Inloggen

Archief

Gemiddeld uurloon hoog maar al twee jaar stabiel

Het gemiddeld uurloon in Nederland is in 2015 onveranderd hoog gebleven op € 14,40 per uur. De hoogste gemiddelde uurlonen zijn genoteerd in het onderwijs en de onderzoeksector (€ 16,50), de productie (€ 16,00) en de ICT-sector (€ 15,30). De ICT-sector groeide ten opzichte van 2014 het sterkst met een toename van € 0,60 per uur. Medewerkers in het onderwijs (58 procent) en de gezondheidszorg (55 procent) ontvingen de meeste bonussen.
Op de loonschaal van Europa staat Nederland tussen de landen met de hoogste bruto salarissen. Dat blijkt uit de jaarlijkse Loonwijzer/Monsterboard WageIndex. Net als in Nederland zijn de Duitse lonen in onderwijs en onderzoek het hoogst, in de UK verdienen werknemers in de ICT het meest. De laagste gemiddelde uurlonen werden verdiend in de catering, toerisme en hospitality (€ 10,80), gevolgd door landbouw (€ 13,00) en transport en logistiek (€ 13,10). Over het algemeen geldt dat hoe meer ervaring een werknemer heeft, des te meer hij verdient. In alle sectoren van de Nederlandse economie, liggen de gemiddelde uurlonen voor medewerkers met 11 jaar ervaring of meer 53 procent hoger dan bij medewerkers met tot twee jaar ervaring. Datzelfde geldt voor de UK met 56 procent verschil in lonen tussen ervaren professionals en starters. Duitsland vormt echter een flinke uitzondering op deze regel. Het verschil tussen het gemiddelde salaris van professionals en starters is hier slechts 23 procent. Dat komt omdat starters in Duitsland gemiddeld meer verdienen. In Nederland en de UK verdient een starter met nul tot twee jaar werkervaring tussen de € 11,00 en € 12,00 per uur, terwijl hun Duitse collega’s starten op € 15,00 per uur. Na elf jaar ervaring of meer vereffent dit verschil zich en liggen de gemiddelde uurlonen in alle landen op een gelijk niveau van circa € 18,00. De lonen voor starters zijn al drie jaar stabiel op € 11,50 per uur, gelijk aan het starters uurloon in 2006. Bron: Loonwijzer 7-04-2016

Boete onbekend buitenlands vermogen verdubbeld

Staatsecretaris Wiebes hoopt dat mensen met buitenlands vermogen, dat niet wordt opgegeven in de aangifte, zo snel mogelijk alsnog inkeren. Daarom heeft hij nu bekend gemaakt dat de boete voor inkeerders per 1 juli 2016 wordt verdubbeld naar 120%.
Volgens de staatssecretaris gaan belastingdiensten van 100 landen in de komende jaren onderling bankgegevens uitwisselen. Achterhaalt de Belastingdienst als eerste de gegevens over buitenlands vermogen dan kan een belastingontduiker een boete van 300% over het verschuldigde belastingbedrag tegemoet zien. Meldt men zichzelf dan is de boete nu 60% en per 1 juli 2016 120%. MvF 12-04-2016

Minder boekenonderzoeken

Uit een rapport van de Algemene Rekenkamer blijkt dat er vorig jaar minder boekenonderzoeken zijn gehouden. Wel is er een verschuiving naar boekenonderzoeken met een groter fiscaal belang dan wel risico.
De Algemene Rekenkamer heeft in februari het rapport ‘Intensivering toezicht en invordering bij de Belastingdienst’ uitgebracht. Hierin is onderzocht of een relatie gelegd kan worden tussen de investeringen in meer controle en meer invorderingsactiviteiten en extra belastingopbrengsten. De conclusie is dat de Belastingdienst geen directe relatie blijkt te kunnen leggen tussen de investeringen die zijn gedaan met het extra budget en de ontwikkeling van de belastingopbrengsten. In het kader van de invordering zijn in 2013 vier pilots zijn gestart: pilot Deurwaardersbezoek op ongebruikelijke tijden, pilot Telefonische incasso, pilot Inning via overheidsvordering en pilot Uitbesteding incasso kleine vorderingen. Alle vier de pilots zijn inmiddels afgerond. Uit de resultaten van de pilot Telefonische incasso blijkt dat dit een effectief instrument is. Door het persoonlijk contact werd in 70% van de gevallen overgegaan tot betaling of het afspreken van een betalingsregeling. Ook de pilot Inning via overheidsvordering en de loonvordering wordt al een tijd met succes ingezet. Gekeken is naar de werkwijze en het percentage (gedeeltelijk) succesvolle overheidsvorderingen en bij welke bedragen deze maatregel werkt. De pilots Deurwaardersbezoek op ongebruikelijke tijden en Uitbesteding incasso kleine vorderingen hebben niet meer opbrengsten opgeleverd en zijn dan ook stopgezet. Uit de cijfers blijkt dat het aantal boekenonderzoeken in 2015 behoorlijk is teruggelopen: 26.300. In 2014 waren dit er nog 38.300. Het lagere aantal boekenonderzoeken houdt verband met het verleggen van de aandacht naar boekenonderzoeken met een groter fiscaal belang en/of groter fiscaal risico in het midden- en kleinbedrijf. Deze onderzoeken leveren hogere correctieopbrengsten op waardoor verwacht wordt dat de doelstelling voor intensivering toezicht en invordering qua opbrengst wordt gerealiseerd. De gemiddelde correctieopbrengst van een boekenonderzoek bedroeg in 2015 circa € 31.000 (2014: € 21.000). Daarnaast zoekt de Belastingdienst naar de meest efficiënte en effectieve wijze van behandeling. Dat behoeft niet perse een boekenonderzoek te zijn. Het aantal boekenonderzoeken in de komende jaren zal naar verwachting in lijn liggen met de realisatie van 2015 (circa 26.000 boekenonderzoeken). Bron: MvF 7-04-2016

