Inloggen

Archief

Minderheidsaandeelhouder misschien niet sociaal verzekerd

Een bv sluit met andere vennootschappen een managementovereenkomst en de andere vennootschappen hebben arbeidsovereenkomsten gesloten met bestuurders. Deze bestuurders zijn minderheidsaandeelhouders. Onder deze omstandigheden is het nog maar de vraag of deze aandeelhouders voor de sociale zekerheid in dienst zijn bij de bv.
Een bv sluit managementovereenkomsten met twee Ltd’s. Op grond van deze overeenkomsten oefenen deze Ltd’s de dagelijkse leiding over de bv uit. Beide Ltd’s hebben een 24%-belang in de bv. Verder heeft iedere Ltd een arbeidsovereenkomst gesloten met haar eigen dga. Toch merkt de Belastingdienst deze dga’s voor de heffing van premies werknemersverzekeringen aan als verplicht verzekerde werknemers van de bv. Hof Arnhem-Leeuwarden gaat daarmee akkoord omdat sprake zou zijn van privaatrechtelijke dienstbetrekkingen tussen de dga’s en de bv. Maar de hofuitspraak houdt in cassatie geen stand. De Hoge Raad constateert dat het hof op zich de juiste juridische maatstaf heeft gehanteerd. Het oordeel van het hof dat men civielrechtelijk moet uitgaan van dienstbetrekkingen tussen de bv en de dga’s in plaats van dienstbetrekkingen tussen de Ltd’s en de dga’s is volgens de Hoge Raad zonder nadere motivering onbegrijpelijk. Het hof gaat daarmee immers voorbij aan de managementovereenkomsten tussen de bv en de Ltd’s en de arbeidsovereenkomsten tussen de Ltd’s en de dga’s. Daarom verwijst de Hoge Raad de zaak naar Hof Den Bosch. Bron: Hoge Raad 18-02-2022

Internetconsultatie afschermen bezoekadressen

Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat is een internetconsultatie gestart over een wijziging van het Handelsregisterbesluit. Het gaat om het op verzoek afschermen van bezoekadressen van een onderneming of handelspersoon.
Sinds 1 januari 2022 schermt de Kamer van Koophandel het woonadres van ondernemers en bestuurders af in het Handelsregister. Met de nieuwe regeling wordt het mogelijk om het bezoekadres van een onderneming of rechtspersoon in het Handelsregister af te schermen. Dit is aan de orde als er sprake is van een dreiging en het in verband daarmee niet wenselijk is dat het adres voor iedereen in te zien is. Voorgesteld wordt dat een in het Handelsregister opgenomen bezoekadres van een onderneming of rechtspersoon kan worden afgeschermd als dat nodig is voor de veiligheid van een of meer personen. Dat geldt ook als het betreffende adres geen woonadres is. De verzoeker moet onderbouwen dat afscherming echt nodig is. Dat kan bijvoorbeeld door te laten zien dat er aangifte is gedaan van bedreiging. Daarnaast wordt geregeld dat mensen die door hun beroep blootstaan aan waarschijnlijke dreiging, zoals bijvoorbeeld journalisten, ook preventief hun bezoekadres in het Handelsregister kunnen laten afschermen. Voor die afscherming moet het dan wel gaan om een adres dat tevens woonadres is en de betreffende onderneming mag geen kapitaalvennootschap (bv of nv) zijn. De regels voor preventieve afscherming zijn strenger, omdat er niet een vaststaande dreiging is om de vermindering van transparantie mee te rechtvaardigen. Voor de preventieve afscherming moeten beroepsorganisaties afspraken maken met de KVK over de beroepsgerelateerde afschermingscriteria. Op deze wijze vervullen de beroepsorganisaties een rol in het beoordelen van de verzoeken. Voor beide regelingen geldt dat afscherming dan wel zinvol moet zijn. Dat betekent dat het af te schermen adres niet op allerlei plekken vindbaar mag zijn. De internetconsultatie staat open tot 21 maart 2022. Bron: Min. EZK 21-02-2022

