Inloggen

Archief

Meer personeel door automatisering

Ongeveer een kwart van de Nederlandse werkgevers verwacht een toename van het huidige personeelsbestand als gevolg van automatisering. Dit blijkt uit The Skills Revolution 2.0, een wereldwijd onderzoek van ManpowerGroup naar de gevolgen van automatisering.
Van alle banen verwachten werkgevers dat administratieve functies de komende twee jaar het sterkst zullen afnemen vanwege de groeiende impact van automatisering (-7%). Hier tegenover staat dat werkgevers een flinke stijging verwachten van het aantal IT-functies (+9%) en klantcontactrollen (+6%). Ook het aantal functies in de productie wordt verwacht de komende twee jaar stevig te stijgen (+5%). Volgens de onderzoekers loopt routinematig werk met weinig toegevoegde waarde voor klanten het grootste risico om geautomatiseerd te worden. Daarentegen neemt de waarde toe die bedrijven hechten aan service en bijvoorbeeld snelle bezorging bij online verkoop. Naast een verwachting voor het aantal functies, werd werkgevers ook gevraagd naar de belangrijkste soft skills voor in de huidige, steeds verder digitaliserende wereld. Bovenaan staan communicatieve vaardigheden (56%), gevolgd door samenwerking (55%) en probleemoplossend vermogen (54%). Opvallend is dat zij aangeven dat deze specifieke skills over het algemeen het schaarst zijn. Bron: ManpowerGroup 5-04-2018

Arbeidsmarkt in balans…

Op internetconsultatie.nl is een concept gepubliceerd van een wetsvoorstel voor onder meer aanpassing van het ontslagrecht. Het wetsvoorstel vormt de uitwerking van de voorstellen uit het regeerakkoord op het gebied van arbeidsrecht en onder meer sociale zekerheid. Tot 7 mei is het mogelijk op het concept wetsvoorstel te reageren.
Het conceptwetsvoorstel bevat volgens minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een reeks maatregelen die moeten zorgen voor meer balans op de arbeidsmarkt. Met de invoering van de Wet werk en zekerheid (Wwz) zijn stappen gezet om flexibele werknemers meer zekerheid te bieden en het ontslagrechtrecht eenduidiger, eenvoudiger en goedkoper te maken en de WW activerender te maken. Zowel werkgevers als werknemers geven echter aan dat sommige van de huidige regels een soepel werkende arbeidsmarkt in de weg staan. Uit onderzoek blijkt dat 70% van de het groeiende aantal flexwerkers een vast baan wil hebben. De voorgestelde maatregelen beogen werkenden meer zekerheid te bieden, terwijl tegelijkertijd flexwerk mogelijk blijft. Om dit te bereiken bevat het wetsvoorstel de volgende maatregelen: Versoepeling ontslagrecht doordat aan de strikte acht ontslaggronden die in de wet zijn opgenomen een negende wordt toegevoegd: ontslag op basis van een combinatie van ontslaggronden. De werknemer krijgt dan wel een hogere transitievergoeding; Het recht op een transitievergoeding ontstaat vanaf de eerste dag (ook tijdens proeftijd). De hoogte van de transitievergoeding wordt een derde maandsalaris per kalenderjaar (of een evenredig deel bij duur van minder dan een kalenderjaar), ook voor werknemer die langer dan tien jaar in dienst zijn; Vanuit het UWV komt een compensatie voor de werkgever voor de transitievergoeding, indien het dienstverband wordt beëindigd vanwege langdurige ziekte van de werknemer. Een dergelijk vergoeding komt ook voor kleine werkgevers die hun bedrijf moeten beëindigen wegens pensionering of ziekte; Bij een vast contract wordt de proeftijd verlengd van twee maanden naar maximaal vijf maanden; De ketenregeling wordt verruimd: het wordt mogelijk binnen 36 maanden drie tijdelijke contracten aan te gaan (was binnen 24 maanden). Voor invalkrachten in het primair onderwijs komt er een uitzondering op de ketenregeling; De WW-premie wordt gedifferentieerd. Indien een werknemer in vaste dienst is zal de ww-premie lager zijn dan bij een tijdelijk contract. werknemers die op payrollbasis werken, krijgen dezelfde arbeidsvoorwaarden als de werknemers die in dienst zijn bij de opdrachtgever, met uitzondering van pensioen waar een eigen regeling voor geldt. De beoogde datum van inwerkingtreding van het wetsvoorstel is 1 januari 2020. Bron: Internetconsultatie.nl 9 april 2018

