Inloggen

Archief

Sectorale steun bij coronalockdown niet mogelijk

Specifieke coronasteun is niet mogelijk per sector, maar alleen door bijvoorbeeld
een regeling te maken voor specifiek zwaar getroffen ondernemers op basis van bijvoorbeeld
omzetverlies. Dit staat in een kabinetsreactie op het rapport ‘Gerichte coronasteun,
een verkenning van de mogelijkheden’.

Tijdens de coronacrisis zijn pogingen gedaan om coronasteun gericht en sectoraal vorm
te geven. Die liepen stuk op uitvoeringstechnische problemen. Op verzoek van het kabinet
hebben externe onderzoekers de mogelijkheden voor meer gerichte coronasteun in kaart
gebracht.

Verzekering of garantiefonds Een verzekering of garantiefonds die ondernemers willen afsluiten, die verzekeraars
willen aanbieden en die de lasten voor de overheid beperkt houdt, blijkt lastig vorm
te geven. Risico’s die samenhangen met een pandemie zijn moeilijk te verzekeren, waardoor
een volledig private verzekering onhaalbaar lijkt. Het kabinet heeft besloten een
verzekering en garantiefonds niet verder uit te laten werken.

Afbakening via bedrijfscodes Het afbakenen van steun op basis van SBI-codes bleek tijdens de pandemie niet juridisch
houdbaar. SBI-codes worden door de Kamer van Koophandel (KvK) toegewezen op basis
van de omschrijving van bedrijfsactiviteiten die ondernemers bij de KvK aanleveren.
Deze codes bleken echter niet altijd actueel of accuraat. Daardoor kregen ondernemingen
geen steun die het wel nodig hadden en andersom. De onderzoekers hebben hier nogmaals
naar gekeken, maar er is geen manier gevonden om steun af te bakenen via SBI-codes
die zowel juridisch houdbaar als uitvoeringstechnisch haalbaar is.
Op dit moment wordt gewerkt aan een oplossing om in de toekomst beter voorbereid te
zijn op het ondersteunen van werknemers én werkgevers in tijden van een (soortgelijke)
crisis. Zo is in de hoofdlijnenbrief arbeidsmarkt aangegeven dat het kabinet werk
maakt van een regeling die geschikt is om toekomstige crises op te vangen. Op dit
moment werkt het kabinet die vraagstukken uit in overleg met sociale partners. Het
kabinet vindt het belangrijk dat er een vangnet komt voor omstandigheden die buiten
het reguliere ondernemersrisico liggen, waarbij werkgevers een tijdelijke crisis kunnen
overbruggen en werknemers hun baan kunnen behouden. In het voorjaar van 2023 wordt
de Kamer hier nader over geïnformeerd.

Energiesteunmaatregelen Voor eventuele nieuwe energiesteunmaatregelen in 2024 wordt door het Ministerie van
Economische Zaken en Klimaat en de RVO een winstcriterium uitgewerkt. Als dat mogelijk
blijkt, dan wil het kabinet kijken of een (jaar)omzetcriterium (of mogelijk winstcriterium)
in een eventuele NOW toe te passen is, mocht die onverhoopt geherintroduceerd worden.
Hierop wordt nu echter geen verdere actie ondernomen.

Bron: Min. EZK 17-03-2023

TEK opent 21 maart met lager voorschotpercentage

De Tegemoetkoming Energiekosten energie-intensief MKB (TEK) is dinsdag 21 maart om
09:00 uur geopend. Het voorschotpercentage is aangepast van 50% naar 35%.

De Tegemoetkoming Energiekosten energie-intensief MKB (TEK) geeft ondernemers een
tijdelijke tegemoetkoming als de energiekosten minimaal 7% van de totale omzet bedragen.

Voorwaarden

  • Voldoet de onderneming, stichting of vereniging aan de Europese MKB-definitie?

  • Is het bedrijf in Nederland gevestigd en uiterlijk op 31 december 2022 ingeschreven
    in het Handelsregister van KVK?

  • Bedragen de energiekosten minimaal 7% van de omzet in 2022?

  • Heeft de ondernemer een zakelijk energiecontract?

Een tegemoetkoming aanvragen kan tot 2 oktober 17:00 uur. De ondernemer vraagt met
terugwerkende kracht voor de periode 1 november 2022 tot 31 december 2023 een tegemoetkoming
aan.

Aanvraag voorbereiden: https://www.rvo.nl/subsidies-financiering/tek/tek-regeling/aanvraag-voorbereiden

Voorschotpercentage naar 35% Het voorschotpercentage van de TEK is verlaagd naar 35%. Dit is besloten om te voorkomen
dat de TEK een te hoog voorschot uitkeert en dat de ondernemer bij sterk dalende prijzen
volgend jaar veel geld moet terugbetalen. De aanpassing van de regeling is 20 maart
2023 gepubliceerd in de Staatscourant.

Beoordelen van de aanvraag Aanvragen worden deels automatisch beoordeeld op basis van een computermodel dat de
eerste weken moet worden gevoed met real-time data van de eerste aanvragen. De snelheid
van het verwerken en beoordelen van aanvragen zal daarna aanmerkelijk sneller gaan.

Goedkeuring Europese Commissie De Europese Commissie moet de regeling nog goedkeuren Vooruitlopend op goedkeuring
neemt RVO aanvragen alvast in behandeling. Maar zonder goedkeuring kan RVO nog niet
overgaan tot uitbetalen. Goedkeuring wordt op korte termijn verwacht.

