Inloggen

Archief

Forfaitaire vergoeding bij 54 bezwaarschriften

Indien meerdere bezwaarschriften tegen bijvoorbeeld de WOZ-waarde in één (hoor)zitting worden behandeld, kan dat aanleiding zijn om de proceskostenvergoeding te matigen. Daarvoor is echter vereist dat de zaken inhoudelijke samenhang vertonen en/of de proceshandelingen een uniform karakter hebben en dat de hoorzitting geruime tijd heeft geduurd.
Een huiseigenaar is het niet eens met de voor zijn woning vastgestelde WOZ-waarde. De WOZ-waarde wordt naar het daar tegen gemaakte bezwaar en een hoorzitting door de heffingsambtenaar lager vastgesteld en de aanslag onroerende zaakbelasting wordt verminderd. De huiseigenaar ontvangt een kostenvergoeding van € 265. De huiseigenaar vindt deze vergoeding echter te laag en stapt naar de rechter. Na door de rechtbank in het gelijk te zijn gesteld en een vergoeding van € 243 in plaats van € 30 te hebben gekregen, komt de zaak bij Hof Amsterdam. De WOZ-waarde en de aanslag zijn verminderd nadat een hoorzitting heeft plaatsgevonden. Tijdens de 6,5 uur durende zitting zijn 54 bezwaarschriften behandeld, waaronder die van de huiseigenaar. De toegekende vergoeding bestaat uit € 235 voor kosten van rechtsbijstand en € 30 voor het bijwonen van de hoorzitting. De heffingsambtenaar vindt dat er sprake is van bijzondere omstandigheden waardoor een vergoeding voor het bijwonen van de zitting van € 30 voldoende is. Het hof is echter, evenals de rechtbank van mening, dat er geen sprake is van bijzondere omstandigheden die een matiging van de forfaitaire vergoeding rechtvaardigen. Het gaat hier om 54 verschillende eisers die bezwaar maakten tegen de waardering van verschillende niet vergelijkbare woningen, die in verschillende straten, wijken of zelfs gemeenten lagen. Per zaak zijn eigen inhoudelijke gronden aangevoerd. Ook is per zaak afzonderlijk uitspraak op bezwaar gedaan. Er is terecht niet afgeweken van het forfait. Bron: Hof Amsterdam 14-07-2015

