Inloggen

Archief

Fors minder NOW-aanvragen

Voor de zesde periode van de NOW-maatregel zijn in twee weken tijd bij UWV zo’n 8.600 aanvragen ingediend. Daarvan zijn er inmiddels bijna 5.700 toegekend. Dit is fors minder dan in vorige periodes.
De 5.700 werkgevers van wie de aanvraag al is toegekend hebben samen zo’n 109.000 mensen in dienst. Aan deze werkgevers is inmiddels de eerste termijn van het berekende voorschot overgemaakt, in totaal € 106 miljoen. Deze werkgevers ontvangen later nog twee termijnen. De andere aanvragen zijn nog in behandeling. Sinds maandag 26 juli kunnen werkgevers een aanvraag indienen voor de zesde periode NOW. Het aantal aanvragen na twee weken is veel lager dan in de vorige periodes. In de vijfde periode NOW, de rustigste tot nu toe, waren na twee weken 19.000 aanvragen binnen. Werkgevers hebben nog tot en met 30 september de mogelijkheid om een aanvraag in te dienen. Werkgevers met minimaal 20% omzetverlies over de periode van juli tot en met september 2021 komen in deze zesde aanvraagperiode NOW in aanmerking voor een tegemoetkoming van maximaal 85% van de loonkosten. Nieuw ten opzichte van voorgaande aanvraagperiodes is dat werkgevers maximaal 80% omzetverlies kunnen opgeven bij hun aanvraag. In eerste instantie betaalt UWV een voorschot van de berekende tegemoetkoming. Het voorschot wordt in drie termijnen betaald en bestaat uit 80% van de berekende tegemoetkoming. Bron: UWV, 06-08-2021

Hoge Raad: onbeperkt navorderen mag

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de onbeperkte navorderingstermijn voor de erfbelasting bij buitenlands vermogen (Edelweissroute) geen schending van het evenredigheidsbeginsel vormt.
Twee partners hebben samen buitenlands vermogen. Wanneer de ene partner in 2001 overlijdt, maakt de andere partner in de aangifte erfbelasting geen melding van het buitenlandse vermogen. In juni 2014 doet de overgebleven partner echter alsnog een melding bij de inspecteur. Vervolgens legt de fiscus in maart 2016 een navorderingsaanslag erfbelasting op. Daarbij is de onbeperkte navorderingstermijn bij buitenlandse bestanddelen van een nalatenschap gebruikt. Men noemt dit in de praktijk ook wel de Edelweissroute. Maar de vraag is of het Unierecht de onbeperkte navordering bij de Edelweissroute in de weg staat. Volgens de Hoge Raad is een uitbreiding van de navorderingsbevoegdheid toegestaan om belastingfraude te bestrijden en de doeltreffendheid van fiscale controles te waarborgen. Daarbij geldt echter als voorwaarde dat de fiscus het evenredigheidsbeginsel eerbiedigt. In deze zaak heeft de inspecteur de verlengde navorderingstermijn niet benut op een wijze die verder gaat dan noodzakelijk is om het doel van de navordering bij de Edelweissroute te bereiken. Daarom is geen sprake van een schending van het evenredigheidsbeginsel. De Hoge Raad besluit dan ook het cassatieberoep ongegrond te verklaren. Bron: Hoge Raad 06-08-2021

Einde arbeidsovereenkomst bij stagiair

De Belastingdienst maakt ondernemers en salarisadministrateurs er op attent dat bij een stagiair in fictieve dienstbetrekking geen ‘Code reden einde arbeidsovereenkomst’ mag worden aangeleverd bij het einde van de stage. Ook niet als de salarissoftware daar om vraagt. Dit moet alleen als de stagiair in echte dienstbetrekking werkzaam was.
Een stagiair die een beloning ontvangt die niet marktconform is, is in fictieve dienstbetrekking. Voor deze stagiair moet code 7 worden ingevuld bij ‘Code aard arbeidsverhouding’. Bij gebruik van deze code wordt bij het einde van de stage geen 'Code reden einde arbeidsovereenkomst' aangeleverd. In deze situatie mag geen gebruik worden gemaakt van code 99. Het kan zijn dat de salarissoftware wel om deze code vraagt. Dit is niet juist, maar de Belastingdienst keurt de aangifte daar niet op af. De Belastingdienst verstuurt ook geen terugkoppelrapport naar de werkgever. Mogelijk verandert dat in de toekomst. Een stagiair die een marktconforme beloning ontvangt is in echte dienstbetrekking. In de aangifte moet daarvoor de ‘Code aard arbeidsverhouding’ 1 (arbeidsovereenkomst) worden gebruikt. Bij beëindiging van deze arbeidsovereenkomst moet een ‘Code reden einde arbeidsovereenkomst’ worden ingevuld. Het hangt af van de situatie welke code moet worden gebruikt. Bij het einde van de stage is dat meestal code 30 (einde van rechtswege vanwege verstrijken duur arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd). Door het invullen van de ‘Code reden einde arbeidsovereenkomst’ bij een echte dienstbetrekking, heeft UWV inzicht in de reden van het beëindigen van de arbeidsovereenkomst. UWV kan zo op een juiste wijze het recht op een uitkering van de werknemersverzekeringen vaststellen. In de Gegevensspecificaties aangifte loonheffingen 2021 kan men op pagina 61 nalezen in welke situaties de ‘Code reden einde arbeidsovereenkomst’ moet worden gebruikt. Bron: Forum Fiscaal Dienstverleners, 09-08-2021

