Inloggen

Archief

Groei in marktontwikkeling Uitzendbranche

In periode 9 (week 33-36) van 2016 is het aantal uitzenduren met 6% toegenomen en de omzet gestegen met 7% ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Deze periode telde een gelijk aantal werkbare dagen ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar, er is dus geen correctie toegepast.
De uren in de administratieve sector zijn gestegen met 9% ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar en de omzet nam toe met 8%. De uren in de industriële sector vertoonden een stijging van 5% ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar, de omzet nam toe met 7%. Het aantal uren in de technische sector is afgenomen met 2% ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar, de omzet nam toe met 4%. Bron: ABU 4-10-2016

Geen vergoeding voor rechtsbijstand door echtgenoot

Wordt een belanghebbende door de rechter in het gelijk gesteld dan heeft hij recht op een vergoeding van de proceskosten, waaronder de kosten voor rechtsbijstand. Wordt de rechtsbijstand verleend door een familielid dan wil wel eens ter discussie worden gesteld of er kosten zijn gemaakt voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Een vrouw is in bezwaar en beroep gegaan tegen een aan haar door de gemeente Oisterwijk opgelegde naheffingsaanslag parkeerbelasting. In hoger beroep wordt zij door Hof Den Bosch in gelijk gesteld. Aannemelijk was dat zij onverwijld en ononderbroken handelingen heeft verricht die zijn gericht op het betalen van parkeerbelasting. De opgelegde naheffingsaanslag wordt derhalve vernietigd. De vrouw verzocht ook om een proceskostenvergoeding, maar daar gaat het hof niet in mee. Zowel in beroep bij de rechtbank en bij het hoger beroep liet zij zich bijstaan door haar echtgenoot, die van beroep advocaat is. Het hof stelt dat die familierelatie niet aan het beroepsmatige karakter van de verleende rechtsbijstand in de weg hoeft te staan. Onder verwijzing naar een arrest van de Hoge Raad van 19 oktober 2012 stelt het hof echter dat als de rechtsbijstand wordt verleend door iemand die behoort tot het huishouden van de belanghebbende in beginsel moet worden aangenomen dat deze niet op zakelijke basis is verleend en daarom niet kan gelden als beroepsmatig verleend. Het hof is van oordeel dat de vrouw niet aannemelijk heeft gemaakt dat haar – niet van tafel en bed gescheiden – echtgenoot op zakelijke basis rechtsbijstand heeft verleend. Zij heeft ook niet aannemelijk gemaakt dat op haar een verplichting rust of zal komen te rusten om de kosten voor die rechtsbijstand te voldoen. Ten aanzien van de kosten voor de rechtsbijstand gedurende de bezwaarfase heeft zij meer geluk: die rechtsbijstand was verleend door een kantoorgenoot van haar man en komen daarom wél voor vergoeding in aanmerking. Bron: Hof Den Bosch 30-06-2016 (publ. 28-09-2016)

Meer werknemers onder lopende cao

Het aantal werknemers dat valt onder een lopende cao is veel groter dan een jaar geleden: 4 miljoen tegen 3,25 miljoen vorig jaar.
Het grote aantal werkenden dat onder een lopende cao valt (peildatum 30 september) hangt samen met het grote aantal cao’s met een looptijd van twee jaar of meer dat in 2015 is afgesproken. Daardoor komt het veel minder vaak voor dat een cao zijn einddatum bereikt voordat er een nieuw akkoord wordt gesloten. Vorig jaar was er juist sprake van een groot aantal verlopen, maar nog niet vernieuwde cao’s. Het relatief kleine aantal aflopende cao’s heeft ook een effect op het aantal nieuwe akkoorden dat wordt gesloten. In september kwamen slechts vier nieuwe cao’s tot stand. De gemiddelde, afgesproken loonstijging in die cao’s is 1,35% (jaargemiddelde 1,51%). In 2016 verlopen in totaal 436 cao’s. Tot en met september zijn 256 (59%) daarvan al vernieuwd. Procentueel is dat evenveel als in vorige jaren. De lage september-score leidt niet tot een achterstand. Bron: AWVN 7-10-2016

