Inloggen

Archief

Investeerder aansprakelijk voor kartel

Een investeringsmaatschappij kan aansprakelijk zijn voor een overtreding van de Mededingingswet door een dochtervennootschap. Dat blijkt uit een uitspraak vorige week van de rechtbank Rotterdam.
De Autoriteit Consument en Markt (ACM) heeft in 2010 boetes opgelegd aan veertien meelproducenten omdat ze verboden kartelafspraken hadden gemaakt. Een van de beboete bedrijven, Meneba, was destijds in handen van twee private-equitybedrijven. Meneba stelde dat de boete aan de moedervennootschappen toegerekend diende te worden, wat de ACM vervolgens deed. Een van de twee investeerders, Bencis, ging bij de rechtbank in beroep tegen deze boete. De rechtbank oordeelt echter dat de overtreding van Meneba kon worden toegerekend aan Bencis en laat de boetes in stand. ‘Ook bij investeringsmaatschappijen blijft de vraag of de dochterondernemingen zelfstandig hun gedrag bepalen of dat de moeder (het private-equitybedrijf) beslissende invloed heeft op de dochterondernemingen,’ zo licht de ACM toe. De rechtbank komt tot de conclusie dat er bij Bencis sprake was van beslissende invloed en daarmee van één onderneming in de zin van het mededingingsrecht. Bron: SC online 30-01-2017

Mes in belastingregelingen?

In Nederland kent de belastingwetgeving 179 belastingfaciliteiten en 34 belastinginstrumenten. Omdat van een aanzienlijk deel van de regelingen geen cijfers bekend zijn, kan niet worden bepaald wat het totale financieel belang is. De Algemene Rekenkamer heeft alle regelingen geïnventariseerd en onderzocht.
Mede ten behoeve van de discussie over een herziening van het Nederlandse belastingstelsel heeft de Algemene Rekenkamer de fiscale regelingen in Nederland geïnventariseerd voor zover deze regelingen de belastingontvangsten beperken. De Algemene Rekenkamer heeft daarbij onderscheid gemaakt tussen belastingfaciliteiten, belastinginstrumenten en overige belastingregelingen. Door middel van belastingfaciliteiten wordt geprobeerd het gedrag van belastingplichtigen met fiscale regelingen te stimuleren of te ontmoedigen. De belastinginstrumenten geven invulling aan koopkracht-, inkomens- en vermogensbeleid. De overige belastingregelingen zijn niet meegenomen in het rapport. Van 101 van de belastingfaciliteiten zijn cijfers beschikbaar (€ 51,3 miljard in 2016), van 18 faciliteiten zijn alleen schattingen bekend en van 60 faciliteiten zijn helemaal geen cijfers bekend. Van de belastingfaciliteiten waarvan het financiële belang bekend is zijn de arbeidskorting (€ 17,2 miljard) en Eigenwoningregeling (€ 8,1 miljard) de grootste. Ook niet alle cijfers van belastinginstrumenten zijn bekend: 12 instrumenten komen in de Miljoenennota 2017 voor (€ 46,3 miljard), van 11 instrumenten zijn alleen schattingen bekend en van 11 regelingen zijn geen cijfers bekend. De twee belangrijkste instrumenten zijn vrijstellingen voor pensioenen in de Wet IB 2001 en de Wet LB 1964 en de algemene heffingskorting in de Wet IB 2001. Belangrijkste conclusie uit het rapport is dat het parlement op dit moment geen periodiek geactualiseerd totaalbeeld heeft van de fiscale regelingen in Nederland die de belastingontvangsten beperken. Mede omdat een aantal regelingen niet wordt geëvalueerd. In een reactie geeft de staatssecretaris aan dat uit het rapport blijkt dat er een noodzaak is om het fiscale stelsel te vereenvoudigen. Bron: Algemene Rekenkamer 01-02-2017

© lArcade 2024