Belastingplichtige moest zich op de hoogte stellen

Van een belastingplichtige kan niet geëist worden dat hij zich uitgebreid verdiept in de inhoudelijke aspecten van een regeling als hij zich laat bijstaan door een voldoende deskundig adviseur aan wiens zorgvuldige taakvervulling hij niet behoeft te twijfelen. Dit geldt echter niet voor eenvoudige administratieve voorwaarden van de regeling.
Een instelling die zich bezighoudt met de re-integratie van werklozen krijgt naheffingsaanslagen loonheffingen over de jaren 2009 tot en met 2013 en vergrijpboetes opgelegd. In die jaren had de instelling voor de betrokken werklozen afdrachtvermindering onderwijs (startkwalificatie) geclaimd, maar voor geen van de betrokken werklozen beschikte de instelling over een verklaring van een crebo-gecertificeerde onderwijsinstelling en in meerdere gevallen ontbrak de doelgroepverklaring van het UWV-werkbedrijf. De rechtbank laat in de beroepsprocedures en de opgelegde boetes in stand. In hoger beroep bij Hof Den Haag beroept de instelling zich er onder meer op dat hij zich liet bijstaan door een deskundige adviseur. De loonadministratie en de aangiftes loonheffingen werden verzorgd door een administratie- en belastingadvieskantoor aangesloten bij het College van Belastingadviseurs. In 2009 had de Hoge Raad, in een zaak betreffende de toepassing van afdrachtvermindering langdurig werklozen en de doorstroomvermindering lage lonen, geoordeeld dat in geval van een belastingplichtige die zich laat bijstaan door een voldoende deskundige adviseur aan wiens zorgvuldige taakvervulling hij niet behoefde te twijfelen, er geen aanleiding is om van de belastingplichtige te eisen dat hij zich ter voorkoming van fouten ook zelf in de inhoudelijke aspecten van de toepasselijke belastingregelingen verdiept. Ook als de belastingplichtige op grote schaal gebruik maakt van die regeling is dat volgens de Hoge Raad niet anders. Volgens Hof Den Haag ligt dat echter in deze zaak toch anders: het gaat er hier niet om inhoudelijke aspecten van de betreffende regeling, maar om betrekkelijk eenvoudige formele voorwaarden om voor toepassing van de afdrachtvermindering in aanmerking te komen (verklaring Crebo-erkende opleiding en verklaring UWV). Gezien de bedrijfsactiviteiten van de instelling had zij zich van deze voorwaarden op de hoogte moeten stellen. Door reeds dit na te laten, heeft de instelling volgens het hof dermate lichtvaardig gehandeld dat het aan haar grove schuld is te wijten dat te weinig belasting is betaald. Bron: Hof Den Haag 30-03-2016

Geen benadeling zelfstandigen in Bouw-cao

Per 8 april is de cao Bouw & Infra algemeen verbinden verklaard. Tegen die algemeenverbindendverklaring was door Zelfstandigen Bouw en Bovib (Branche-organisatie voor intermediairs en brokers) bezwaar ingebracht tegen een bepaling in de cao waarin eisen worden gesteld aan de in te huren zzp’ers . Volgens de minister van SZW is er echter geen sprake van een te grote benadeling of een onevenredige beperking.
Op grond van artikel 5 lid 3 van de cao is een werkgever gehouden zijn overeenkomsten aan te gaan met zzp’ers die voldoen aan een elders in de cao (art. 1 lid 11 sub b) gegeven definitie van zzp’er. Daar is aangegeven dat een zzp’er een natuurlijk persoon is van wie het aannemelijk is dat hij in fiscale zin als ondernemer kan worden aangemerkt, ingeschreven is bij de Kamer van Koophandel, zelfstandig handelt bij de inrichting en uitvoering van zijn werkzaamheden, een overeenkomst heeft gesloten met de opdrachtgever, voor eigen rekening en risico werkzaamheden verricht, een winstperspectief heeft en (tot de datum van de afschaffing van de VAR) beschikt over een relevante VAR-Wuo. Volgens Zelfstandigen Bouw benadeelt deze bepaling zzp’ers die niet aan deze definitie (kunnen) voldoen. Ook zou het de contractvrijheid voor bouwbedrijven beperken. Volgens Bovib worden de rechtmatige belangen van zelfstandigen en hun bemiddelaars en intermediairs benadeeld In zijn overwegingen bij de algemeenverbindendverklaring geeft de minister echter aan dat de zzp’er die door een werkgever wordt ingeleend, zelf niet aan de cao is gebonden. Met de in de cao opgenomen definitie van zzp’er beogen de cao-partijen ‘echte’ zzp’er te onderscheiden van schijnzelfstandigen. Het doel is dan ook, zoals de cao-partijen aangeven, dat opdrachtgevers enkel werken met ‘echte’ zzp’ers. Hiermee beogen de cao-partijen de belangen van werknemers te beschermen zonder dat de inzet van zzp’ers generiek in de cao wordt uitgesloten. De minister geeft voorts aan dat het tot de bevoegdheid van de cao-partijen behoort om de inhoud van de cao vast te stellen en derhalve voorwaarden te stellen aan de inleen van zzp’ers. Onder de gestelde voorwaarden is het toegestaan dat zzp’ers en bouwbedrijven zakelijke relaties met elkaar aangaan. Er kan dan ook niet worden geconcludeerd dat bij deze bepalingen sprake is van een te grote benadeling of een onevenredige beperking. Bron: Stcrt 7-04-2016, nr. 18112

© lArcade 2024