Inloggen

Archief

Onderzoek naar belastingplanning en klantanonimiteit

DNB gaat onderzoek doen naar de betrokkenheid van banken bij het faciliteren van financiële constructies die de zichtbaarheid van klanten belemmeren voor overheidsinstanties.
In de Toezicht Vooruitblik 2017 heeft DNB aangekondigd het onderzoek naar de betrokkenheid van financiële instellingen bij het faciliteren van agressieve belastingplanning en klantanonimiteit in 2017 voort te zetten. Ook gaat DNB in 2017 aan de hand van een vragenlijst bij banken gegevens opvragen om integriteitsrisico’s in kaart te brengen. In 2017 gaat DNB bij een aantal banken vervolgonderzoek doen naar de betrokkenheid bij agressieve belastingplanning en de naleving van wettelijke vereisten omtrent de integere bedrijfsvoering, cliëntenonderzoek en transactiemonitoring. DNB beoogt met dit onderzoek te bereiken dat de onderzochte banken geen activiteiten meer initiëren en de bestaande activiteiten op het gebied van agressieve belastingplanning afbouwen. Daar waar DNB constateert dat banken dergelijke activiteiten wel uitvoeren, wil DNB bereiken dat banken een juiste risicoafweging maken, hun beheersing op orde brengen en hun activiteiten en cliëntenportefeuille waar nodig herzien. DNB beoogt hiermee dat de banken de fiscale risico’s in beeld hebben en dit inzichtelijk maken in hun beleid, in de systematische risicoanalyse (SIRA) en in de cliëntendossiers. Banken moeten verder kritisch toetsen of deze risico’s passen binnen de eigen risk appetite. DNB verwacht eind 2017 de sector te informeren over de resultaten van dit onderzoek. Bron: DNB 23-2-2017

Tijdelijke huisvesting uitzendkrachten: BUA van toepassing

Op grond van het BUA is de aftrek van voorbelasting uitgesloten voor onder meer het verlenen van huisvesting aan het personeel. Een uitzendbureau dat om niet huisvesting ter beschikking stelt aan haar buitenlandse uitzendkrachten meent dat in haar geval het BUA niet van toepassing is. Rechtbank Gelderland gaat daar niet in mee.
De zaak draait om de uitleg van het begrip huisvesting. Volgens het uitzendbureau is er geen sprake van huisvestiging in de zin van het BUA: de betrokkenen blijven in het land van herkomst in hun woonplaats ingeschreven staan en de huisvesting (hotels, pensions, vakantiewoningen) is slechts tijdelijk. Ook is het belang van de uitzendkrachten bij de huisvesting volstrek ondergeschikt is aan de belangen van het uitzendbureau. Daarnaast beroept het uitzendbureau zich op het Fillibeck-arrest van het EU Hof van Justitie: volgens het uitzendbureau is er sprake van bijzondere omstandigheid (specialistisch werk waar moeilijk in Nederland arbeidskrachten voor zijn te vinden, grote reisafstand en korte duur werkzaamheden) zoals bedoeld in dit arrest die maken dat in het belang van de onderneming de huisvesting werd verzorgd. Rechtbank Gelderland volgt de redenering van het uitzendbureau niet. Volgens de rechtbank wordt in het BUA geen onderscheid gemaakt in soort huisvesting en of de huisvesting al dan niet tijdelijk ter beschikking staat aan het personeel. Er is volgens de rechtbank ook geen aanleiding om de Fillibeck-criteria toe te passen. De categorie ‘huisvesting’ is namelijk heel specifiek en als zodanig uitgesloten van aftrek, zonder dat hiervoor een nadere uitleg of invulling nodig is die ruimte geeft om de jurisprudentie van het Europese Hof toe te passen. Ook moet worden bedacht dat de Fillibeck-criteria door het Europese Hof zijn gegeven in verband met uitleg van de bepaling over de fictieve dienst en dus niet in verband met de aftrekuitsluitingen zoals vervat in het BUA. Het BUA is dus van toepassing en op grond van het BUA is de aftrek uitgesloten. Bron: Rb. Gelderland 28-02-2017