Belastingplan 2016: lagere lasten op arbeid

Het pakket Belastingplan bevat dit jaar vijf wetsvoorstellen: Belastingplan 2016, Overige fiscale maatregelen 2016, Wet tegemoetkomingen loondomein, Wet vrijstelling uitkeringen Artikel 2-fonds, Wet implementatie wijzigingen Moeder-dochterrichtlijn 2015. De meest in het oog springende maatregelen.
Belastingplan 2016 Box 3 wordt herzien Er worden in box 3 drie schijven onderscheiden: 0 - € 100.000, € 10.000 - € 1.000.000 en meer dan € 1.000.000, deze schijven worden voor drie jaar vastgesteld en worden indien nodig vervolgens elke vijf jaar herzien. Voor de schijven is een vermogensmix vastgesteld op basis van historische gegevens. In de eerste schijf is de verdeling 67% spaargeld – 33% beleggingen, in de tweede schijf 21% spaargeld – 79% beleggingen en voor de derde schijf wordt geen rekening gehouden met spaargeld. Het veronderstelde rendement op spaargeld is 1,63%, het veronderstelde rendement op beleggingen is 5,5%. Over deze voordelen samen moet 30% belasting worden betaald. Het heffingsvrije vermogen gaat naar € 25.000. De regeling voor fiscale partners blijft gelijk. Integratie S&O- afdrachtvermindering en RDA De RDA en S&O-afdrachtvermindering (WBSO) worden met ingang van 2016 samengevoegd tot één regeling onder het regime van de S&O-afdrachtvermindering. Er zullen twee schijven gelden met een voordeelpercentage van respectievelijk 32 en 16% (in 2015 35% en 14%), afhankelijk van de totaal gemaakte S&O-kosten. De grens tussen de eerste en de tweede schijf ligt bij € 350.000 (in 2015 € 250.000) aan gemaakte kosten. Het verhoogde starterspercentage van de eerste schijf blijft bestaan en gaat van 50 naar 40%. Voor de zogenoemde nog openstaande S&O-uitgaven uit de huidige RDA geldt een overgangsregeling. De regeling zal worden uitgevoerd door rvo.nl. Verruiming schenkingsvrijstelling eigen woning In 2016 bedraagt de eenmalig verhoogde vrijstelling voor schenkingen van ouders aan kinderen tussen de 18 en 40 jaar € 53.016. De schenkingsvrijstelling wordt, om budgettaire redenen, pas per 2017 verhoogd naar € 100.000. De schenking moet worden gebruikt voor de verwerving of verbouwing van de eigen woning, de afkoop van rechten van erfpacht, opstal of beklemming voor die woning of de aflossing van de eigenwoningschuld of restschuld. Ook de beperking dat de schenking door ouders aan kinderen moet worden gedaan vervalt per 2017. En verder: De tweede en derde schijf in de IB worden ieder met 1,85% verlaagd en de derde schijf wordt met € 8.548 verlengd. Vierde schijf begint dan bij € 66.421 (in 2015: € 57.585). Afbouwpercentage algemene heffingskorting wordt verhoogd. De arbeidskorting en de inkomensafhankelijke combinatiekorting worden verhoogd. Het emigratielek voor aanmerkelijkbelanghouders wordt gedicht: de kwijtschelding van de conserverende aanslag, die bij emigratie van ab-houders is opgelegd, vervalt. De conserverende aanslag blijft in stand. Dit geldt met terugwerkende kracht tot 15 september 2015. Betere aansluiting loonbelasting en inkomstenbelasting: de uitzonderingsregel bijzondere beloningen worden afgeschaft. Het wordt dus onmogelijk de bijzondere beloning bij het tijdvakloon op te tellen. Hierdoor sluit de loonheffing beter aan bij de inkomstenbelasting en hoeft er niet achteraf te worden bijbetaald. De opbouw arbeidskorting wordt met ingang van 1 januari 2016 verwerkt in de tabel bijzondere beloningen. Erfpachtstructuren in de overdrachtsbelasting worden aangepakt Overige fiscale maatregelen Werkkostenregeling Het gebruikelijkheidscriterium wordt in de werkkostenregeling wordt aangescherpt op verzoek van de Eerste en Tweede Kamer. De vrees bestond dat bonussen met het oog op tariefsarbitrage zouden worden aangewezen als eindheffingsbestanddeel. Volgens de gewijzigde formulering van het gebruikelijkheidscriterium mag de omvang van de als eindheffingsbestanddeel aangewezen vergoedingen en verstrekkingen niet in belangrijke mate groter zijn dan de omvang van de vergoedingen en verstrekkingen die in de regel in overeenkomstige omstandigheden als eindheffingsbestanddeel worden aangewezen. En verder: De informatieplicht bij eigenwoningschuld wordt vereenvoudigd als de belastingplichtige dit zelf moet aangeven. Per 1 juli 2016 is het niet meer mogelijk per jaar MRB te betalen. De minimumwaarderingsregel bij afkoop lijfrente wordt afgeschaft. De massaal bezwaarprocedure wordt verbeterd en er wordt een fiscale prejudiciële procedure ingevoerd. Ook buitenlandse monumentenpanden kunnen onder voorwaarden onder de monumentenregeling vallen naar aanleiding van het arrest van het Europese Hof. Step-up dividendbelasting voor grensoverschrijdende juridische fusie en juridische splitsing. Er worden enkele maatregelen in de woningsfeer genomen. De Vpb-plicht voor overheidsondernemingen wordt op een aantal punten verduidelijkt. Wet tegemoetkomingen loondomein De huidige premiekortingen zijn volgens het kabinet niet in alle gevallen toereikend. Er komt daarom een nieuw systeem met tegemoetkomingen in de vorm van loonkostenvoordelen. Het wetsvoorstel introduceert verder het zogenoemde lage-inkomensvoordeel (een tegemoetkoming in de loonkosten voor werkgevers die mensen met een salaris tot 120% van het wettelijk minimumloon in dienst hebben). De invoering gaat in fases; eerst het lage-inkomensvoordeel in 2017, waarna de loonkostenvoordelen volgen in 2018. Wet vrijstelling uitkeringen Artikel 2-fonds Het Artikel 2-fonds is een compensatieregeling voor Joodse vervolgingsslachtoffers uitgekeerd door de Duitse overheid. Voorgesteld wordt deze uitkeringen in Nederland vrij te stellen van belasting en premieheffing. Wet implementatie Moeder-Dochterrichtlijn De Wet Vpb en de Wet dividendbelasting worden gewijzigd om te voorkomen dat bepaalde geldverstrekkingen in grensoverschrijdende verhoudingen gunstiger worden behandeld dan in nationale verhoudingen. De tweede wijziging betreft de invoering van een antimisbruikbepaling. Bron: Pakket Belastingplan 2016

