Inloggen

Archief

Werkgever mag mondkapje verplichten

Rechtbank Midden-Nederland heeft in een kort geding beslist dat het instellen van een mondkapjesplicht op de werkvloer onder het instructierecht van de werkgever valt.
Een werknemer is sinds 2014 in dienst bij een bakkerij. De werknemer brengt in een transportbus goederen rondtussen de verschillende vestigingen van de bakkerij, levert goederen af bij afnemers en haalt goederen op bij leveranciers. Op 13 oktober 2020 laat de werkgever per WhatsAppbericht aan zijn werknemers weten dat zij verplicht zijn om een mondkapje te dragen. De chauffeur weigert na 13 oktober onder werktijd een mondkapje te dragen en is daar, bij afwezigheid van de werkgever, op aangesproken door de chef productie. Op 29 oktober 2020 vindt er een gesprek plaats tussen de werkgever en de chauffeur waarna de chauffeur op non-actief wordt gesteld en de loonbetaling wordt opgeschort tot 6 november 2020. De werkgever laat aan de chauffeur weten dat deze maatregelen onder andere ongedaan gemaakt kunnen worden door schriftelijk te verklaren dat volgens de instructies een mondkapje wordt gedragen. De chauffeur blijft echter weigeren waarop de werkgever bij de kantonrechter om ontbinding van de arbeidsovereenkomst verzoekt. In kort geding eist de chauffeur uitbetaling van (achterstallig) loon en de mogelijkheid om weer aan de slag te gaan. Volgens de werkgever heeft zij een redelijke instructie aan haar personeel gegeven over het tijdens werktijd dragen van een mondkapje. Deze instructie strekt ter bevordering van de veiligheid en gezondheid van de chauffeur en zijn collega’s gedurende de corona pandemie. De chauffeur hoeft in de transportbus geen mondkapje te dragen. De mondkapjesplicht is voor hem beperkt tot de tijd dat hij in de bedrijfspanden is, hetgeen neerkomt op 10% van zijn totale werktijd. De kantonrechter komt tot het voorlopig oordeel dat de werkgever in redelijkheid de instructie tot het dragen van een mondkapje aan haar werknemers heeft mogen geven en dat chauffeur verplicht was deze instructie op te volgen. Vast staat dat de chauffeur zich niet aan de instructie heeft gehouden en tijdens de mondelinge behandeling is duidelijk geworden dat de chauffeur niet bereid is de instructie alsnog op te volgen. De werkgever is bevoegd is om de loonbetaling aan de chauffeur op te schorten en hem de toegang tot het werk te ontzeggen zolang hij de instructie niet opvolgt. De eis van de chauffeur om op basis van een andere functie in de cao beloond te worden, wordt wel gehonoreerd. Bron: Rb. Midden-Nederland 13-01-2021

Rentevoordeel dga hoeft geen verkapt dividend te zijn

Het kan gebeuren dat een aandeelhouder geld van zijn bv leent om dit bedrag vervolgens weer uit te lenen aan een voormalige schuldenaar van de bv. In zo’n geval kan de Belastingdienst besluiten een eventueel rentevoordeel aan te merken als een verkapte winstuitdeling. Rechtbank Zeeland-West-Brabant vindt echter dat de fiscus dan eerst moet bewijzen dat de lening van de bv onzakelijk is.
Een man houdt indirect een belang van 50% in een bv die een assurantiekantoor exploiteert. De bv verkoopt op 1 september 2013 haar verzekeringsportefeuille aan een derde. Om deze verkoop te faciliteren leent de bv de koper bedragen van in totaal € 135.000. Op 16 april 2014 leent de man zelf een bedrag van € 200.000 van zijn bv 2,5% interest per jaar. Dit bedrag leent hij in dezelfde maand door aan de koper van de verzekeringsportefeuille. Daarbij komen de partijen een interestvergoeding overeen van 12% per jaar. De einddatum van de lening van € 200.000 ligt rond 1 januari 2017. De koper lost op 22 april 2014 de schuld van € 135.000 aan de bv af. De inspecteur bestempelt het rentevoordeel van 12% -/- 2,5% = 9,5% over de lening van € 200.000 als een verkapte winstuitdeling. Volgens hem heeft de bv de man een voordeel doen toekomen door de lening via hem te laten lopen. Daarnaast constateert de Belastingdienst dat de man over de jaren 2015 en 2016 geen rente heeft betaald aan de bv. Daarom neemt de fiscus bij de man ook voor dat onbetaalde rentebedrag een verkapte winstuitdeling in aanmerking. Maar de man start daarop een beroepsprocedure. De rechtbank verwerpt de stelling van de Belastingdienst dat de man de lening aan de koper heeft overgenomen, omdat de koper de oude lening heeft afgelost. Daardoor vormt de lening van € 200.000 een nieuwe financiering. Daarnaast zijn de overeengekomen interestpercentages en leningsvoorwaarden zakelijk. Nu heeft de man inderdaad een hoge rente bedongen, maar hij heeft ook te maken met een ander risicoprofiel. De rechtbank oordeelt daarom dat het renteverschil geen verkapte winstuitkering vormt. De rechter bestempelt het niet betalen van de interest aan de bv wel als een aandeelhoudersvoordeel. Omdat de zoon van de man ook een indirect belang van 50% in de bv heeft, is slechts de helft van de onbetaalde rente bij de man belast. Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant 17-12-2020

