Inloggen

Archief

Laatste periode NOW: 27.500 aanvragen

Ongeveer 27.500 werkgevers hebben In de zesde en laatste periode van de NOW-maatregel een aanvraag ingediend. Het loket is 30 september gesloten.
UWV heeft inmiddels ruim 21.000 aanvragen voor de zesde periode NOW toegekend. Deze werkgevers, die samen 363.000 mensen in dienst hebben, hebben de eerste termijn en deels ook al de tweede en derde termijn van het voorschot ontvangen, in totaal € 613 miljoen. Ongeveer 1.000 aanvragen zijn tot nu toe afgewezen. De overige aanvragen zijn nog in behandeling. In totaal heeft UWV over alle zes periodes tot nu toe ruim € 20,1 miljard aan voorschotten uitgekeerd aan werkgevers, zodat zij lonen konden doorbetalen en werkgelegenheid behouden kon blijven. De afhandeling van de NOW is nog niet voorbij. Werkgevers hebben in eerste instantie een voorschot ontvangen op basis van een geschat omzetverlies en de loonsom in de referentiemaand, daarna volgt de definitieve berekening. Bij de definitieve berekening stelt UWV op basis van het daadwerkelijke omzetverlies en de feitelijke loonsom in de betreffende NOW-periode vast hoe hoog de definitieve tegemoetkoming is waar de werkgever recht op heeft. Dat kan leiden tot een nabetaling wanneer het daadwerkelijke omzetverlies hetzelfde of hoger is dan van te voren ingeschat. Een gedaalde loonsom en/of minder groot omzetverlies dan van te voren ingeschat kan leiden tot een terugvordering. Werkgevers moeten deze definitieve berekening zélf aanvragen. Het is belangrijk dat ze dat tijdig doen. Dient een werkgever die aanvraag niet op tijd in, dan moet het hele voorschot worden terugbetaald. Voor de eerste periode NOW (maart-mei 2020) kan de definitieve berekening nog tot en met 31 oktober worden aangevraagd. Ongeveer de helft van de 140.000 werkgevers die NOW hebben ontvangen, heeft die aanvraag nu ingediend. Werkgevers die nog wachten op hun derden- of accountantsverklaring moeten de definitieve aanvraag voor 31 oktober indienen. Zij krijgen vervolgens nog veertien weken om die verklaring af te ronden. Sinds maandag 4 oktober kunnen werkgevers ook de definitieve berekening aanvragen voor de derde periode NOW (oktober-december 2020). Zo’n 78.000 werkgevers moeten deze aanvraag nog doen. Bron: UWV 01-10-2021

BOR ook voor uit ruziesplitsing verkregen onderneming

Een dga schenkt een aanmerkelijk belang in een bv die een 100% belang in een materiële onderneming heeft verkregen uit een ruziesplitsing. Hof Den Bosch bevestigt dat de bedrijfsopvolgingsregeling van toepassing kan zijn op zo’n schenking.
Een vrouw schenkt al haar aandelen in een bv aan haar zoon. Moeder en zoon willen de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) toepassen op de schenking van de aandelen. Daartoe moet de moeder onder andere voldoen aan de zogeheten bezitseis. Dat betekent dat zij als schenker van een aanmerkelijk belang (ab) in de vijf jaren vóór de schenking een ab hield in een lichaam dat in die vijf jaar een materiële onderneming heeft gedreven. De inspecteur kijkt naar de bezittingen van de bv en de manier waarop zij deze heeft verkregen. Op het moment van de schenking bestaat het vermogen van de bv uit een 100% deelneming in een dochtervennootschap en een bedrijfspand. De bv stelt dat bedrijfspand ter beschikking aan haar dochtervennootschap. De bv heeft in het kader van een reorganisatie haar activa verkregen van een oudere holding van de vrouw. Deze oude holding heeft vóór deze reorganisatie 49% van de aandelen in een tussenhoudstervennootschap in eigendom gehad. Deze tussenhoudstervennootschap heeft weer diverse deelnemingen met ondernemingen aangehouden. Deze ondernemingen waren grofweg in twee segmenten te verdelen. Na de reorganisatie heeft de moeder het volledige belang in één segment van de onderneming. Voor het toepassen van de BOR sluit de inspecteur aan bij het belang van de oude holding in de tussenhoudstervennootschap van 49%. De fiscus meent dat de moeder voor maar 49% voldoet aan de bezitseis. Rechtbank Zeeland-West-Brabant is het met de Belastingdienst eens. Maar de zoon gaat in hoger beroep. Volgens het hof is voor de toepassing van de BOR de situatie op het tijdstip van de verkrijging beslissend. In deze zaak drijft de bv op het moment van de schenking een materiële onderneming. Niet relevant is of in die onderneming (zelfstandige) gedeelten zijn te onderscheiden. Dat zou anders zijn als men in de onderneming van de bv meerdere ondernemingen kan onderscheiden. Maar deze omstandigheid is hier niet aan de orde. Het feit dat het ab door middel van de ruziesplitsing de gehele onderneming omvat, houdt de toepassing van de BOR niet tegen. Het oorspronkelijke 49%-belang is door de ruziesplitsing namelijk een 100%-belang geworden in de onderneming. En die onderneming wordt als zodanig al vijf jaar in die vorm gedreven. Bron: Hof Den Bosch 17-09-2021

