Inloggen

Archief

Belastingverdrag met Duitsland in werking

Op 1 januari 2016 is het nieuwe belastingverdrag met Duitsland in werking getreden. In een toelichting heeft de staatssecretaris aangegeven dat een aantal regelingen waarin de uitkomsten van onderling overleg waren vastgelegd, komen te vervallen.
Nederland en Duitsland willen binnenkort een overeenkomst publiceren over de toepassing van de nieuwe compensatieregeling voor in Nederland wonende grensarbeiders. De uitkomsten van onderling overleg met betrekking tot de verdeling van de winst van Duitse en Nederlandse land- en bosbouwbedrijven met grond in de andere staat, blijven ook onder het nieuwe belastingverdrag toepassing vinden. Dit is neergelegd in het Besluit belastingverdragen Duitsland IZV 2015/1054M. De toepassing van de uitkomsten van onderling overleg met betrekking tot ontslagvergoedingen wordt onder het nieuwe belastingverdrag niet voortgezet. Op basis van recente jurisprudentie van het Bundesfinanzhof voor Duitsland is het niet mogelijk om deze uitkomst van onderling overleg voort te zetten. De toepassing van de uitkomsten van onderling overleg met betrekking tot bloemenhandelaren wordt onder het nieuwe belastingverdrag niet voortgezet. Bron: MvF 15-12-2015

Aantal ingeschreven bedrijven bereikt record

Volgens de Kamer van Koophandel waren er nog nooit zoveel bedrijven in Nederland als eind 2015. Er staan per 1 januari 2016 1.777.183 bedrijven ingeschreven bij het Handelsregister. Steeds meer 65-plussers en vrouwen ondernemen en het aantal faillissementen loopt terug.
Eind 2010 stonden er 385.212 minder bedrijven ingeschreven in het Handelsregister, in totaal 1.391.971. Het aantal zzp’ers groeide in 2015 met 6% tot 928.279. Ook het aantal parttime zzp’ers nam in 2015 toe. Parttime zzp’ers geven bij inschrijving aan dat zij maximaal 15 uur per week aan ondernemen besteden. Het aantal mkb-bedrijven (tot 249 medewerkers) nam toe met 552 bedrijven en er kwamen in 2015 20 bedrijven met meer dan 250 medewerkers bij. Het aantal 65-plus ondernemers neemt toe. Per 1 januari 2016 zijn dat er 117.114. Wat de reden van deze stijging is, is niet duidelijk. Het kan zijn dat het lastig is om een opvolger te vinden maar het kan ook zijn dat 65-plussers gewoon lekker door willen werken. Het aandeel vrouwelijke ondernemers bedraagt 35,1% (519.613) van het totaal aantal ondernemers. Vrouwen werken met name als parttime ondernemer. De verhouding man/vrouw ligt daar nu op 60/40, maar de verwachting is dat dit nog verder naar elkaar toegroeit. In 2015 schreven zich 117.482 zzp’ers in, 50.652 parttime zzp’ers en 20.020 mkb’ers. In totaal stopten 102.610 ondernemingen met hun activiteiten. Het aantal stoppers is weer minder dan in 2014. Ook nam het aantal faillissementen in 2015 af ten opzichte van 2014 (25,5% minder). Bron: KvK.nl 04-01-2016