Onvoldoende budget voor subsidieregeling vervanging bestelauto’s

MKB-Nederland en VNO-NCW zijn blij met de subsidieregeling voor de vervanging van bestelauto’s van ondernemers door emissieloze voertuigen, maar vinden het voorgestelde budget daarvoor onvoldoende. De organisaties verwachten problemen als gemeenten in 2025 overgaan tot emissieloze zones. Dit blijkt uit een reactie op de internetconsultatie voor de subsidieregeling.
Met de subsidieregeling kunnen 44.000 nieuwe, emissieloze bedrijfsvoertuigen worden aangeschaft. Het totale wagenpark telt echter zo’n 950.000 bestelauto’s. Ongeveer de helft heeft Euroklasse 4 of lager. Naast een groter budget zouden er volgens de ondernemingsorganisaties ontheffingsmogelijkheden moeten komen voor ondernemers die in een nul-emissiezone zijn gevestigd of afhankelijk zijn van bedrijfsactiviteiten in zo’n zone. Gemeenten kunnen ook zelf een financiële tegemoetkoming aanbieden. Met een one-stop-shop kunnen ondernemers worden ontzorgd. De overheid laat dan zien dan op welke regelingen ondernemers recht hebben en zorgt ervoor dat zij die regelingen zo makkelijk mogelijk kunnen aanvragen. Omdat er verschillende soorten ondernemers zijn met bestelauto’s, moet er volgens VNO-NCW en MKB-Nederland een verdeelsleutel komen als er (veel) te veel subsidieaanvragen binnenkomen. Er zijn middenstanders met een enkele bestelauto, vervoersbedrijven met grote wagenparken en leasemaatschappijen die leaseoplossingen bieden voor ondernemers. De regeling scheert deze ondernemers allemaal over één kam. ‘Uitgangspunt moet zijn dat ondernemers met maar één aanvraag niet automatisch worden afgewezen. Ook de ‘wie het eerst komt, wie het eerst maalt’-systematiek moet uit de regeling, aangezien kleinere bedrijven meer tijd nodig hebben voor een aanvraag. Bron: MKB-Nederland en VNO-NCW 12-01-2021

Grootste cao-loonstijging in twaalf jaar

In 2020 zijn de cao-lonen met 3,0% gestegen. Voor het laatst in 2008 stegen de cao-lonen harder, de toename bedroeg toen 3,3%. Vanaf de eerste helft van 2017, toen de cao-loonstijging 1,3% was, is het percentage opgelopen tot 3,0 in het eerste en derde kwartaal van 2020. In het vierde kwartaal lag de cao-loonstijging iets lager, namelijk 2,9%. Dit blijkt uit voorlopige cijfers van het CBS.
Ondanks de coronacrisis is de cao-loonstijging in jaren niet zo hoog geweest als in 2020. Daarbij speelt vooral mee dat voor bijna drie kwart van de cao’s in maart van dit jaar (toen de eerste lockdown begon) al een akkoord was afgesloten over heel 2020. Het jaarcijfer van de consumentenprijzen is in 2020 gemiddeld 1,3% hoger. De cao-lonen zijn volgens de voorlopige cijfers dus ongeveer 1,7% meer gestegen dan de consumentenprijzen. Dat verschil is vergelijkbaar met dat van 2009 en aanzienlijk groter dan in de laatste drie jaar. Van alle drie de cao-sectoren zijn in 2020 de cao-lonen bij de overheid het meest gestegen (3,2%). Bij de gesubsidieerde instellingen stegen de lonen met 2,7% in dezelfde periode het minst. Het was de enige sector waar de stijging minder was dan in 2019. Bij de particuliere bedrijven was het verschil met vorig jaar het grootst. De grootste cao-loonstijging was voor werknemers in de bedrijfstak industrie (3,8%). Dit komt voornamelijk door de loonsverhogingen in de twee metaalcao’s. De loonstijging was het laagst in de bedrijfstak landbouw, bosbouw en visserij (1,8%). Deze uitkomst is gebaseerd op slechts 44% van de afgesloten cao’s. Voor de cao’s open teelten en glastuinbouw is voor 2020 nog geen definitief cao-akkoord bereikt. In 2019 namen de lonen het minst toe in de bedrijfstak informatie en communicatie (1,4%). Bron: CBS.nl 07-01-2020

Pilot Webmodule Beoordeling Arbeidsrelatie

De Webmodule Beoordeling Arbeidsrelatie start de komende zes maanden als pilot. De webmodule is een online vragenlijst waarmee de opdrachtgever duidelijkheid kan krijgen over de arbeidsrelatie met een opdrachtnemer.
De regels over inhuur van zzp’ers zijn voor veel opdrachtgevers onduidelijk. Daarom heeft het kabinet een webmodule laten maken die kan helpen bij de beoordeling van de arbeidsrelatie. De vragenlijst is een hulpmiddel om vast te stellen of de opdrachtnemer de werkzaamheden buiten een dienstbetrekking kan uitvoeren. De webmodule staat op Ondernemersplein.kvk.nl. Deze pilot webmodule is anoniem en er kunnen in deze fase geen rechten aan worden ontleend. Het kabinet wil de pilot later dit jaar evalueren om erachter te komen of de module als instrument behulpzaam is en om hem waar nodig te verbeteren. Na afloop van de pilot beslist het kabinet op welk moment de handhaving (gefaseerd) wordt opgestart, op z’n vroegst is dat 1 oktober 2021. Bron: Min. SZW en MvF 11-01-2020, Ondernemersplein.KVK.nl

© lArcade 2024