Inloggen

Archief

Van Rij geeft toelichting op brief over betalingsachterstand

Het aantal ondernemers dat ten onrechte bericht heeft ontvangen dat er sprake is van
een betalingsachterstand, is beperkt. Staatssecretaris Van Rij beantwoordt Kamervragen
over de aanmaning van de fiscus aan ondernemers met coronabelastingschulden.

Ongeveer 80.000 ondernemers met een betalingsregeling voor coronabelastingschulden
die een betalingsachterstand hebben op de betalingsregeling hebben een brief ontvangen.
Als een ondernemer onterecht bericht heeft gehad, was er in de meeste gevallen sprake
van een betaling door de ondernemer die de brief heeft gekruist. Daarnaast was er
sprake van verwarring: veel ondernemers bleken niet op de hoogte van het feit dat
het voldoen aan de nieuw opkomende verplichtingen vanaf 1 oktober 2022 een voorwaarde
is voor de betalingsregeling voor corona-belastingschulden. Ondernemers worden hier
via de website en in de vervolgcommunicatie (brieven) nogmaals op gewezen.

Vaststellen bedragen betalingsachterstand Ondernemers die op basis van de administratie van de Belastingdienst nog steeds betalingsachterstanden
hebben, ontvangen vanaf 11 april 2023 opnieuw een brief daarover. Als het ondernemers
niet lukt om het bedrag van de achterstand vast te stellen, kunnen zij contact opnemen
met de BelastingTelefoon. Mocht het zo zijn dat een ondernemer geen contact krijgt
met een medewerker van de Belastingtelefoon, dan kan hij per post zijn vraag insturen.
Zodra de Belastingdienst de brief heeft ontvangen, wordt er geen vervolgstap genomen
totdat de vraag behandeld is en de ondernemer daarvan kennis heeft kunnen nemen. De
betalingsregeling wordt dan ook voorlopig niet ingetrokken. Bij ondernemers die nog
helemaal niets afgelost hebben op de coronaschuld (zo’n 63.000 op peildatum 27 maart
2023), wordt in de brief aangegeven hoeveel termijnen de ondernemer achterloopt (op
dit moment gaat het om zes termijnen) en het te betalen termijnbedrag, waarmee ze
direct hun betalingsachterstand kunnen afleiden. Ondernemers die geen actie ondernemen
naar aanleiding van de april-brief, ontvangen vanaf eind mei 2023 een beschikking
waarmee de betalingsregeling daadwerkelijk wordt ingetrokken.

Betalingsregeling onterecht ingetrokken Als een betalingsregeling ten onrechte is ingetrokken, dan moet de ondernemer dat
zo snel mogelijk melden bij de Belastingdienst. De intrekking kan dan nog ongedaan
gemaakt worden. De ondernemer krijgt bij het beëindigen van de betalingsregeling bericht
dat hij niet voldoet aan de voorwaarden om nog langer gebruik te maken van de betalingsregeling.
Ook wordt het bedrag van de nog openstaande schuld vermeld.
Betalingen die zijn gedaan op het juiste rekeningnummer en met het juiste betalingskenmerk,
worden onmiddellijk verwerkt. Er is geen sprake van een ICT-probleem bij het verwerken
van betalingen.

Bron: MvF 07-04-2023

Late melding betalingsonmacht heeft doorlopende werking

Ook als een bestuurder te laat een melding van betalingsonmacht heeft ingediend, heeft
deze melding een doorlopende werking. Daardoor is het moeilijker voor de fiscus om
die bestuurder voor later opgekomen belastingschulden aansprakelijk te stellen.