Energie- en Milieulijst 2016 gepubliceerd

Op 30 december 2015 zijn de Energielijst 2016 en de Milieulijst 2016 gepubliceerd. Het aftrekpercentage voor energie-investeringen is voor 2016 verhoogd en ook het budget voor beide regelingen is in 2016 hoger.
Er zijn vier nieuwe technieken aan de Energielijst toegevoegd: snelloopdeur voor koel- of vriescellen, besparingssysteem voor klimaatinstallaties, standairco en zonnepanelen op transportmiddelen. Het aftrekpercentage voor energiebesparende technieken wordt in 2016 verhoogd naar 58%. Ook het budget van de EIA wordt in 2016 fors verhoogd tot € 161 miljoen (2015: € 106 miljoen). U kunt de Energielijst 2016 raadplegen via de site van RVO. Het investeren in circulair ondernemen wordt gestimuleerd om duurzame groei te bevorderen. Ondernemers die in 2016 investeren in het duurzamer omgaan met grondstoffen of het hergebruiken van producten kunnen met de nieuwe Milieulijst dan ook meer voordeel genieten. De meest in het oog springende wijzigingen in de Milieulijst zijn de opname van de waterstofpersonenauto, de waterstofbus en aardgas- en elektrischevrachtwagen terwijl de plugin-hybride personenauto is vervallen. Ook komen laadpalen en tankstations alleen nog in aanmerking als die alleen door de eigenaars van het tankstation of laadpunt zelf worden gebruikt, mobiele machines die voldoen aan de emissie-eisen van fase IV komen niet meer in aanmerking, de positieve olielijst voor 2016 is aangepast, waarbij niet alle typen olie uit 2015 nog voldoen en er zijn aangepaste eisen voor mobiele koelinstallaties. In 2016 is er meer budget beschikbaar voor landbouwvoorzieningen. Opvallende wijzigingen zijn het extra voordeel voor melkveestallen, waarbij weidegang wordt toegepast, meer voordeel voor het tegengaan van erfafspoeling, meer voordeel voor vaker recirculeren in de glastuinbouw en verminderen/verwijderen van gewasbeschermingsmiddelen/meststoffen uit te lozen water en duurzame stallen moeten voldoen aan de nieuwe Maatlat Duurzame Veehouderij (MDV), versie 10. Nieuw op de Milieulijst zijn de kwekerij voor insecten en verwerkingsapparatuur voor insecten, spuitmachines voor vollegrondteelt met een driftreductie van ten minste 90%, telemetriesysteem voor gecontroleerde lozing op het riool, het opslaan van plastic afval op visserij schepen, in het kader van de Green Deal ‘Visserij voor een schone zee’ en polycultuur kweeksystemen voor aquacultuur. Het budget voor de MIA is verhoogd naar € 97 miljoen (2015: € 93 miljoen) en het budget voor de Vamil is verhoogd naar € 40 miljoen (2015: € 38 miljoen). U kunt de Milieulijst 2016 raadplegen via de site van RVO. Bron: RVO.nl

Regels S&O nader uitgewerkt

De minister van Economische Zaken heeft eind december 2015 in verband met de integratie van RDA in de WBSO de Regeling S&O-afdrachtvermindering gepubliceerd. Ten aanzien van S&O-verklaringen die zijn afgegeven met werkelijke kosten en uitgaven zijn de administratieve verplichtingen aangescherpt. Ook de controle wordt strikter.
De administratieverplichtingen waar S&O-inhoudingsplichtigen en S&O-belastingplichtigen aan moeten voldoen wanneer een S&O-verklaring is afgegeven zijn grotendeels gelijk aan de S&O-verplichtingen in voorgaande jaren. Nieuw zijn de nadere administratieverplichtingen die gelden wanneer een S&O-verklaring is afgegeven waarin werkelijke kosten en uitgaven zijn opgenomen. Uit de administratie moet zijn af te leiden wat de werkelijke kosten en uitgaven zijn geweest van het verrichte S&O en deze moeten worden gespecificeerd. Dit is een nadere uitwerking van een voor de RDA bestaande verplichting. Ook gelden de administratieverplichtingen nu per kalenderjaar. Verder zijn de regels aangescherpt voor wat betreft de controle van de administratie. De administratie moet binnen twee maanden na het kwartaal waarin de S&O plaatsvond beschikbaar zijn voor controle. De urenadministratie van werknemers die S&O-werk verrichten moet uiterlijk 10 dagen na een dag waarin S&O is gerealiseerd beschikbaar zijn. De administratie van de werkelijke kosten en uitgaven moet beschikbaar zijn voor controle op de dag dat mededeling wordt gedaan inzake het aantal S&O-uren c.q. de voor S&O werkelijk gemaakte kosten en uitgaven. Ten aanzien van de aanvraagtermijn voor een S&O-verklaring geldt een termijn van drie maanden voor inhoudingsplichtigen die gebruikmaken van het forfait. Voor een verklaring waarin werkelijke kosten en uitgaven zijn opgenomen geldt een termijn van drie maanden plus acht weken. In de regeling is verder opgenomen welke werkzaamheden niet tot speur- en ontwikkelingswerk worden gerekend. Met name werkzaamheden met betrekking tot de invoering en commercialisatie van nieuwe producten, processen en programmatuur worden uitgesloten. Deze opsomming is grotendeels ongewijzigd overgenomen uit de Afbakeningsregeling. Nieuw is dat ter verduidelijking een aantal afwijzingsgronden aan de lijst zijn toegevoegd. De posten worden in de regeling verder toegelicht. De Afbakeningsregeling S&O 1997 en de Uitvoeringsregeling S&O 2006 zijn in de Regeling verwerkt en komen te vervallen. Bron: Min. van EZ

