Inloggen

Archief

Nieuwe EIB-krediettranche MKB

De Europese Investeringsbank (EIB) heeft 250 miljoen euro beschikbaar gesteld aan DLL en de Rabobank voor een kredietfaciliteit voor MKB-ondernemers en grotere ondernemers. Onderneming die voor de kredietfaciliteit in aanmerking komen kunnen bij de bank een financiering krijgen met een rentekorting oplopend tot 0,65%.
Aan DLL heeft de EIB 150 miljoen euro beschikbaar gesteld en aan de Rabobank de overige 100 miljoen euro. Naar verwachting kunnen zeker 250 ondernemers gebruik maken van een financiering met korting. Voor de kortingsregeling komen bedrijven in aanmerking die minder dan drieduizend medewerkers hebben. De regeling staat open voor zowel kleine (MKB) als middelgrote ondernemingen. De totale investering mag niet meer dan 25 miljoen euro bedragen. Bron: EIB, 10-06-2015

Verder uitstel vrij werknemersverkeer met Kroatië

Kroatië is op 1 juli 2013 toegetreden tot de Europese Unie, maar het vrije werknemersverkeer met dit land was uitgesteld met twee jaar. Vorige week heeft het kabinet ingestemd met een verdere verlenging van dit uitstel met drie jaar. Werkgevers zullen dus voorlopig nog een tewerkstellingsvergunning nodig hebben voor Kroatische werknemers die in Nederland willen werken.
Het uitstel is volgens het kabinet nodig vanwege de hoge werkloosheid in Nederland en de druk op arbeidsvoorwaarden die de migratie uit landen in Midden- en Oost Europa veroorzaakt. Vooral allochtonen, jongeren en laagopgeleiden hebben in Nederland moeite aan het werk te komen en hebben last van de concurrentie van goedkope werknemers uit Midden- en Oost Europa. Het kabinet is voor het vrije verkeer van werknemers, maar wil ook de negatieve gevolgen daarvan, zoals oneerlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden, onderbetaling en uitbuiting, tegengaan. In totaal is volgens het toetredingsverdrag uitstel van het vrij werknemersverkeer voor maximaal zeven jaar mogelijk. Bron: Min SZW 5-06-2015

Let op de formele vereisten!

Voor de toepassing van tal van fiscale regelingen is het van belang de formele vereisten goed in het oog te houden. Zo is bijvoorbeeld voor de toepassing van 30%-regeling van belang dat werknemer én inhoudingsplichtige gezamenlijk een gezamenlijk een verzoek om toepassing indienen.
Een Mexicaan is voor zijn studie naar Nederland gekomen en is na zijn studie in Nederland in dienstbetrekking gaan werken. Bijna een jaar na aanvang van de dienstbetrekking vraagt hij de 30%-regeling aan, maar de inspecteur wijst het verzoek af. De rechtbank oordeelt dat het verzoek terecht is afgewezen. De werknemer en de inhoudingsplichtige hebben niet gezamenlijk verzocht om toepassing van de 30%-regeling en dat is één van de voorwaarden om de 30%-regeling te kunnen toepassen. Een schildersbedrijf, die bij de vereisten voor de afdrachtvermindering onderwijs een formele steek liet vallen, had - althans bij de rechter - meer geluk. Op een van de praktijkovereenkomsten ontbraken de handtekeningen van de leerling en het kenniscentrum. Hierover oordeelde de rechter dat de Belastingdienst een mogelijkheid van herstel had moeten bieden, ofschoon die mogelijkheid niet in de wet is terug te vinden. De Belastingdienst zal ongetwijfeld hoger beroep instellen en gezien recente uitspraken over formele eisen is de kans bijzonder groot dat het schildersbedrijf dan aan het kortste eind trekt. Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant 29-04-2015; Rb. Gelderland 2-06-2015

