Inloggen

Archief

Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) mogelijk misbruikt

De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) heeft de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) laten weten dat er mogelijk misbruik wordt gemaakt van de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL). RVO zelf heeft ook andere signalen van misbruik opgevangen. Het gaat daarbij om zo’n 481 aanvragen.
Alle gevallen van vermoedelijk misbruik zijn onderzocht. Met de FIOD en het Openbaar Ministerie wordt er gesproken over vervolgstappen. RVO heeft in ieder geval in 70 gevallen aangifte gedaan bij het Openbaar Ministerie. Om toekomstig misbruik bij de TVL zoveel mogelijk te voorkomen, heeft RVO de risicobeheersing aangescherpt zonder de snelheid in uitbetalen te verliezen. Dit systeem wordt voortdurend aangescherpt met interne en externe signalen vanuit de FIOD, banken, de Belastingdienst, KVK en het UWV. Aanvragen met een hoger risicogehalte worden alleen handmatig verwerkt. Om toekomstig misbruik of oneigenlijk gebruik te voorkomen voor TVL Q1 2021 controleert RVO ook TVL-aanvragen met een laag risico. Dit gebeurt voor het uitbetalen van het voorschot met de gegevens van de Belastingdienst. Deze zijn beschikbaar omdat RVO voor TVL Q1 2021 een groot deel dezelfde aanvragers verwacht die zowel TVL 1 juni-september als TVL Q4 2020 hebben aangevraagd. De Belastingdienst heeft deze gegevens inmiddels verstrekt. Bron: RVO.nl 15-01-2021

Grens van 10% geldt wel bij gering zakelijk gebruik auto

Volgens de hoofdregel is pas bij een zakelijk en privégebruik van meer dan 10% sprake van keuzevermogen. Maar een auto is verplicht ondernemingsvermogen voor de inkomstenbelasting als het privéverbruik minder dan 500 kilometer per jaar bedraagt. Het omgekeerde is echter niet het geval, zo oordeelt Hof Arnhem-Leeuwarden. Stel dat het zakelijk gebruik minstens 500 kilometer is, maar minder dan 10% van het totaal. In dat geval is de auto toch verplicht privévermogen.
Een ondernemer monteert bij de klanten van een keukenbedrijf thuis keukens. Hij heeft zowel een bestelauto als een personenauto op zijn naam staan. De man rekent de personenauto tot zijn ondernemingsvermogen. De fiscus vindt dat de man deze keuze niet mag maken omdat zijn zakelijk gebruik ontoereikend is. De partijen gaan voor Rechtbank Noord-Nederland uit van een totaal jaarlijks gebruik van 22.000 kilometer, waarvan 1.453 zakelijke kilometers zijn. Van het totaal is dus minder dan 10% zakelijk. Maar de rechtbank oordeelt dat dit percentage niet van belang is. Voor de vermogensetikettering van auto’s is alleen de grens van 500 kilometer relevant, aldus de rechtbank. Het zakelijk gebruik overtreft deze grens, zodat de auto keuzevermogen is. De inspecteur gaat echter in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank. Het hof redeneert als volgt. Een auto vormt in geen geval privévermogen als het privégebruik nog geen 500 kilometer per jaar is. Maar deze regeling is een uitzondering op de hoofdregel in de vermogensetikettering voor de kwalificatie van keuzevermogen. Volgens de hoofdregel kan een vermogensbestanddeel alleen keuzevermogen zijn als zowel het zakelijk als privégebruik minstens 10% is. De grens van 500 kilometer geldt alleen bij een gering privégebruik, zo oordeelt het hof. Bij een gering zakelijk gebruik is de hoofdregel van toepassing. De personenauto is dus in deze zaak verplicht privévermogen. Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 12-01-2021

NOW 3 vooral naar horeca en detailhandel

UWV heeft voor de derde periode van de NOW-maatregel in totaal ruim 77.000 aanvragen toegekend. Inmiddels heeft UWV € 1,7 miljard aan voorschotten overgemaakt aan de werkgevers. De sectoren horeca en catering en detailhandel zijn samen goed voor meer dan de helft van alle toekenningen.
Na de aankondiging van de lockdown op 14 december 2020 door premier Rutte heeft UWV het loket van 15 december tot en met 27 december opnieuw opengesteld. Sinds de start van de lockdown kwamen er 23.000 aanvragen binnen, meer dan een kwart van de uiteindelijk ruim 81.000 aanvragen. Iets minder dan 4.000 aanvragen zijn afgewezen, omdat ze niet aan de voorwaarden voldeden. De overige 77.000 werkgevers hebben inmiddels allemaal de eerste termijn van het voorschot ontvangen, aan een groot deel is inmiddels ook de tweede termijn overgemaakt. Het voorschot wordt in drie termijnen betaald. In totaal verwacht UWV zo’n € 2,8 miljard aan voorschotten over te maken voor de derde periode NOW. Daarvan is nu dus zo’n € 1,7 miljard uitgekeerd. Ter vergelijking: voor de eerste periode NOW werden 139.500 aanvragen toegekend en keerde UWV € 7,9 miljard aan voorschotten uit. Bij de tweede periode NOW ging het om ruim 63.500 toekenningen en een totaal voorschotbedrag van € 4,3 miljard. Bron: UWV 13-01-2021