Onteigening aandelen leidt tot buitensporige last

De Hoge Raad vindt dat de onteigening door de Staat van de aandelen SNS Reaal voor een belastingplichtige tot een buitensporige last heeft geleid.
Hoewel het hof als rechtsherstel de regels ten aanzien van de box 3-heffing ten onrechte tijdsevenredig heeft toegepast, is dat voor de Hoge Raad geen reden om de staatssecretaris in het gelijk te stellen. Op 1 februari 2013 worden de aandelen van een man onteigend door de Staat. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de forfaitaire belastingheffing over niet meer bestaand vermogen in het concrete geval van de man een individuele en buitensporige last vormt. Het inkomen uit sparen en beleggen wordt daarom tijdsevenredig berekend. Volgens de Hoge Raad is de onteigening van de aandelen SNS Reaal door de Staat op zichzelf beschouwd een inbreuk op het eigendomsrecht. Ook is in dit geval sprake van een individuele en buitensporige last. Ten aanzien van het tijdsevenredig toepassen van de box 3-heffing heeft de staatsecretaris volgens de Hoge Raad wel een punt. De rechter die vaststelt dat een belastingplichtige wordt geconfronteerd met een individuele en buitensporige last, moet ter afwending van die last waarborgen dat aan die belastingplichtige rechtsherstel wordt geboden. De rechter mag daarvoor echter niet naar eigen inzicht afwijken van de regels die in de wet zijn gesteld. Het hof had de omvang van het rechtsherstel schattenderwijs kunnen bepalen. Bron: HR 06-04-2018

CBS: stijging cao-lonen meer dan vorig jaar

De cao-lonen zijn in het eerste kwartaal van 2018 gestegen met 1,7%. Over heel 2017 was die stijging nog 1,5%. In 2016 was de groei o.a. door een inhaalslag in de sector overheid iets groter, namelijk 1,8%. De contractuele loonkosten namen in het eerste kwartaal toe met 2,2%, de grootste stijging in vijf jaar.
In het eerste kwartaal stegen de lonen zowel bij de particuliere bedrijven als bij de sector overheid met 1,8%. Bij de gesubsidieerde sector was dit 1,6%. Dat de loonstijging zo gelijk opgaat, is lange tijd niet voorgekomen. De ontwikkeling in de particuliere sector is de laatste acht jaar relatief gelijkmatig geweest. Deze bewoog tussen 0,9 en 1,8%. Bij de overheid waren de dalen dieper (0,1%) en de pieken hoger (3,6%). Na jaren van geringe stijgingen volgde bij de overheid in 2015 en 2016 een inhaalslag. Het merendeel van de overheids-cao’s die moeten worden afgesloten was in het eerste kwartaal van dit jaar nog niet rond. Slechts bij 35% was er een onderhandelingsresultaat bereikt. Bij de particuliere sector lag dit percentage aanzienlijk hoger: 90%. Opnieuw stegen de contractuele loonkosten (cao-lonen + werkgeverspremies) meer dan de cao-lonen. Dit is sinds 2016 het geval. In het eerste kwartaal stegen de contractuele loonkosten met 2,2% als gevolg van de verhoging van de werkgeversheffing voor de Zorgverzekeringswet en de werkgeversbijdragen aan WAO- en WW-premies. De overheid had hiernaast ook te maken met een stijging van de pensioenpremies bij het ABP. Bron: CBS, 5 april 2018

Ex-echtgenoot moet meewerken aan omzetting PEB

Volgens Rechtbank Amsterdam moet een ex-echtgenoot meewerken aan het afstempelen van een pensioen in eigen beheer (PEB) dan wel het omzetten hiervan in een oudedagsverplichting (ODV). De eisen van redelijkheid en billijkheid die de rechtsverhouding tussen ex-echtgenoten beheersen, brengen dat met zich mee.
Een dga heeft in het verleden pensioen in eigen beheer bij haar bv opgebouwd. Zij wil gebruikmaken van de mogelijkheid het PEB af te stempelen van de commerciële waarde naar de fiscale waarde en deze vervolgens omzetten in een oudedagsverplichting (ODV). Het verschil tussen de commerciële waarde en de fiscale waarde bedraagt € 4.124.347. De dga is in een echtscheidingsprocedure verwikkeld en haar ex-echtgenoot weigert om toestemming te verlenen voor afstempeling en omzetting van het PEB. Bij de civiele kamer van Rechtbank Amsterdam is het de vraag of de ex-echtgenoot verplicht is zijn medewerking te verlenen aan het afstempelen van het PEB en de daaropvolgende omzetting in een ODV. De rechtbank vindt dat de eisen van redelijkheid en billijkheid die de rechtsverhouding tussen ex-echtgenoten beheersen, waaronder de zogeheten postsolidariteitsgedachte, in dit geval met zich brengen dat de man moet meewerken aan afstempeling van het PEB van de commerciële waarde naar de fiscale waarde. Vervolgens moet de man ook meewerken aan de omzetting van het PEB in een ODV. De rechtbank motiveert haar beslissing onder meer met de stelling dat afstempeling van het dga-pensioen en de waardestijging van de aandelen in de bv die daarvan het gevolg zijn, ook positieve effecten heeft voor de man. Hij deelt mee in de waardestijging van de aandelen door het finale verrekenbeding. Bron: Rb. Amsterdam 31-01-2018 (publ. 30-03-2018)

© lArcade 2024