Wetgever mag aftrek lage arbeidsbeloning partner beperken

Een ondernemer kan zijn partner een arbeidsbeloning betalen, als deze partner in de onderneming meewerkt. Is de beloning lager dan € 5.000, dan komt deze niet in aftrek op de winst. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat deze wettelijke bepaling niet discriminatoir is.
Een man laat zijn echtgenote sporadisch werkzaamheden in zijn onderneming verrichten en kent haar daarvoor een beloning van € 1.500 toe. De ondernemer wil deze beloning in mindering brengen op zijn winst. De inspecteur heeft aftrek van deze beloning op grond van de wet geweigerd. Volgens de wet komen arbeidsvergoedingen voor de partner van ondernemer die minder zijn dan € 5.000 niet in aftrek op de winst. Hof Den Haag heeft de inspecteur in het gelijk gesteld. De Hoge Raad is het eens met het oordeel van het hof. In tegenstelling tot wat de ondernemer beweert, is niet relevant of deze vergoeding al dan niet een vrijwilligersvergoeding is. Vaststaat dat er geen verband is tussen de aftrekbeperking van de arbeidsvergoeding en de uitsluiting van vrijwilligers voor de heffing van loonbelasting. De aftrekbeperking geldt ongeacht de aard van de werkzaamheden en de wijze waarop de vergoeding bij de partner in de belastingheffing wordt betrokken. Voorts oordeelt de Hoge Raad dat de aftrekbeperking niet discriminerend is ten opzichte van andere personen aan wie minder dan € 5.000 is betaald voor werkzaamheden. Dit onderscheid is immers niet van redelijke grond ontbloot. Om reden van uitvoerbaarheid en controleerbaarheid mocht de wetgever hiervoor kiezen. Het realiteitsgehalte van beloningen aan de partner kan namelijk eerder discussie geven. Bij werkzaamheden door de echtgenoot moet bovendien worden vastgesteld of deze de onder echtgenoten gebruikelijke wederzijdse hulp en bijstand te buiten gaan. Bron: Hoge Raad 18-02-2022

Toegang tot aangifteportaal Belastingdienst moet gratis zijn

Sinds 2020 kunnen inhoudingsplichtigen aangiften loonheffing bij de Belastingdienst alleen met behulp van eHerkenning indienen. Rechtbank Gelderland heeft geoordeeld dat de wettelijke grondslag hiervoor ontbreekt. Een naheffingsaanslag loonheffing vanwege het niet indienen van een aangifte loonheffing heeft de rechtbank daarom vernietigd.
Een bv is verplicht om aangifte loonheffing voor het tijdvak maart 2020 in te dienen. Omdat de bv niet over eHerkenning beschikt, kan ze geen aangifte doen. Vanaf 1 januari 2020 moeten inhoudingsplichtigen voor de aangiften loonheffing de beschikking hebben over eHerkenning. De Belastingdienst heeft een naheffingsaanslag over het tijdvak maart 2020 opgelegd, omdat de bv geen aangifte heeft gedaan. In geschil bij Rechtbank Gelderland is of inhoudingsplichtigen verplicht kunnen worden om bij een commerciële partij eHerkenning aan te schaffen voor het doen van hun aangifte. De rechtbank oordeelt dat er mogelijk een wettelijke basis is voor het verplicht indienen van aangiften met eHerkenning. Er is echter uitdrukkelijk voorgeschreven dat er een wettelijk voorschrift moet zijn voor die verplichting. Dat wettelijk voorschrift is er niet. De regeling van de staatssecretaris van Financiën van 2 maart 2020 is geen wet in formele zin. De inspecteur kan daarom de bv niet verplichten eHerkenning te gebruiken. Het elektronisch berichtenverkeer is in de wet geregeld. De rechtbank is echter van oordeel dat eHerkenning geen elektronisch bericht is, maar een inlogmiddel, zoals DigiD. Met eHerkenning krijgt de inhoudingsplichtige toegang tot het aangifteportaal van de Belastingdienst. De rechtbank meent dat toegang tot dat aangifteportaal gratis moet zijn als er een wettelijke verplichting is om aangiften te doen. Volgens de rechtbank is er geen wettelijke basis die belastingplichtigen verplicht om via een commerciële partij eHerkenning aan te schaffen. De ministeriële regeling kan daarom geen rechtsgrond bieden voor het verplichten van belastingplichtigen tot het aanschaffen van eHerkenning bij een commerciële partij. Een compensatie van RVO voor de aanschaf van eHerkenning maakt dit niet anders. De rechtbank vernietigt de naheffingsaanslag loonheffing. Bron: Rb. Gelderland 15-02-2022

Internetconsultatie knellende wetten en regels

Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is, op verzoek van de Tweede Kamer, een internetconsultatie gestart over de negatieve effecten van wetten en regels op mensen. Deze inventarisatie wil men gebruiken om de wetten en regels te verbeteren.
De Tweede Kamer heeft het kabinet gevraagd een uitgebreide inventarisatie te maken van terreinen waarop wetgeving hardvochtig uitpakt voor mensen en voorstellen te doen om hardheidsclausules in die wetten op te nemen. De diverse departementen inventariseren samen met uitvoeringsinstanties en gemeenten welke wet- en regelgeving mogelijk hardvochtig uitpakt voor burgers. Ook de Nationale Ombudsman wordt bij deze inventarisatie betrokken. De inventarisatie heeft als doelstelling om meer menselijke maat in wet- en regelgeving te brengen en bij de toepassing daarvan te bevorderen en te voorkomen dat burgers in de knel komen. Via deze consultatie kan iedereen wetten en regels doorgeven die als onbedoeld gevolg hebben dat mensen buitensporig in de knel komen. De consultatie staat open tot 8 maart 2022. Bron: Min. BZK 08-02-2022, internetconsultatie knellende wetten en regels

© lArcade 2024