Subsidieregeling Verduurzaming MKB open

MKB-ondernemers die energie willen besparen en meer willen verduurzamen kunnen met de Subsidieregeling Verduurzaming MKB (SVM) een gespecialiseerde adviseur inhuren voor energieadvies op maat. Het energieadvies geeft inzicht in het verder verduurzamen van de onderneming en/of het wagenpark. Daarnaast kan men subsidie krijgen voor ondersteuning bij het uitvoeren van een of meer maatregelen uit dat advies.
De overheid wil mkb’ers met deze subsidie ondersteunen om te verduurzamen vanwege het Urgenda-vonnis en het Klimaatakkoord. De regeling is op 1 oktober 2021 geopend en loopt tot en met 30 september 2022. Deze subsidieregeling is voor mkb-ondernemingen tot 250 werknemers (fte's) en een jaaromzet van maximaal € 50 miljoen, die: één of meer bedrijfspanden hebben of een bedrijfspand (of ruimte daarin) huren en; niet onder de wettelijke energiebesparingsplicht vallen. Het bedrijfspand mag dus per jaar niet meer dan 25.000 m3 aardgas(equivalent) en 50.000 kWh elektriciteit verbruiken. De regeling geeft subsidie voor advies over en ondersteuning bij het verduurzamen van uw bedrijfspand of bedrijfsvoering. Voor het opstellen van een energieadvies op maat door een gespecialiseerde adviseur en voor de ondersteuning bij de uitvoering van het advies. Beide onderdelen kan de ondernemer in één aanvraag per bedrijfspand aanvragen. De subsidie wordt alleen uitgekeerd als de ondernemer een bewijs kan overleggen dat hij of zij één of meerdere maatregelen uit het energieadvies gaat uitvoeren of heeft uitgevoerd. In het advies staan de mogelijke energiebesparende- en verduurzamingsmaatregelen (op het gebied van CO2-verlaging) voor het bedrijfspand en/of de bedrijfsvoering beschreven. Het energieadvies moet zijn opgesteld door een energieadviseur van een extern bedrijf. Ook kan subsidie worden aangevraagd voor concrete begeleiding en ondersteuning bij het nemen van minimaal één van de maatregelen uit het energieadvies, een zogenoemde energieregisseur. Ook de energieregisseur mag niet bij het bedrijf van de ondernemer werkzaam zijn en moet in het bezit zijn van een eigen kvk-nummer. De subsidie voor het energieadvies én het ondersteuningstraject bedraagt 80% van de gemaakte kosten (excl. btw) met een maximum subsidiebedrag van € 2.500 per bedrijfspand. Voor het energieadvies geldt een minimum subsidiebedrag van € 400 en een maximum subsidiebedrag van € 750. Dit zijn netto bedragen. Het minimum subsidiebedrag van € 400 voor het advies betekent dat een energieadvies van minder dan € 500 (excl. btw) niet in aanmerking komt voor subsidie. De aanvraag kan met eH2 worden ingediend via de site van RVO.nl. Houdt er rekening mee dat de kosten van de uit te voeren of uitgevoerde maatregelen zelf niet in aanmerking komen voor deze subsidie. Voor de maatregelen zelf zijn mogelijk andere subsidies beschikbaar, zoals bijvoorbeeld de Investeringssubsidie Duurzame energie en Energiebesparing (ISDE) of belastingaftrek via de Energie-investeringsaftrek (EIA). Meer informatie is te vinden op de site van RVO.nl. Bron: RVO.nl 05-10-2021