Autokostenfictie of eindheffing bij bestelauto

Om gebruik te kunnen maken van de eindheffing voor een voor privédoeleinden ter beschikking gestelde bestelauto moet, in verband met de aard van het werk, de auto doorlopend afwisselend door meerdere werknemers worden gebruikt. Mag één werknemer de bestelauto ’s avonds mee naar huis nemen en geldt er geen verbod op privégebruik, dan mag de eindheffing niet worden toegepast.
Een ondernemer die zich bezighoudt met de verhuur van steigers (inclusief op- en afbouw) stelt aan twee van zijn werknemers een bestelauto te beschikking. Volgens de ondernemer worden de bestelauto’s doorlopend afwisselend door meerdere werknemers gebruikt en hij heeft daarom de eindheffing (art. 31, lid 1, onderdeel d Wet LB) toegepast. De ondernemer heeft de werknemers niet verboden de auto’s privé te gebruiken en ook wordt geen kilometeradministratie bijgehouden om aan te tonen dat er privé minder dan 500 km per jaar met de bestelauto’s wordt gereden. Na een ingesteld boekenonderzoek oordeelt de inspecteur dat de eindheffing ten onrechte is toegepast en legt een naheffingsaanslag loonheffingen met boete op in verband met privégebruik auto. De ondernemer gaat in beroep. Volgens Rechtbank Gelderland wordt een (bestel)auto die ter beschikking wordt gesteld aan een werknemer in beginsel ook geacht voor privédoeleinden ter beschikking te staan en moet daarom een bijtelling plaatsvinden. Dit kan worden voorkomen door een kilometeradministratie bij te houden. De eindheffing mag worden toegepast als een bestelauto, vanwege de aard van het werk, doorlopend afwisselend wordt gebruikt door twee of meer werknemers waardoor bezwaarlijk is vast te stellen of en aan wie die bestelauto voor privédoeleinden ter beschikking is gesteld. De heffing voor privégebruik blijft in dat geval beperkt tot € 300 per bestelauto per jaar. Vaststaat dat de bestelauto’s overdag, in verband met de aard van het werk, doorlopend afwisselend worden gebruikt door twee of meer werknemers. Daarmee worden de bestelauto’s ook aan die andere werknemers te beschikking gesteld voor privédoeleinden. Dit is volgens de ondernemer weliswaar niet de bedoeling maar kan niet worden uitgesloten omdat dit niet wordt gecontroleerd. Een redelijke wetstoepassing zou meebrengen dat de autokostenfictie over alle werknemers die de bestelauto’s hebben gebruikt wordt verdeeld. De rechtbank vindt dat aan de voorwaarde voor toepassing van de eindheffing niet is voldaan. Doordat de twee werknemers aan wie de bestelauto’s ter beschikking zijn gesteld deze feitelijk voor privédoeleinden kunnen gebruiken, is niet moeilijk vast te stellen aan wie de bestelauto’s voor privédoeleinden ter beschikking zijn gesteld. De werknemers nemen de auto’s ‘s avonds mee naar huis en er is geen verbod op privégebruik. Dat andere werknemers overdag gebruik maken van de bestelauto’s maakt daarbij niet uit. De (gebruteerde) naheffingsaanslagen zijn terecht opgelegd omdat de ondernemer de bijtellingen niet achteraf op de werknemers kan verhalen. Beide werknemers zijn op aangeven van de ondernemer gestopt met het bijhouden van een kilometeradministratie omdat de eindheffing zou worden toegepast. De boete op de naheffingsaanslagen wordt vernietigd. Volgens de rechtbank heeft de ondernemer een pleitbaar standpunt ingenomen. De regeling in de eindheffing is vooral bedoeld om problemen van administratieve aard met betrekking tot de kilometeradministratie te voorkomen. Vaststaat immers dat de werknemers administratieve problemen zouden kunnen hebben omdat meerdere werknemers gebruik maakten van de aan hen ter beschikking gestelde bestelauto’s. Bron: Rb. Gelderland 31-12-2015

© lArcade 2024