Inloggen

Archief

Subsidie voor scholing mensen met kwetsbare arbeidsmarktpositie

Minister Schouten stelt € 70 miljoen beschikbaar uit het Europees Sociaal Fonds (ESF+)
voor scholing en begeleiding van mensen om hun positie op de arbeidsmarkt te verbeteren.
Daarnaast kunnen werkgevers subsidie krijgen voor de loonkosten als zij iemand uit
de bijstand in dienst nemen en opleiden.

De subsidie is bedoeld voor mensen die moeite hebben met het vinden of behouden van
een baan. Het kan bijvoorbeeld gaan om werkzoekenden, statushouders en ontheemden
uit Oekraïne, mensen zonder vervolgopleiding of mensen die een laag inkomen hebben
uit werk. De projecten zijn gericht op het bieden van scholing en begeleiding. Werkgevers
kunnen subsidie krijgen voor de loonkosten als zij iemand uit de bijstand in dienst
nemen en opleiden. Het geld mag ook gebruikt worden om mensen buiten hun werk te begeleiden,
zoals bij wonen, zorgen, de financiën en lichamelijke en psychische gezondheid.

Subsidie aanvragen Opleidings- en ontwikkelingsfondsen en sociale partners kunnen vanaf begin oktober
tot eind januari 2024 subsidie aanvragen bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Aanvragen worden beoordeeld op volgorde van binnenkomst. Het gaat om projecten met
een looptijd van maximaal twee jaar, waarbij het Europees Sociaal Fonds 40% van de
kosten betaalt en de aanvragende partij 60% financiert. Binnen alle projecten dient
aandacht te zijn voor het stimuleren van gelijke kansen en non-discriminatie. Meer informatie over de subsidieregeling is te vinden op de website van ESF+.

Bron: Ministerie SZW, 17 juli 2023

Boeteverlaging MRB geldt ook voor “oude procedure”

Per 1 juli 2023 is het beleid dat de verzuimboete vanwege het niet (tijdig) betalen
van de motorrijtuigenbelasting maximaal 50% in plaats van 100% bedraagt. Deze boeteverlaging
werkt ook door naar lopende procedures over voorafgaande jaren.

Op 15 april 2021 laat de Belastingdienst een kentekenhouder weten een naheffingsaanslag
motorrijtuigenbelasting (MRB) van € 2.567 op te zullen leggen. Daarnaast krijgt de
kentekenhouder een verzuimboete van € 2.567 opgelegd. Dat is minder dan het wettelijke
maximum voor een betalingsverzuim met betrekking tot de aangiftebelastingen. Maar
op dat moment bepaalt het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst dat zo’n boete
maximaal 100% van de onbetaalde MRB bedraagt. De kentekenhouder gaat in beroep tegen
de boete. Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt ten eerste dat per 1 juli 2023 het
beleid met betrekking tot verzuimboetes bij naheffingsaanslagen MRB is gewijzigd.
Nu bedraagt de betalingsverzuimboete in beginsel hooguit 50% van de onbetaalde MRB.
De rechtbank halveert daarom de eerste boete. Vervolgens vindt nog een vermindering
plaats van 5% vanwege de onredelijk lange duur van de procedure. Uiteindelijk bedraagt
de naheffingsaanslag dus € 1.218.

Bron: rechtbank Zeeland-West-Brabant 10 juli 2023 (gepubliceerd 14 juli 2023).

Btw berekenen over wegwerpbekers en -bakjes

Sinds 1 juli moet er extra betaald worden voor wegwerpbekers en -bakjes die (deels)
zijn gemaakt van plastic. Ondernemers mogen die niet meer gratis meegeven. Ondernemers
moeten bovendien een herbruikbare optie aanbieden. Deze nieuwe maatregelen komen voort
uit de Europese richtlijn Single Use Plastics (SUP) met als doel de impact van wegwerpplastic
op het milieu te verminderen en meer plastic te hergebruiken en recyclen.

Klanten betalen voortaan extra voor plastic wegwerpbekers en -bakjes. Ondernemers
mogen zelf bepalen hoeveel geld zij hiervoor vragen, maar als richtlijn geeft de overheid
mee:

  • € 0,25 voor een beker

  • € 0,50 voor een maaltijd (eventueel met meerdere bakjes)

  • € 0,05 voor voorverpakte kleine porties groenten, fruit, noten en portieverpakkingen
    voor bijvoorbeeld beleg en saus.

Deze kosten moeten altijd apart op de kassabon worden vermeld.

Btw Over de verkoop van wegwerpbekers en -bakjes moet btw worden betaald. Anders dan eerder
gecommuniceerd door andere partijen, geldt hiervoor niet standaard het hoge tarief
van 21%.

Leidend is het product dat in de wegwerpverpakking zit. Dit betekent dat voor de verpakking
hetzelfde btw-tarief geldt als voor het product dat wordt verkocht. Wordt er bijvoorbeeld
een wegwerpbeker met koffie of frisdrank verkocht? Dan moet er 9% btw worden betaald
voor de wegwerpbeker: het tarief voor koffie en frisdrank. Maar wordt er bijvoorbeeld
een wegwerpbeker met wijn of bier verkocht? Dan geldt dat er 21% btw voor de beker
moet worden betaald: het tarief voor alcoholhoudende dranken.

