Inloggen

Archief

Productie industrie in de lift

De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie was in november 4,4% hoger dan in november 2016 en een fractie groter dan in oktober 2017. Al ruim twee jaar produceert de industrie meer dan in dezelfde periode een jaar eerder. De productiegroei was het sterkst in de farmaceutische industrie.
De farmaceutische industrie produceerde in november ruim 19% meer dan in november 2016. Ook de productie van de transportmiddelen-, de elektrische-apparaten-, de machine- en de rubber- en kunststofindustrie groeide sterker dan gemiddeld in de industrie. Van oktober op november 2017 steeg de productie met 1,1%. De industriële productie lag niet eerder zo hoog. De voor seizoeneffecten gecorrigeerde productie fluctueert aanzienlijk. Dalingen en stijgingen volgen elkaar snel op. Sinds medio 2014 is er sprake van een stijgende trend van de industriële productie. Het producentenvertrouwen veranderde in december nauwelijks en kwam uit op het een na hoogste punt van 2017. Producenten waren wat minder positief over de verwachte bedrijvigheid. De belangrijkste afzetmarkt voor de Nederlandse industrie is Duitsland. In dat land daalde het producentenvertrouwen iets na een recordniveau in de maand daarvoor. Bron: CBS 9-01-2018

Eén Porsche te weinig

Een kostenvergoeding die niet aannemelijk gemaakt kon worden, de bijtelling voor een Porsche die ontbrak en een rittenadministratie voor een Porsche die van geen kant klopte, bezorgden een beheer bv een flinke naheffingsaanslag loonheffing.
Aan een beheer bv zijn naheffingsaanslagen loonheffing opgelegd voor de jaren 2008 tot en met 2011. De beheer bv verstrekt in die tijd aan zijn werknemer (tevens enig certificaathouder) een maandelijkse kostenvergoeding van € 200 en stelt hem in 2008, 2009 en 2010 een Porsche Cayenne (bijtelling 2009: € 16.574) en een Porsche 911 Carrera (bijtelling 2009: € 45.226) ter beschikking. De werknemer heeft voor de Porsche Carrera een rittenadministratie overlegd. Volgens de inspecteur behoort de kostenvergoeding tot het loon en dient er een bijtelling voor privégebruik bij het loon te worden gerekend. Voor Hof Arnhem dient de bv aannemelijk te maken dat de kostenvergoeding dient ter bestrijding van kosten voor een behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking. Daarin slaagt beheer bv niet. De werknemer verricht bij andere concernvennootschappen werkzaamheden waarvoor een management fee wordt uitgekeerd. Volgens het hof heeft de beheer bv niet aannemelijk gemaakt dat de werknemer voor eigen rekening uitgaven doet ter behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking. Ten aanzien van de Porsches staat vast dat beide auto’s ter beschikking zijn gesteld aan de werknemer. Er dient in ieder geval voor de Porsche Cayenne een bijtelling wegens privégebruik plaats te vinden. De overgelegde rittenadministratie voor de Porsche 911 Carrera vertoont zoveel mankementen dat niet is gebleken dat de Carrera voor minder dan 500 kilometer per jaar is gebruikt. Kortom, ook voor deze auto moet privégebruik worden bijgeteld. In de jaren 2008, 2009 en 2010 is daardoor jaarlijks zo'n € 10.000 te weinig aan belasting ingehouden. Aan de beheer bv zijn vanwege de correcties boeten opgelegd. Daar het aan grove schuld van de beheer bv te wijten is dat te weinig belasting is betaald over het privégebruik auto, wordt voor 2008 een boete van € 2.765 en voor 2009 t/m 2011 een boete van € 4.314 opgelegd. Deze worden met 15% verminderd in verband met de overschrijding van de redelijke termijn. Dat de bv in de financiële problemen zit, maakt geen verschil. Volgens het hof heeft de rechtbank de boeten terecht opgelegd en blijkt uit de overgelegde financiële stukken niet dat beheer bv de boete niet kan betalen. Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 19-12-2017

