Inloggen

Archief

Werkloosheid laatste kwartaal 2015 gedaald

De werkloosheid is in het laatste kwartaal van 2015 met gemiddeld 7.000 per maand gedaald. De twee maanden daarvoor stokte de daling van de werkloosheid nog. In december waren 588.000 mensen werkloos. Dat komt neer op 6,6% van de beroepsbevolking. Het aantal werkenden nam in diezelfde periode licht toe met gemiddeld 3.000 per maand.
Het aantal verstrekte WW-uitkeringen bedroeg in december 2015 446.000, 1,1% meer dan december 2014. Vooral vanuit grootwinkelbedrijven, horeca en onderwijs nam het aantal uitkeringen in december 2015 vergeleken met een jaar geleden toe. Daarnaast is sprake van een administratief effect als gevolg van de Wet werk en Zekerheid. Een sterke daling was er voor de bouwbedrijven. Gemiddeld kwam het aantal WW-uitkeringen in 2015 per maand uit op 430.000, 1,8% minder dan het gemiddelde in 2014. In december 2014 was 7,2% van de beroepsbevolking werkloos tegen 6,6% in december 2015. Het werkloosheidspercentage daalde het sterkst onder 25- tot 45-jarigen. In december 2014 was 6,0% van de beroepsbevolking van 25 tot 45 jaar nog werkloos. Gedurende het jaar is dit percentage afgenomen tot 5,1%. Onder 45-plussers daalde de werkloosheid in het afgelopen jaar het minst, van 6,7 naar 6,4%. De jeugdwerkloosheid nam in het eerste kwartaal van 2015 relatief sterk af van 11,8 tot 10,8% in maart, het laagste werkloosheidspercentage in de afgelopen vier jaar. Daarna nam de werkloosheid onder jongeren weer wat toe. In de laatste drie maanden daalde het aantal werklozen echter weer met gemiddeld 2.000 per maand. In december kwam de werkloosheid onder jongeren daarmee uit op 11,2%. In Nederland wonen 12,7 miljoen mensen van 15 tot 75 jaar. In december had 65,4% van hen betaald werk, oftewel 8,3 miljoen mensen. Het gaat hierbij om 4,5 miljoen mannen en 3,8 miljoen vrouwen. Het aantal werkenden nam in de eerste helft van 2015 toe met ruim 40.000 personen. Daarna bleef het aantal werkenden vrijwel gelijk om in de laatste drie maanden nog eens met 10.000 toe te nemen. UWV verstrekte in 2015 583.000 nieuwe WW-uitkeringen, 3,5% minder dan in 2014. De meeste sectoren vertonen een afname van het aantal nieuwe uitkeringen. De daling was het sterkst vanuit de bouwbedrijven (-25,2%). Een toename was er vanuit de sectoren vervoer en opslag, grootwinkelbedrijf en zorg en welzijn. Ook voor 55-plussers nam het aantal nieuwe uitkeringen toe. Bron: CBS 21-01-2016

Niet gerealiseerde zelfstandigenaftrek te verrekenen bij overlijden

Financiën heeft onlangs een besluit gepubliceerd dat een goedkeuring bevat waardoor de niet gerealiseerde zelfstandigenaftrek kan worden verrekend met de stakingswinst ingeval de ondernemer in het jaar van zijn overlijden niet voldoet aan het urencriterium.
In het besluit wordt voor de verrekening van de niet gerealiseerde zelfstandigenaftrek goedgekeurd dat het urencriterium niet geldt in het jaar dat de (gehele) onderneming wordt gestaakt als gevolg van overlijden van de ondernemer. Wanneer staking van de onderneming het gevolg is van overlijden van de ondernemer kan het namelijk voorkomen dat de ondernemer niet kan voldoen aan het urencriterium. Hij komt dan niet in aanmerking voor de zelfstandigenaftrek en derhalve ook niet voor de (verrekening van) niet gerealiseerde zelfstandigenaftrek. De staatssecretaris heeft dit onwenselijk geacht en keurt goed dat de ondernemer die als gevolg van overlijden niet aan het urencriterium voldoet, de niet gerealiseerde zelfstandigenaftrek alsnog in mindering kan brengen op de winst behaald met of bij het staken van de gehele onderneming als gevolg van het overlijden. De goedkeuring geldt echter niet voor de jaarwinst genoten in het jaar van staken. De verrekening van de niet gerealiseerde zelfstandigenaftrek is slechts mogelijk voor zover de winst met of bij staking van de onderneming toereikend is. De goedkeuring geldt verder alleen voor de niet gerealiseerde zelfstandigenaftrek. Wanneer de ondernemer als gevolg van overlijden niet voldoet aan het urencriterium, bestaat er dus geen recht op de zelfstandigenaftrek (maar alleen op verrekening van de niet gerealiseerde zelfstandigenaftrek). Als ten gevolge van de omzetting van stakingswinst in een lijfrente het bedrag van de niet gerealiseerde zelfstandigenaftrek hoger is dan de stakingswinst verminderd met de hiervoor bedoelde lijfrente, kan voor het meerdere geen verrekening van niet gerealiseerde zelfstandigenaftrek plaatsvinden. Het besluit werkt terug tot en met 1 januari 2011. Dat betekent dat een aanslag die onherroepelijk vaststaat zo nodig ambtshalve wordt verminderd. Bron: MvF 14-01-2016