Nieuwe aanvraagformulieren ontslagvergunning

Vanaf 1 juli moeten werkgevers een ontslagvergunning bij het UWV aanvragen met een nieuw formulier. De formulieren kan men nu al downloaden.
Op 1 juli gaan de nieuwe ontslagregels van de Wet werk en zekerheid (Wwz) in. Bij het UWV moet men dan een ontslagvergunning aanvragen bij ontslag vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid en ontslag om bedrijfseconomische redenen. Voor alle andere ontslaggronden moet men bij de kantonrechter terecht. Het UWV heeft op haar site sinds 8 juni nieuwe aanvraagformulieren voor een ontslagvergunning gepubliceerd. Deze nieuwe formulieren moeten werkgevers gebruiken voor ontslagaanvragen die op of na 1 juli worden ingediend. Men kan de formulieren nu al downloaden vanaf de website van het UWV, invullen en vanaf 1 juli uploaden via het werkgeversportaal van UWV. Het UWV zal een complete aanvraag binnen vier weken afhandelen. Het aanvraagformulier voor een ontslagvergunning wegens bedrijfseconomische redenen bestaat uit drie delen (A, B en C). Deel A (algemene gegevens werkgever) en C (omschrijving bedrijfseconomische redenen) hoeft men een keer bij een aanvraag in te vullen. Formulier B (gegevens werknemer) moet men voor iedere werknemer afzonderlijk invullen. Het UWV heeft ook een formulier voor de Aanvraag verklaring overbruggingsregeling transitievergoeding gepubliceerd. Met dit formulier vraagt een werkgever een verklaring aan waarin staat of de hij aan de voorwaarden voldoet voor de overbruggingsregeling transitievergoeding. Let op: op het formulier Aanvraag ontslagvergunning wegens bedrijfseconomische redenen – Deel A Werkgever moet men eerst aangeven dat deze verklaring wordt aangevraagd. Het aanvraagformulier moet men vervolgens invullen en als bijlage toevoegen bij deel C van de ontslagaanvraag wegens bedrijfseconomische redenen. Bron: UWV, 8-06-2015

Meer flexwerkers en zzp’ers

In tien jaar tijd is het aandeel werkenden met een flexibele arbeidsrelatie toegenomen van 15% procent (2004) tot 22% (2014). Het aandeel zzp’ers is in diezelfde periode toegenomen van 8 naar 12%.
Vorige week publiceerden het CBS en TNO de publicatie ‘Dynamiek op de Nederlandse Arbeidsmarkt: De focus op flexibilisering’, waarin een gedetailleerd beeld wordt gegeven van de ontwikkelingen op het gebied van flexibilisering. In Nederland is het aandeel werknemers met een tijdelijk contract de laatste tien jaar sneller gegroeid dan in de meeste andere Europese landen. Nederland staat nu in de top drie van landen in de EU-15, achter Spanje en Portugal. Binnen Nederland zijn er echter aanzienlijke regionale verschillen in flexibele arbeid. Dit hangt samen met de mate van verstedelijking: in de grote steden is het aantal flexwerkers het grootst. Ruim een derde van de werknemers met een flexcontract heeft na drie jaar een vaste baan. De kans op vast werk na een flexcontract is echter het grootst voor werknemers in Utrecht, Noord-Brabant en Gelderland. Ook het aandeel werknemers met twee of meer banen – in loondienst en/of als zelfstandige – is toegenomen in de afgelopen tien jaar: van 6 naar 8%. Werknemers die meerdere banen combineren vanuit een behoefte aan persoonlijke ontwikkeling of afwisseling, zijn tevredener, bevlogener en beter inzetbaar dan werknemers met één baan. Ligt er echter een pure financiële noodzaak ten grondslag aan het combineren van banen, dan is er vaker sprake van burn-outverschijnselen en zijn de werknemers minder tevreden of bevlogen en minder goed inzetbaar dan werkenden met één baan. Uit het onderzoek blijkt dat bedrijven met veel flexwerkers niet innovatiever zijn dan bedrijven met veel vaste krachten. Echter, bedrijven die flexwerkers ontwikkelmogelijkheden en uitdaging bieden en zorgen voor opname van flexwerkers in de bedrijfscultuur, blijken wel innovatiever te zijn dan bedrijven die dat niet doen. Bron: CBS 1-06-2015

© lArcade 2024