Bedrijfsgebouwen bij boerderijwoning zijn aanhorigheden

Voor de verkrijging van een woning gold tot 2021 het verlaagde tarief van 2%. Dat verlaagde tarief gold ook voor aanhorigheden bij een woning. Hof Arnhem-Leeuwarden heeft geoordeeld dat bedrijfsgebouwen en erfverhardingen aanhorigheden zijn bij een boerderijwoning.
Een echtpaar koopt in 2015 een boerderijwoning. Tot de woning behoren volgens de leveringsakte ook schuren, de ondergrond, het erf en verdere aanhorigheden. Bij de levering van de onroerende zaak is 2% overdrachtsbelasting afgedragen. Voor sommige tot de woning behorende onroerende zaken is volgens de inspecteur echter het algemene tarief van 6% van toepassing. Bij Hof Arnhem-Leeuwarden is het de vraag welk overdrachtsbelastingtarief van toepassing is op de bedrijfsgebouwen en erfverhardingen. Het lage tarief geldt niet alleen voor de woning zelf., maar ook voor aanhorigheden bij de woning. Het hof kijkt voor het begrip aanhorigheid naar de parlementaire geschiedenis. Een aanhorigheid bij een woning is een onroerende zaak die naar objectieve maatstaven bij de verkrijging van de woning daartoe behoort, bij de woning in gebruik is en daaraan dienstbaar is. Gelet op de ligging van de bedrijfsgebouwen en erfverhardingen ten opzichte van de woning, de bereikbaarheid van de bedrijfsgebouwen vanuit de woning en het feit dat het één kadastraal perceel betreft, behoren de bedrijfsgebouwen en erfverhardingen volgens het hof tot de woning. De varkensschuur is in gebruik als opslag voor voer en als nacht- en winterverblijf voor kleinvee. De jongveestal is in gebruik voor het opslaan van potten en planten. Ook is de jongveestal in gebruik voor het stallen van een caravan en aanhanger. De kapschuur wordt gebruikt voor de opslag van haardhout. Dat maakt dat voornoemde bedrijfsgebouwen dienstbaar zijn aan de woning. Volgens het hof zijn de bedrijfsgebouwen en erfverhardingen daardoor aanhorigheden bij de woning. Het hof bepaalt dat de verkrijging van de onroerende zaken belast is met 2% overdrachtsbelasting. Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 20-07-2021

Honklosse belastingfraudeur riskeert gevangenneming

Rechtbank Rotterdam ziet het plegen van fiscale fraude door een belastingadviseur als een ernstige zaak. Als de fraudeur daarnaast vaak van verblijfplaats wisselt, wijst dat op vluchtgevaar en kan de rechter besluiten het bevel tot gevangenneming te geven.
Deze zaak betreft een man die een belastingadviespraktijk uitoefent. Het Openbaar Ministerie (OM) legt deze fiscalist belastingfraude ten laste. Het OM stelt dat de man steeds leiding heeft gegeven aan het indienen van onjuiste aangiftes omzetbelasting. Ook heeft hij volgens het OM nagelaten om suppletieaangiften in te dienen. Hoewel voor het verrichten van de strafbare feiten in zes tijdvakken onvoldoende bewijs is, verklaart de rechtbank de fiscalist schuldig. Er is namelijk voldoende bewijs dat de man in acht kwartalen wel de fout is ingegaan. De voormalige accountant van de man getuigt bijvoorbeeld dat zijn cliënt hogere voorschotten heeft ontvangen dan hij heeft opgegeven in zijn aangiftes. De accountant heeft zelfs zijn samenwerking met de fiscalist opgezegd vanwege een discussie over de uitstaande btw-schuld. Daarbij heeft de accountant de man nog gewezen op zijn plicht suppleties in te dienen. Daarnaast verklaart de fiscaal adviseur van de man dat zij hem had diverse malen heeft verzocht zijn gestelde betaling van de btw-schuld te onderbouwen. De man heeft echter dit advies eveneens naast zich neergelegd. De rechtbank weegt bij het vaststellen van de straf mee dat de man een belastingadviespraktik drijft. Men mag immers van een belastingadviseur en verwachten dat hij zich niet schuldig maakt aan belastingfraude, aldus de rechtbank. Vervolgens veroordeelt de rechter de man tot een gevangenisstraf van vijftien maanden gevangenisstraf, waarvan vijf maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Ten slotte beveelt de rechtbank de gevangenneming van de man. De fiscalist heeft zich namelijk diverse malen niet gemeld. Ook is hij twee keer niet verschenen op de terechtzitting. Daarnaast wisselt hij geregeld van verblijfplaats en land. De rechtbank oordeelt daarom dat sprake is van een ernstig vluchtgevaar. Bron: Rechtbank Rotterdam, 3 augustus 2021 (gepubliceerd 5 augustus 2021)

© lArcade 2024