Meerderheid werknemers meldt zich niet ziek bij lichte griep

74 procent van de werknemers meldt zich niet ziek bij een (lichte) griep. Dat blijkt uit landelijk onderzoek in opdracht van Tentoo, onder meer dan 1.000 Nederlanders.
Opmerkelijk is dat 62 procent wel vindt dat een financiële bonus bijdraagt aan het terugdringen van ziekteverzuim. Dat bijna 75 procent van de ondervraagden zich niet ziek meldt bij (lichte) griep is bijzonder. Volgens Tentoo hebben Nederlanders een groot verantwoordelijkheidsgevoel en zetten ze door, ook wanneer de gezondheid op een laag pitje staat. Aan de andere kant speelt vermoedelijk angst om een slecht imago te krijgen. Alhoewel werknemers niet afgerekend mogen worden op het feit dat zij ziek zijn, heerst wellicht het gevoel minder gewaardeerd te worden. Niet alleen door de leidinggevende, maar ook door collega’s die werk moeten overnemen. Ruim 60 procent van de Nederlanders denkt bovendien dat een financiële bonus bijdraagt aan het terugdringen van ziekteverzuim. Bij jongeren van achttien tot 25 jaar is dit percentage hoger, namelijk 68 procent. De vraag is echter of een bonus wel een goed idee is. Het is een manier om werknemers te motiveren, maar het is niet zo slim om zieke mensen op kantoor te hebben. Griep is besmettelijk en het gevolg kan zijn dat weldra de hele werkvloer gevloerd is. Volgens Tentoo is het beter om je te richten op de oorzaken van verzuim. Een kwart van het verzuim is werkgerelateerd maar zorgt wel voor de helft van alle kosten van de doorbetaling bij ziekte. Bron: Tentoo 2-01-2018

Accountantsverklaring: geen zekerheidje

Doordat in de accountantsverklaring wordt aangegeven dat geen zekerheid wordt gegeven over de betrouwbaarheid van een jaarrekening, is deze jaarrekening onvoldoende om een aanslag Vpb te verlagen.
Nadat een bv na een boekenonderzoek een vaststellingsovereenkomst over de aangiften Vpb over de jaren 2005 tot en met 2009 heeft gesloten, volgt in 2012 de uitnodiging om aangifte Vpb 2011 te doen. Op deze uitnodiging wordt niet gereageerd. De vervolgens opgelegde ambtshalve aanslag over 2011 ad € 500.000 wordt verlaagd nadat door de bv in de bezwaarfase een conceptjaarrekening 2011 is overgelegd. De inspecteur gaat uit van een geschat belastbaar bedrag van € 140.527 in plaats van het uit de jaarrekening blijkende verlies van € 91.037. In het hoger beroep wordt de definitieve jaarrekening 2011 overgelegd, dit maal met een verklaring van de accountant. De definitieve jaarrekening is qua financiële gegevens gelijk aan de conceptjaarrekening. Hof Amsterdam is echter, met Rechtbank Noord-Holland, van mening dat niet het vereiste bewijs is geleverd om de aanslag verder te verminderen. Uit de verstrekte accountantsverklaring blijkt dat geen zekerheid over de getrouwheid van de jaarrekening kan worden gegeven. De definitieve jaarrekening is daarmee niet alsnog het vereiste (zware) bewijs voor de onjuistheid van de uitspraak op bezwaar. Bovendien heeft de bv de door de inspecteur over de jaarrekening gestelde vragen niet beantwoord. Volgens het hof is de stelling van de bv dat de jaarrekening antwoord geeft op alle vragen niet terecht. De ambtshalve aanslag Vpb blijft in stand. Bron: Hof Amsterdam 01-08-2017(gepubl. 03-01-2018)

Kosten inburgeringscursus nooit aftrekbaar

Maakt iemand kosten voor een inburgeringscursus? Dan staan deze kosten in een te ver verwijderd verband tot een concrete vorm van inkomensverwerving om te kunnen worden aangemerkt als scholingsuitgaven.
Een dga was in het huwelijk getreden. Zijn echtgenote was vanuit China in Nederland komen wonen. Voor het volgen van een inburgeringscursus had de echtgenote kosten gemaakt. In geschil bij Hof Den Haag was of deze kosten aftrekbaar waren als scholingskosten. In geschil bij Hof Den Haag was of de kosten voor de inburgeringscursus aftrekbaar zijn als scholingskosten. Hof Den Haag (ECLI:NL:GHDHA:2017:2017:1663) oordeelde dat de kosten van inburgeringscursus geen scholingskosten zijn. Deze kosten waren niet gedaan met het oog op het verwerven van inkomen uit werk en woning. Uitgaven voor een inburgeringscursus en voor de daartoe benodigde leerboeken staan in een te ver verwijderd verband tot een concrete vorm van inkomensverwerving om te kunnen worden aangemerkt als scholingsuitgaven. Het hof verwees daarbij naar Hoge Raad 8 maart 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ3568. Alleen als aannemelijk gemaakt kan worden dat er zich bijzondere omstandigheden hebben voorgedaan, kan men volgens het hof van dit algemene uitgangspunt afwijken en zijn de kosten voor een inburgeringscursus aftrekbaar als scholingskosten. De Hoge Raad onderstreept het oordeel van het hof dat kosten voor een inburgeringscursus geen scholingskosten zijn. Anders dan het hof oordeelt de Hoge Raad dat er zich in het geheel geen bijzondere omstandigheden kunnen voordoen waarbij deze kosten wel aftrekbaar zouden kunnen zijn. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie daarom ongegrond verklaard. Bron: HR 15-12-2017

© lArcade 2024