Bron: RVO 20-03-2023 en Min. EZK 20-03-2023, Kamerbrief

Zonder beschikking geen belastingkorting voor ab-verlies

Voordat men een verlies uit aanmerkelijk belang kan laten omzetten in een belastingkorting,
moet de Belastingdienst dit verlies vaststellen in een beschikking.

Een man leidt bij de ontbinding van zijn bv in 2013 een verlies uit aanmerkelijk belang.
Hij geeft dit verlies niet aan in zijn aangifte IB over 2013. De inspecteur stelt
daarom per beschikking geen ab-verlies vast. In de aangifte over 2015 verzoekt de
man om een belastingkorting voor het ab-verlies van 2013. De inspecteur legt de aanslag
2015 op zonder de korting te verlenen, omdat er geen beschikking is. Daarop gaat de
man in bezwaar en beroep.
Rechtbank Noord Nederland oordeelt dat een beschikking niet nodig is om een verlies
uit aanmerkelijk belang om te zetten in een belastingkorting. Vervolgens gaat de inspecteur
in hoger beroep.
Het hof oordeelt dat een verliesvaststellingsbeschikking dan wel een verliesverrekeningsbeschikking
een wettelijk vereiste is voor de omzetting van een verlies in een belastingkorting.
Uit de beschikking volgt de omvang, het restant, van de nog te verrekenen verliezen.
Met dit systeem wordt bereikt dat, zowel voor de inspecteur als voor de belastingplichtige,
vaststaat wat de grootte van het in een belastingkorting om te zetten verlies is.
De aanslag is correct opgelegd.

Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 07-03-2023

WGA-uitkering is inkomen uit tegenwoordige arbeid

De Belastingdienst voert in het Handboek Loonheffingen begunstigend beleid als een
werkgever een WGA-uitkering doorbetaalt. Het gelijkheidsbeginsel zorgt ervoor dat
dit beleid ook geldt voor WGA-uitkeringen van het UWV.

Een man ontvangt in 2018 een WGA-uitkering van het UWV van € 17.753. Hij geeft deze
aan als inkomsten uit vroegere arbeid, waardoor hij over de bedrag geen recht op arbeidskorting
heeft.
De inspecteur legt de definitieve aanslag overeenkomstig de aangifte op. Vijf weken
later dient de man een herziene aangifte in, waarbij hij de WGA-uitkering bij inkomsten
uit tegenwoordige arbeid vermeldt. De inspecteur behandelt de herziene aangifte als
een verzoek om ambtshalve vermindering en wijst deze af. De man is het hier niet mee
eens. Werknemers die de WGA-uitkering via hun werkgever ontvangen hebben door een
goedkeuring in paragraaf 7.6.2 van het Handboek Loonheffingen (2020) wel recht op
de arbeidskorting. Dit is volgens de man in strijd met het gelijkheidsbeginsel.

Gelijkheidsbeginsel Het gelijkheidsbeginsel houdt in dat gelijke gevallen door een bestuursorgaan, zoals
de Belastingdienst, gelijk dienen te worden behandeld. Ongelijke behandeling van gelijke
gevallen is slechts toegestaan als daarvoor een objectieve en redelijke rechtvaardiging
bestaat. Vast staat de WGA-uitkering inkomen uit vroegere arbeid is, waardoor deze
niet betrokken wordt in de berekening van de arbeidskorting. Door begunstigend beleid
van de Belastingdienst (neergelegd in het Handboek Loonheffingen), wordt de WGA-uitkering
in sommige gevallen wel aangemerkt als inkomen uit tegenwoordige arbeid. Het hof oordeelt
dat deze ongelijke behandeling niet voortvloeit uit de wet, maar uit het Handboek
Loonheffingen. Dit Handboek is naar het oordeel van het hof te kwalificeren als door
de Belastingdienst gevoerd begunstigend beleid. Dat dit beleid in eerste instantie
is gericht op het verlichten van administratieve lasten van inhoudingsplichtigen,
is in het huidige tijdsbestek geen objectieve en redelijke rechtvaardigingsgrond voor
de ongelijke behandeling van deze gelijke gevallen. Het beroep op het gelijkheidsbeginsel
slaagt.

Bron: Hof Den Haag, 22-02-2023 (gepubl. 16-03-2023)

Vergrijpboete voor niet aanleveren administratie

Het aanvaarden van de kans dat te weinig belasting wordt geheven kan leiden tot een
vergrijpboete. Door het aanleveren van een onvolledige administratie is deze kans
volgens de rechter bewust aanvaard.

Een bv levert haar administratie steeds in de vorm van Excel-sheet aan bij haar adviseur.
De achterliggende facturen levert de bv niet aan. Op basis van de aangeleverde sheets
verzorgt de adviseur de aangiftes omzetbelasting en vennootschapsbelasting. Na een
boekenonderzoek blijkt dat niet alle omzet in de sheets is verantwoord. De inspecteur
legt hiervoor vergrijpboetes op. Voor de vennootschapsbelasting bedragen de boetes
50% wegens opzet en voor de omzetbelasting 25% wegens grove schuld.

Opzet en grove schuld bewezen De rechtbank is van mening dat de bv, door het niet aanleveren van de volledige administratie,
bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat te weinig belasting wordt voldaan.
Hiermee is aan het vereiste voldaan voor het opleggen van een vergrijpboete. Het opzettelijk
verzwijgen van omzet voor de vennootschapsbelasting leidt tot een boete van 50%. Het
niet bewaren van de facturen voor de omzetbelasting leidt tot grove schuld en een
boete van 25%. Wel vermindert de rechtbank de boetes met 10% vanwege de duur van de
procedure.

Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant 08-02-2023 (gepubl. 13-03-2023)

© lArcade 2024