Een man is sinds 21 december 2011 bestuurder van een holding. De holding is op haar
beurt weer bestuurder en enig aandeelhouder van een bv. Op 8 juni 2015 meldt de bestuurder
dat de bv op dat moment vier naheffingsaanslagen niet kan betalen. Dit komt door een
geschil met het oude boekhoudkantoor van de bv. De bestuurder laat weten dat hij verwacht
dat de bv in 2015 de naheffingsaanslagen wel kan betalen omdat zij nog wel winst maakt.
Volgens de ontvanger van de belastingen heeft de bestuurder te laat zijn melding van
betalingsonmacht ingediend. Maar uiteindelijk betaalt de bv de vier naheffingsaanslagen.
Wel blijft sprake van een achterstand in haar fiscale betalingsverplichtingen. Nadat
de bv op 26 oktober 2016 failliet is gegaan, stelt de ontvanger de bestuurder aansprakelijk
voor de aanslagen die dan nog niet zijn voldaan. Daarbij verwijt de ontvanger de bestuurder
geen geldige melding betalingsonmacht te hebben gedaan.
Hof Arnhem-Leeuwarden vindt dat verwijt niet terecht. Op 8 juni 2015 heeft de bestuurder
gemeld dat de bv moeite heeft met betalen. Zolang sprake is van een betalingsachterstand
ter zake van een belasting waarvoor een tijdige en correcte melding van betalingsonmacht
is gedaan, hoeft de bestuurder niet opnieuw een zodanige melding doen. Dit is alleen
anders als de ontvanger het lichaam na ontvangst van een schriftelijke betaling doet
weten de betalingsonmacht niet langer aanwezig te achten. De omstandigheid dat een
melding betalingsonmacht voor een bepaalde belastingschuld niet tijdig is gedaan,
doet niet af aan de doorlopende werking van die melding. Dit gebrek kleeft namelijk
niet aan die melding voor zover het latere tijdvakken betreft.
Omdat de bestuurder de betalingsonmacht van de belastingschulden waar het om gaat
tijdig heeft gemeld, moet de ontvanger bewijzen dat het niet betalen van die belastingschulden
is te wijten aan onbehoorlijk bestuur van de man. Dit lukt de ontvanger niet. Volgens
het hof is niet te zeggen dat geen redelijk denkend bestuurder zou handelen zoals
de bestuurder heeft gedaan. Daarbij speelt een rol dat de bv in eerdere jaren in staat
is geweest haar fiscale verplichtingen uiteindelijk te voldoen. Het hof vernietigt
daarom de aansprakelijkstelling.

Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 28-03-2023 (gepubl. 07-04-2023)

Fout in voorlopige aanslagen vennootschapsbelasting 2022

De Belastingdienst meldt dat voorlopige aanslagen vennootschapsbelasting 2022 met
dagtekening 1, 8 of 15 april 2023 mogelijk te hoog zijn.

Door een fout in het systeem van de Belastingdienst zijn de rubrieken ‘Aftrek elders
belast’ en ‘Verrekende Dividendbelasting’ niet meegenomen in de berekening van de
voorlopige aanslag 2022.
Als in de aangifte Vpb 2022 de rubrieken ‘Aftrek elders belast’ of ‘Verrekende Dividendbelasting’
zijn ingevuld heeft de ondernemer een te hoge voorlopige aanslag Vpb 2022 gekregen.
Als deze rubrieken niet zijn ingevuld klopt de voorlopige aanslag Vpb 2022 wel. De
voorlopige aanslag wordt automatisch verminderd.

Bron: Belastingdienst 07-04-2023

Onjuist bekendgemaakte aanslag ontbonden lichaam vernietigd

De inspecteur moet extra goed opletten dat hij op de correcte wijze aan een ontbonden
lichaam een aanslag vennootschapsbelasting oplegt. Anders vernietigt de belastingrechter
de aanslag.