Bron: Belastingdienst, 13 juli 2023

Winst van bv niet mee te nemen in verkrijgingsprijs ab

Zodra een IB-ondernemer zijn onderneming geruisloos inbrengt in een bv en de ondernemingswinst
toekomt aan die bv, telt die winst niet mee bij de berekening van de verkrijgingsprijs
van het aanmerkelijk belang.

Een man drijft tot 1 januari 2012 een onderneming in de vorm van een eenmanszaak.
De ondernemingsactiviteiten omvatten de handel in dames- en herenkleding. Het winkelpand
behoort tot het ondernemingsvermogen van de man. Hij richt op 26 maart 2013 een bv
op. Bij wijze van kapitaalstorting brengt hij zijn onderneming geruisloos in de bv
in. Volgens de akte van oprichting zijn bij de oprichting 1.920 aandelen geplaatst.
Deze aandelen vertegenwoordigen in totaal een geplaatst kapitaal van € 192.000. Bovendien
wordt de onderneming geacht vanaf 1 januari 2012 voor rekening en risico van de bv
te zijn gedreven. De inspecteur bij beschikking heeft vastgesteld dat de onderneming
geruisloos is ingebracht. Maar hij heeft niet de hoogte van de verkrijgingsprijs van
de aandelen in de bv bij beschikking vastgesteld. In 2016 houdt de bv op te bestaan.
De man meent daarbij een verlies uit aanmerkelijk belang te hebben geleden van € 192.000.

Verworpen beroep op vertrouwensbeginsel De inspecteur is het echter niet eens met de man, omdat de fiscus de verkrijgingsprijs
van de aandelen stelt op negatief € 81.340. Daarbij speelt mede een rol dat de winst
van de onderneming sinds 1 januari 2012 toekomt aan de bv. Bovendien is het feitelijk
eigen vermogen op de beginbalans negatief. Rechtbank Zeeland-West-Brabant is het eens
met de Belastingdienst. De man doet nog een beroep op het vertrouwensbeginsel. Hij
wijst erop dat de fiscus een uitgebreid boekenonderzoek bij de bv heeft gehouden.
Daarbij zou bij hem het vertrouwen zijn opgewekt dat inspecteur de verkrijgingsprijs
van € 192.000 heeft geaccepteerd. Maar de rechtbank verwerpt deze stelling. Dit boekenonderzoek
zag namelijk op de positie van de bv met betrekking tot de vennootschapsbelasting
en omzetbelasting. Zo’n onderzoek zegt niets over de verkrijgingsprijs van de aandelen.
De rechtbank verklaart het beroep van de man ongegrond.

Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant 10-07-2023 (gepubl. 14-07-2023).

Ook BOR voor effecten als erfgenaam investeringen voortzet

Had de erflater effecten en bankrekeningen al bestemd voor investeringen, die zijn
erfgenaam heeft uitgevoerd? Dan vormen deze effecten en bankrekeningen ondernemingsvermogen
voor de bedrijfsopvolgingsregeling.

Een vrouw heeft tot haar overlijden een akkerbouwbedrijf in de vorm van een eenmanszaak
geëxploiteerd. Het akkerbouwbedrijf hanteert een gebroken boekjaar dat loopt van 1 mei
tot en met 30 april. De vrouw heeft haar zus aangewezen als haar enig erfgename. De
zus aanvaardt de erfenis zuiver. Vervolgens is de vraag op welk deel van het geërfde
vermogen de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) van toepassing is. Daarbij gaat het specifiek
om effecten en bankrekeningen. Volgens de inspecteur zijn deze activa tot een bedrag
van € 1.015.953 duurzaam overtollig en dus geen ondernemingsvermogen. Hij stelt dat
deze effecten en bankrekeningen op het moment van de erfrechtelijke verkrijging geen
enkel ondernemingsdoel hebben gediend. Maar de zus stelt dat dit bedrag wel ondernemingsvermogen
vormt. De erflaatster had dit vermogen bestemd voor investeringen in de onderneming.
De zus heeft deze investeringen ook daadwerkelijk gedaan.

Erflaatster had financiële activa al geheretiketteerd De zus weet haar stellingen voor rechtbank Noord-Nederland aannemelijk te maken. Zo
overlegt zij overeenkomsten die de erflaatster met haar buren heeft gesloten. Ook
heeft de erflaatster de desbetreffende financiële activa al geheretiketteerd. Dat
de zus deze heretikettering na het overlijden van de erflaatster heeft verwerkt in
de jaarrekening en aangiftes, vloeit voort uit het handelen van de erflaatster. Als
zij niet onverhoopt was overleden, had de heretikettering toch plaatsgevonden. Door
de plannen van de erflaatster uit te voeren, heeft de zus de onderneming voortgezet.
Bij die voortzetting hoort ook de heretikettering van de financiële vaste activa.
Deze financiële vaste activa behoren daarom tot het ondernemingsvermogen.

Bron: Rb. Noord-Nederland 29-06-2023 (gepubl. 12-07-2023).

© lArcade 2024