedrijven met een hoog verbruik zijn wettelijk verplicht om energiebesparingsmaatregelen te nemen en moeten hierover rapporteren bij de gemeente of Omgevingsdienst. Hier zijn branchespecifieke lijsten met erkende maatregelen met een terugverdientijd van vijf jaar of minder voor beschikbaar. Aanvragen van de subsidie kan van 1 oktober 2021 t/m 30 september 2022 bij de Rijksdienst van Ondernemend Nederland (RVO). Subsidies worden verstrekt op volgorde van binnenkomst. De maximale subsidie is € 2.500 per bedrijfspand. Bron: EZK, 02-08-2021

© lArcade 2024