Faillissementsprocedure: sneller en transparanter

De faillissementswetgeving gaat de komende jaren flink op de schop. Een reeks wetsvoorstellen is al ingediend of in voorbereiding. Onlangs is een concept gepubliceerd van een wetsvoorstel dat zich richt de faillissementsprocedure zelf: die moet sneller en transparanter.
Het voorstel voorziet in de volgende wijzigingen: digitalisering van de faillissementsprocedure met het doel de efficiëntie en de transparantie te vergroten. Bepalingen die in de weg staan aan het gebruik van elektronische communicatiemiddelen moeten worden gewijzigd, zodat onder meer vergaderingen via internet kunnen plaatsvinden en essentiële informatie digitaal kan worden verspreid; verbetering van het beheer van het vermogen van de failliet (de faillissementsboedel) en versnelling van de afwikkeling van het faillissement, onder meer door een aangescherpte uiterste termijn te introduceren voor het indienen van vorderingen door de schuldeisers; de mogelijkheid van meer maatwerk binnen het faillissement. Met name bij grotere faillissementen bestaat er behoefte aan enkele afwijkingen van de standaardprocedure die de bijzondere complexiteit en omvang van het faillissement in aanmerking te nemen; verdere specialisatie bij de rechterlijke macht en ondersteuning het het wetgevingsproces door de instelling van een nieuwe adviescommissie insolventierecht (Insolventieraad) die advies kan uitbrengen over het faillissementsbeleid en toepassing van de Faillissementswet in de praktijk. Op een concept van het wetsvoorstel Wet modernisering faillissementsprocedure kan tot 1 maart door belanghebbenden commentaar worden geleverd via de website www.internetconsultatie.nl. Bron: Internetconsultatie.nl 2-12-2015

Grijp uw kans: vereenvoudig de belastingwetgeving

Het ministerie van Financiën nodigt brancheorganisaties, ondernemers en burgers uit om voor 15 februari 2016 voorstellen voor een praktische vereenvoudiging van de belastingwetgeving aan te leveren. Dit blijkt uit en nieuwsbericht dat is gepubliceerd op de site van de Rijksoverheid.
Het kabinet blijft werken aan een vereenvoudiging van de belastingwetgeving. Het ministerie zoekt daarom, als voorbereiding op het Belastingplan 2017, oplossingen voor bestaande knelpunten uit de praktijk. Voor welke specifieke knelpunten oplossingen worden gezocht, is niet duidelijk. De voorstellen worden beoordeeld aan de hand van verschillende criteria: zij moeten budgetneutraal zijn, juridisch houdbaar en uitvoerbaar voor burgers, bedrijven en de Belastingdienst. De voorstellen voor een praktische vereenvoudiging kunnen schriftelijk worden aangeleverd bij het ministerie van Financiën: Directie Algemene Fiscale Politiek, Afdeling Beleid, Postbus 20201, 2500 EE Den Haag. Bron: MvF 18-01-2016

Afdrachtvermindering onderwijs ook voor deelkwalificaties

De afdrachtvermindering onderwijs is met ingang van 2014 afgeschaft, maar in de praktijk wordt nog discussie gevoerd over oudere jaren. In een recent arrest schept de Hoge Raad op een aantal punten meer duidelijkheid. Zo kan de afdrachtvermindering ook worden toegepast bij deelkwalificaties.
De zaak betrof een vennootschap die 67 van haar werknemers bij een onderwijsinstelling had ingeschreven voor het traject 'Praktijk/Basisoperator'. Bij het afsluiten van het opleidingstraject ontvingen de deelnemers een deelcertificaat voor het praktijkdeel van de opleiding Basisoperator. Dit praktijkdeel is onderdeel van de Crebo-erkende opleiding tot Basisoperator. Naast het praktijkdeel omvat de gehele opleiding nog drie deelkwalificaties. De vennootschap maakt aanspraak op de afdrachtvermindering die van toepassing is op de werknemer die de beroepspraktijkvorming volgt van de beroepsbegeleidende leerweg van een beroepsopleiding. De inspecteur heeft de afdrachtvermindering echter gecorrigeerd omdat de afdrachtvermindering naar zijn mening niet is bedoeld voor de situatie waarin slechts een onderdeel is gevolgd van een opleiding die valt onder de beroepsbegeleidende leerweg. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelde dat in de wettelijke bepalingen ten behoeve van de aanspraak op afdrachtvermindering niet de eis is gesteld dat een volledige beroepsopleiding wordt gevolgd noch dat de intentie van de deelnemer daarop gericht zou dienen te zijn. Volgens de Hoge Raad kan in de tekst van de wet inderdaad niet de eis worden gelezen dat de werknemer een (volledige) beroepsopleiding volgt. Hetgeen de werknemer moet volgen is ‘de beroepspraktijkvorming’. Wel volgt hieruit dat het moet gaan om een beroepspraktijkvorming die als zodanig deel uitmaakt van de beroepsbegeleidende leerweg van een van de beroepsopleidingen. Bron: HR 15-01-2016

© lArcade 2024