Geen NOW door te late correctie loonaangifte

Het UWV kan de toepassing van de tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid 2.0 weigeren als relevante loongegevens missen op de peildatum. Een werkgever kan zijn recht op deze subsidie niet redden door na de peildatum de loongegevens te corrigeren.
Een bv die een restaurant dreef had op 6 juli 2020 een aanvraag ingediend op grond van de tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW) 2.0. Het UWV constateerde dat op de peildatum van 15 mei 2020 de loonsom over maart 2020 nihil was. Daarom kende het UWV de bv geen NOW 2.0-subsidie toe. De bv ging in beroep tegen deze weigering. Zij stelde dat haar accountant zonder overleg en haar medeweten een nihilaangifte over maart 2020 had ingediend. Hij had dit gedaan om meer tijd te winnen om uit te zoeken hoe hij oproepkrachten vanaf de sluiting in maart moest verlonen. Op 15 juli 2020 had hij de loonaangifte ook echt gecorrigeerd. Rechtbank Den Haag wijst erop dat het UWV terecht heeft gekeken naar de loonaangifte zoals die uiterlijk op 15 mei 2020 is ingediend. Daarmee moet het UWV alleen aanvullingen meenemen die uiterlijk 15 mei 2020 hebben plaatsgevonden. Het UWV neemt dus latere correctieberichten niet mee. Dit is allemaal opgenomen in de regeling. De bv betoogt dat zij mocht uitgaan van het loon over de maand november 2019 omdat de loongegevens over maart 2020 onbekend waren. Maar de rechtbank meent dat op de peildatum wel loongegevens beschikbaar waren. Het was niet zo dat de bv niet kon inloggen met de verplichte eHerkenning. Ook oordeelt de rechtbank dat de fout van de accountant voor risico en rekening van de bv komt. De rechtbank verklaart het beroep van de bv ongegrond. Bron: Rb. Den Haag 08-12-2020 (gepubl. 22-12-2020)(ECLI:NL:RBDHAL:2020:12419)

Feestelijke zakenlunch vergroot aftrek voorbelasting niet

Een bv die een pand met een woon- en kantoorfunctie krijgt, houdt daar kort na de oplevering een feestelijke lunch met zakenrelaties. AIs de verhuizing van dga van de bv naar het pand vóór die lunch feitelijk al is voltooid, dan leidt het houden van de feestelijke lunch er niet toe dat de bv begint met een volledige aftrek van voorbelasting.
Een bv adviseert ten aanzien van de exploitatie van olie- en gasbronnen. Zij koopt in 2010 een stuk bouwgrond. Deze grond heeft een woonbestemming. De bv laat op de aangekochte grond een villa met een bijgebouw bouwen. Op grond van het bestemmingsplan van de gemeente mag een woning alleen een werkruimte bevatten als de woonfunctie voor meer dan 50% gehandhaafd blijft. De bv neemt een architectenbureau in de arm en vraagt dat bureau om op de bouwtekeningen te vermelden dat het om een bedrijfswoning gaat. Wanneer de gemeente vragen stelt over de bestemming, antwoordt het architectenbureau dat de villa geen dienstwoning is. Op 7 december 2013 vindt de oplevering van de villa plaats. De bv organiseert daar op 14 december een feestelijke lunch met zakenrelaties. Vervolgens overnachten drie buitenlandse zakenrelaties in de villa. Vanaf 9 januari 2014 staan de dga van de bv en zijn echtgenote in de gemeentelijke basisadministratie ingeschreven op het adres van de villa. Zij huren het pand van de bv. Maar volgens de bv was de feestelijke lunch het eerste gebruik van de villa. Omdat dit een zakelijke aangelegenheid was, meent de bv alle voorbelasting in aftrek te kunnen brengen. De eerste herziening vindt pas plaats in 2014, aldus de bv. Daarbij stelt zij 61% van het pand zakelijk te gebruiken. De inspecteur meent echter meent dat het eenmalige en kortstondige karakter van deze feestelijke lunch verhindert dat dit telt als een eerste ingebruikname. Hij legt de bv daarom een naheffingsaanslag inclusief verzuimboete op. Rechtbank Den Haag verwerpt het standpunt van de fiscus dat de lunch geen eerste ingebruikname kan zijn. Maar de rechtbank constateert ook dat in december 2013 de verhuizing van de dga en zijn echtgenote naar de villa al grotendeels was voltooid. Uit foto’s van de feestelijke lunch blijkt verder dat de inrichting van de villa naderhand niet wezenlijk is gewijzigd. Het houden van de zakenlunch betekent dus niet dat alsnog de hele btw in het vierde kwartaal van 2013 aftrekbaar is. Bovendien stelt de rechtbank het zakelijk gebruikte deel vast op 20% van de villa. De verzuimboete blijft grotendeels in stand, omdat belastingrechter het afwijkende standpunt van de bv niet pleitbaar vindt. Bron: Rb. Den Haag 14-12-2020

© lArcade 2024