Hoge Raad bevestigt: iPad is een computer

Of een iPad een computer is of een communicatiemiddel, is al geruime tijd een kwestie waar rechters zich over buigen. De zaak had betrekking op de pre-werkkostenregelingtijd, maar door de verschillende standpunten die rechters innamen, en de bekendheid van de belanghebbende (RTL) nog altijd interessant.
RTL verschafte aan haar vaste medewerkers in 2010 een iPad. Ze hoefden geen eigen bijdrage te betalen en over het gebruik waren geen afspraken gemaakt. Volgens de inspecteur was het dus belast, tenzij de iPads voor minimaal 90% zakelijk werden gebruikt. Want een iPad had volgens de inspecteur meer weg van een computer. Dit oordeel werd gevolgd door Rechtbank Haarlem. Maar in hoger beroep kwam Hof Amsterdam tot een geheel ander oordeel: voor computer was een iPad toch een onhandig apparaat, dat toetsenbord dat telkens over het scherm schuift, toch…? Het hof meende dat het behandeld moest worden als communicatiemiddelen waarvoor destijds voor een onbelaste verstrekking een minimaal zakelijk gebruik van 10% gold. En dat was voor medewerkers van een mediabedrijf natuurlijk wel aannemelijk te maken. De staatssecretaris ging in cassatie bij de Hoge Raad en deze instantie heeft, in navolging van een eerder advies van de advocaat-generaal, bepaald dat een iPad onder de categorie ‘computers en dergelijke apparatuur’ valt. Volgens de systematiek van de wet zal men volgens de Hoge Raad eerst moeten kijken of iPads vallen in de categorie ‘computers en dergelijke apparatuur’ en pas bij een ontkennende antwoord moeten kijken of het onder de communicatiemiddelen valt. Omdat iPads nog meer dan bijvoorbeeld digitale agenda’s en GPS-apparatuur bedoeld is voor taken die ook door een computer kunnen worden verricht, vallen iPads dus onder de categorie computers en komt men aan de vraag of het een communicatiemiddel is niet meer toe. Bron: HR 11-09-2015

Vrijstelling voor wijkgerichte diensten wijkverpleging

Met terugwerkende kracht tot 1 januari 2015 komt er een vrijstelling voor omzetbelasting voor wijkgerichte diensten van aanbieders van wijkverpleging.
Met ingang van 1 januari 2015 verrichten aanbieders van wijkverpleging ook wijkgerichte diensten. Die diensten bestaan in het verbinden van het medische en sociale domein waarbij signaleren, regisseren en coördineren de kern vormen. Omdat dit geen cliëntgebonden zorg betreft zijn de bestaande btw-vrijstellingen hierop niet van toepassing. De staatssecretaris acht dit ongewenst en wil wijkgerichte diensten zoals omschreven in de Beleidsregel Verpleging en Verzorging, BR/CU-7123 van de Nederlandse Zorgautoriteit vrijstellen van omzetbelasting. Die vrijstelling geldt met terugwerkende kracht tot 1 januari 2015. De aanbieders van wijkgerichte diensten zullen worden opgenomen in Bijlage B bij het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968. Vooruitlopend op die aanpassing van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 keurt de staatssecretaris goed dat wijkgerichte diensten delen in de vrijstelling voor diensten van sociale of culturele aard. Voor de toepassing van deze goedkeuring is niet van belang of met de diensten winst wordt beoogd of gemaakt. Bron: MvF 3-09-2015

Eén cao voor het uitgeverijbedrijf

Op 8 september 2015 is een formeel akkoord bereikt voor de cao Uitgeverijbedrijf. Alle partijen (Werkgeversvereniging Uitgeverijbedrijf, FNV-KIEM, CNV Dienstenbond, De Unie en NVJ) hebben met het onderhandelingsresultaat van 6 juli 2015 ingestemd.
De cao Uitgeverijbedrijf is de rechtsopvolger van de zes cao’s (BTU, Vaktijdschriften, Dagbladjournalisten, Dagbladuitgeverijbedrijf, Publiekstijdschriftjournalisten, Opinieweekbladjournalisten) die tot en met 31 december 2014 in de sector Uitgeverijbedrijf van kracht waren. De doelgroepen uit de vroegere cao’s zijn in deze cao benoemd als functiegroepen. De nieuwe cao heeft een looptijd van 1 juli 2015 tot en met 28 februari 2017 en kent per 1 juli 2015 een loonsverhoging van 1%. Bron: NUV, 09-09-2015

© lArcade 2024