Grootste cao-loonstijging sinds 2009

De stijging van de cao-lonen is in bijna zeven jaar niet zo hoog geweest als in het derde kwartaal van 2016. Ten opzichte van een jaar eerder was de toename volgens cijfers van het CBS 2,1%. Het verschil met de inflatie (0,0%) is in dertig jaar niet zo groot geweest.
Al sinds het derde kwartaal van 2014 is er sprake van dat de cao-lonen sneller stijgen dan de inflatie. Sinds het tweede kwartaal vorig jaar is dit verschil steeds groter geworden, onder meer doordat de inflatie naar nul daalde. Het verschil tussen de cao-loonstijging en de inflatie was voor het laatst zo groot in 1986. Ook in dat jaar was de inflatie laag (0,2%). De lonen stegen in het derde kwartaal van 2016 met 3,5%. Dit cijfer is vooral zo hoog door de stijging bij de cao-sector overheid. Bij particuliere bedrijven en in de gesubsidieerde sector was de stijging aanzienlijk lager: respectievelijk 1,9 en 1,1%. De grootste cao-loonstijging deed zich in het laatste jaar voor in het onderwijs (4,5%). In de financiële dienstverlening namen de lonen met 0,8% het minst toe. Sinds het eerste kwartaal van 2015 is de stijging van de lonen bij de overheid hoger dan die in de andere twee sectoren, maar dit betreft een inhaalslag na een periode waarin bij veel overheidscao’s de nullijn werd gehanteerd. Over de hele periode 2010 tot 2016 (derde kwartaal) groeien de percentages waarmee de lonen in de verschillende sectoren zijn gestegen naar elkaar toe. Voor de particuliere sector was die stijging met 8,6% het hoogst. In de gesubsidieerde sector was de cao-loonontwikkeling 8,1% en bij de overheid 7,9%. Bron: CBS 6-10-2016

Werkzaamheden echtgenote waren niet hoofdzakelijk ondersteunend

Drijft een echtpaar gezamenlijk een onderneming dan kunnen beide echtelieden in aanmerking komen voor de ondernemersfaciliteiten. Voorwaarde is wel dat hun activiteiten zich richten op de kernactiviteiten van de onderneming en niet slechts hoofdzakelijk van ondersteunende aard zijn.
Een vrouw en haar echtgenoot exploiteren een garagebedrijf in de vorm van een vof. De echtgenoot is de garage in 2002 begonnen als eenmanszaak. In 2006 is de vof opgericht. Het echtpaar is daarbij de volgende winstverdeling overeengekomen: 40% voor de vrouw en 60% voor haar echtgenoot. Tot en met 2007 werkte de vrouw elders in loondienst en daarnaast halve dagen in de onderneming. Vanaf 2008 werkt zij volledig in de onderneming. Voor de jaren 2009, 2010, 2011, 2012 en 2013 legt de inspecteur navorderingsaanslagen IB/PVV op, waarin hij geen recht op de zelfstandigenaftrek toestaat. De vrouw is het hier niet mee eens en gaat in bezwaar en beroep. Rechtbank Noord-Nederland volgt de inspecteur niet in zijn standpunt dat de vrouw geen recht heeft op de zelfstandigenaftrek. De werkzaamheden van de vrouw bestaan namelijk na de burn-out van haar echtgenoot in 2006/2007 onder andere uit het managen van de gehele onderneming, het plannen en organiseren van de werkplaats, het beslissen over personeel en investeringen, het opstellen van offertes en het verkopen en inruilen van auto's. De rechtbank is van oordeel dat zij voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat haar werkzaamheden zien op de kernactiviteiten van de onderneming en niet slechts hoofdzakelijk ondersteunend van aard zijn. De onweersproken verklaring dat zij tijdens de volledige arbeidsongeschiktheid van haar echtgenoot in 2006/2007 de onderneming ruim een half jaar alleen en zelfstandig heeft gedreven ondersteunt de verklaring dat zij in staat is de kernwerkzaamheden van de onderneming te verrichten, aldus de rechtbank. Zij heeft recht op de zelfstandigenaftrek en de MKB-vrijstelling. Bron: Rb. Noord-Holland 11-08-2016

© lArcade 2024