Onderhandelingsresultaat cao Beroepsgoederenvervoer

Na vorige week een snel onderhandelingsresultaat bij de cao Bouw & Infra, waarmee door de achterbannen van de verschillende partijen inmiddels is ingestemd, zijn deze week in een andere grote sector - het Beroepsgoederenvervoer - de onderhandelingen geëindigd in een eindbod dat de bonden aan hun leden zullen voorleggen.
Het betreft een cao met een looptijd van 3 jaar (1 januari 2017 tot en met 31 december 2019) waarbinnen de lonen op 1 juli 2017, 1 januari 2018 en 2019 met 2% zullen worden verhoogd. Tevens zal er gedurende de looptijd in drie stappen een extra trede op alle loonschalen worden gecreëerd. De vakbonden hebben aangegeven het eindbod aan hun achterban te zullen voorleggen. Vakbond FNV - die bij de vorige cao nog fors de actietrom roerde - meldt op haar website trots dat de lonen van de vrachtwagenchauffeurs de komende drie jaar 10% vooruit gaan. Daarnaast is de bond te spreken over de afspraken die in het eindbod staan over meer zeggenschap over werktijden. Met dit eindbod komt er een einde aan de KNV-cao. Beide transport-cao's worden samengevoegd. Bron: TLN 8-03-2017; FNV 8-03-2017

Pensioen in eigen beheer wordt uitgefaseerd

Het wetsvoorstel Wet Uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen en de Novelle Wet Uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen zijn op 7 maart met algemene stemmen aangenomen door de Eerste Kamer.
Vanwege het aanhouden van het wetsvoorstel en de indiening van de novelle is de ingangsdatum van de uitfasering verschoven van 1 januari 2017 naar 1 april 2017. De door de staatssecretaris eerder toegezegde coulanceperiode van drie maanden blijft bestaan, zodat de dga na invoering per 1 april tot 1 juli 2017 de tijd heeft om de pensioentoezegging ‘premievrij’ te maken (ofwel de opbouw te stoppen). Tijdens de behandeling in de Eerste Kamer heeft de staatssecretaris een tweetal conceptbesluiten met de kamerstukken meegestuurd. In het eerste conceptbesluit voor de loonbelasting is de drie maanden coulancetermijn geregeld. In een conceptbesluit voor de vennootschapsbelasting is aangegeven onder welke voorwaarden aftrek van de actiefpost voor toekomstige indexatielasten mogelijk is. Bron: EK 7-03-2017

Meer duidelijkheid over ICT-richtlijn

Sinds eind vorig jaar is de ICT (intra company transfer)-richtlijn, bedoeld voor het overplaatsen van personeel binnen het eigen concern, van kracht. Enkele grote werkgevers, VNO-NCW en AWVN hebben er op aangedrongen dat werknemers die eerst drie jaar op basis van de ICT-richtlijn vervolgens gebruik kunnen maken van de kennismigrantenregeling. Het zag er namelijk naar uit dat deze werknemers na een periode van drie jaar eerst voor zes maanden Nederland zouden moeten verlaten.
Uit informatie op de site van de IND blijkt dat een vergunning als kennismigrant, aansluitend op een intra-company vergunning van drie jaar op basis van de ICT-richtlijn, toch mogelijk is. De ICT-werknemers hoeven dus niet eerst zes maanden Nederland te verlaten. Op de site van de IND is op de pagina over de ICT-richtlijn een pdf met veel gestelde vragen opgenomen. In de antwoorden is aangegeven dat het uitgangspunt van de ICT-Richtlijn is, dat na het verblijf in Nederland de werknemer terugkeert naar de buitenlandse werkgever of een ander buiten de EU gevestigd onderdeel van de onderneming. Wel kan de werknemer na die termijn in aanmerking komen voor een nationale verblijfsvergunning. Voor de werknemer kan dan ook een vergunning op basis van de kennismigrantenregeling worden aangevraagd. Bron: AWVN 2-03-2017

© lArcade 2024