Termijn voor dwangsom begint bij ontvangst ingebrekestelling

Als een bestuursorgaan na een ingebrekestelling niet tijdig een beslissing neemt op een bezwaarschrift, kan de belanghebbende een dwangsom vorderen. De beslistermijn gaat echter pas in wanneer de ingebrekestelling het bevoegde bestuursorgaan bereikt.
De gemeente Haarlem legt aan een vrouw een naheffingsaanslag parkeerbelasting op. De vrouw tekent bezwaar aan tegen deze naheffingsaanslag. Haar gemachtigde stuurt op 2 mei 2017 een ingebrekestelling naar de gemeente Haarlemmermeer. Op 8 mei 2017 ontvangt de gemeente Haarlem deze ingebrekestelling. Zij doet op 24 mei 2017 uitspraak op het bezwaarschrift. De gemeente gaat hierbij uit van een datum van ingebrekestelling van 8 mei 2017 en kent de vrouw een dwangsom toe van slechts € 40. De vrouw meent echter dat zij recht heeft op een hogere dwangsom. Daarom tekent zij beroep aan tegen de beslissing van de gemeente. De Hoge Raad bevestigt dat het bezwaarschrift van de vrouw eerst bij een onbevoegde gemeente is ingediend. De termijn begint dan te lopen vanaf de datum dat het bevoegde bestuursorgaan de ingebrekestelling na doorzending heeft ontvangen. De gemeente hoeft geen hogere dwangsom te betalen, zo oordeelt de Hoge Raad. Bron: Hoge Raad 24-09-2021

Vanaf 2022 afscherming woonadressen in Handelsregister

Per 1 januari 2022 schermt de Kamer van Koophandel het woonadres van ondernemers en bestuurders af in het Handelsregister. Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat past daartoe het Handelsregisterbesluit 2008 aan.
De afgeschermde woonadressen zijn vanaf 2022 alleen nog in te zien door overheidsorganisaties of beroepsgroepen die daar wettelijk toestemming voor hebben, zoals bijvoorbeeld de Belastingdienst, advocaten en deurwaarders. De adressen die opgenomen zijn als vestigingsadres blijven nog wel opvraagbaar. Het Handelsregisterbesluit 2008 wordt gewijzigd om misbruik van de adresgegevens uit het Handelsregister moeilijker te maken, bijvoorbeeld voor ongevraagde marketing, intimidatie en bedreiging. Dit voorstel is de eerste van twee stappen om dit ongewenste gebruik van adresgegevens tegen te gaan. De tweede stap is onderdeel van de Datavisie Handelsregister die het ministerie van Economische Zaken en Klimaat momenteel ontwikkelt. Veel zelfstandige ondernemers hebben een vestigingsadres dat gelijk is aan hun woonadres. Het vestigingsadres van ondernemingen blijft ook na 1 januari 2022 nog op te vragen. In de Datavisie Handelsregister wordt in kaart gebracht welke opties er zijn om de privacy ook in deze gevallen beter te beschermen. In november komt het kabinet met een aantal opties om anders om te gaan met ondernemersgegevens uit het Handelsregister, inclusief de bijbehorende voor- en nadelen van elke optie. Die opties worden door middel van een tweede openbare consultatie voorgelegd aan bedrijven, burgers en andere overheden. Daaruit volgt dan de definitieve Datavisie Handelregister. Bron: Min. EZK, 01-10-2021

© lArcade 2024