Twee bedrijven die zijn opgericht naar het recht van de Verenigde Staten van Amerika
(USA) richten op 4 december 2013 naar Nederlands recht een vereniging op. Vanaf dat
moment houdt die vereniging alle aandelen in twee Nederlandse bv’s. De vereniging
vormt samen met haar twee dochtervennootschappen een fiscale eenheid (FE) voor de
vennootschapsbelasting. In 2016 verkrijgt de vereniging via een van haar dochtervennootschappen
een belang van 42% in een buitenlandse vennootschap. In hetzelfde jaar keert die vennootschap
$ 12.116.371 aan bruto dividend uit aan de vereniging. Hierop vindt een inhouding
van $ 1.196.651 aan dividendbelasting plaats. De vereniging geeft dit dividend in
haar aangifte vennootschapsbelasting over 2016 op als een vrijgesteld voordeel uit
deelnemingen.
De Belastingdienst meent dat de buitenlandse vennootschap onder een speciaal regime
valt. Daardoor kan zij onder voorwaarden het uitgekeerde dividend aftrekken. In dat
geval blijft de deelnemingsvrijstelling bij de vereniging buiten toepassing. De fiscus
legt de vereniging daarom op 30 november 2019 een aanslag vennootschapsbelasting op
die afwijkt van de aangifte. Op 30 augustus 2017 is de vereniging echter ontbonden.
Daarom stuurt de inspecteur de aanslag naar het adres van een vennootschap die is
aangewezen als vereffenaar. De gemachtigde van de vereniging en de vereffenaar gaat
in bezwaar en beroep tegen deze aanslag. Hij stelt dat de fiscus de aanslag niet op
de voorgeschreven wijze bekend heeft gemaakt. De vereniging is al vóór het opstellen
van de aanslag opgehouden met bestaan. De vereffening is evenmin heropend. Als de
belastingschuldige geen natuurlijke persoon is en niet langer bestaat, kan de Belastingdienst
in eerste instantie de aanslag niet bekend maken.
Rechtbank Noord-Holland is het eens met de gemachtigde. Er is wel een alternatieve
manier om de aanslag bekend te maken als de belastingschuldige niet meer bestaat.
Deze manier houdt in dat de fiscus het aanslagbiljet verzendt naar het parket van
een ambtenaar van het Openbaar Ministerie (OM) bij de rechtbank binnen het rechtsgebied
waarin de laatst bekende vestigingsplaats van de belastingschuldige ligt. Het aanslagbiljet
is ook te zenden aan het parket van de ambtenaar van het OM bij de Rechtbank Den Haag.
In deze zaak heeft de inspecteur dit niet gedaan. Daarom is de aanslag niet op correctie
wijze bekend gemaakt. Voor de rechtbank is dat voldoende om de aanslag te vernietigen.
De rechtbank oordeelt wel dat de inspecteur terecht de verliesverrekeningsbeschikking
op nihil heeft gesteld.

Bron: Rb Noord-Holland 23-03-2023 (gepubl. 06-04-2023)

AanZET-subsidiepot al leeg

De subsidiepot voor de aanschafsubsidieregeling voor Zero-Emissie Trucks voor 2023
is al weer leeg. Het totale budget voor 2023 is in één dag overtekend.

Ondernemers kunnen tot maximaal 60% van de meerprijs aan subsidie en belastingvoordeel.
Om het MKB een extra steuntje in de rug te geven, krijgen kleine ondernemers een hoger
subsidiepercentage dan grote ondernemingen. Dit jaar was er in totaal € 30 miljoen
beschikbaar. Daarmee komen er zo’n 400 nieuwe schone vrachtwagens op de weg. Het gaat
om batterij- én waterstofelektrische vrachtwagens.
Vanaf 1 januari 2025 mogen steden zero-emissiezones invoeren waar vanaf 2025 alle
nieuwe vrachtwagens en bestelbussen emissieloos rijden. Voor bestaande bestelbussen
en vrachtwagens gelden landelijke overgangstermijnen, van maximaal vijf jaar.
Daarnaast gelden een aantal uitzonderingen voor bijzondere voertuigen waar nog geen
zero-emissie alternatief voor bestaat. Ook stelt het kabinet subsidies beschikbaar.
Niet alleen voor de aanschaf van vrachtwagens, maar ook voor bestelbussen (SEBA).
Naar verwachting worden begin 2024 subsidieregelingen voor publieke en private logistieke
laadinfrastructuur opengesteld. 28 steden hebben inmiddels aangegeven een zero-emissiezone
in te gaan voeren. RAI Vereniging dringt er bij het kabinet op aan om op korte termijn
veel meer financiële middelen vrij te maken. Dat kan door de toekomstige inkomsten
uit de geplande vracht­wagenheffing alvast naar voren te halen.

Bron: Min. I&W 05-04-2023, RAI vereniging 05-04-2023

© lArcade 2024