Inloggen

Archief

Bezwaren box 3-heffing IB 2018 aangewezen als massaal bezwaar

Staatssecretaris Snel van Financiën heeft de bezwaren tegen de box 3-heffing in de definitieve aanslagen inkomstenbelasting 2018 nu al aangewezen als massaal bezwaar. Vorig jaar werden de bezwaren tegen de box 3-heffing over 2017 ook aangewezen als massaal bezwaar.
De verwachting is dat belastingplichtigen massaal bezwaar zullen maken tegen de box 3-heffing over 2018. Gelet op de nog lopende massaalbezwaarprocedures over de belastingjaren tot en met 2017 heeft Snel besloten om ook de bezwaren tegen de box 3-heffing over 2018 aan te wijzen als massaal bezwaar. Het gaat hierbij uitsluitend om bezwaren tegen de vermogensrendementsheffing in het belastingjaar 2018, met als rechtsvraag of de heffing in strijd is met artikel 1 van het Eerste Protocol bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) en/of het discriminatieverbod van artikel 14 EVRM. Belastingplichtigen die willen deelnemen aan de massaalbezwaarprocedure 2018 omtrent de berekening van de box 3-heffing over 2018 moeten altijd individueel én tijdig bezwaar maken tegen de definitieve aanslag inkomstenbelasting 2018. Bron: MvF, 18-4-2019

Veel ‘verborgen matches’ bij moeilijk vervulbare vacatures

Door te kijken naar wat (werkloze) personen uit andere beroepsgroepen aan vaardigheden en competenties hebben kunnen veel moeilijk vervulbare vacatures mogelijk tóch worden ingevuld. Vervolgens kunnen deze personen geschikt gemaakt voor de vacature door bijvoorbeeld bijscholing.
Dat is de conclusie van onderzoek dat AWVN samen met adviesbureau Deloitte en UWV heeft gedaan naar ‘verborgen matches’ op de arbeidsmarkt. Het gaat met name om mensen die korter dan zes maanden WW hebben, op dit ogenblik zo’n 130.000. In het onderzoeksproject leverde AWVN kennis over functies vanuit het functiewaarderingssysteem ORBA, UWV kennis over vacatures en beschikbare personen en Deloitte deed de data-analyse. Kern van het onderzoeksproject is dat op een andere manier naar beroepen en vacatures wordt gekeken. In het onderzoek werd vooral gekeken naar wat iemand kan en wat zo iemand nog zou moeten leren om een andere bepaalde functie uit te oefenen. Voorbeelden van functies die op competentie- en taakniveau goed met elkaar matchen, zijn: deadministratief medewerker, die 69% matcht met de taken en competenties van een inkoopmedewerker, en de eventcoördinator die zelfs voor 71% matcht met die van een expediënt (een expeditiemedewerker). Volgens UWV stonden er eind 2018 ongeveer 253.000 vacatures open, waarvan 190.000 zijn bestempeld als krap, wat betekent dat er weinig kandidaten zijn en veel vacatures. Op hetzelfde moment is er een groep mensen die geen werk kan vinden. Het kan zeer waardevol zijn om deze mensen te laten zien naar welke kansrijkere beroepen zij zouden kunnen overstappen op basis van hun competenties en de taken die bij de beroepen horen. Er is gekeken naar functieprofielen van 274 verschillende functies die circa tweederde van de Nederlandse vacaturemarkt beslaan. Deze profielen zijn afkomstig uit ORBA, het functiewaarderingssysteem dat is ontwikkeld door AWVN. Een functieprofiel bestaat uit een aantal vaste onderdelen, zoals de taken die horen bij de functie, de competenties die een persoon moet hebben en het vereiste werk- en denkniveau. Voor de analyse zijn de teksten waarin de taken zijn omschreven van de functies geanalyseerd met een tekstvergelijkbaarheidsalgoritme. Voor iedere functiecombinatie levert die analyse een vergelijkbaarheidsscore op. Daarnaast is er gekeken naar de overeenkomst op basis van gevraagde competenties. Van alle functiematches worden alleen matches voorgesteld die op beide vergelijkbaarheidscriteria hoog scoren en die een overbrugbaar verschil hebben in werk- en denkniveau. Bron: AWVN, 17-4-2019

Lange termijn voor opvragen schriftelijke bescheiden

Er geldt geen termijn waarbinnen de inspecteur iemand moet verzoeken zijn aftrekbare kosten voor de eigen woning met schriftelijke bescheiden te staven. Ook niet als de inspecteur de aangiften in andere jaren heeft gevolgd, tenzij de inspecteur de indruk heeft gewekt dat het volgen van aangiften berust op een weloverwogen standpunt.
Een echtpaar verhoogt in 2007 de hypothecaire lening voor hun woning met € 93.500 tot € 468.000. In hun aangiften vermelden zij dat de verhoging verband houdt met een verbouwing van hun woning, maar kunnen dit niet met schriftelijke bewijsstukken onderbouwen. In eerste instantie volgt de inspecteur de aangiften. Later vraagt de inspecteur toch om schriftelijke bewijsstukken ter onderbouwing van de kosten voor de eigen woning. Hof Den Bosch heeft geoordeeld dat het door de Belastingdienst volgen van aangiften over bepaalde jaren, niet automatisch met zich meebrengt dat belastingplichtigen niet meer met schriftelijke stukken hoeven aan te tonen dat de uitgaven kwalificeren als kosten eigen woning. Wel geeft het hof aan dat de inspecteur zijn rechten heeft verwerkt om stukken op te vragen, omdat hij dat pas na afloop van de navorderingstermijn doet. De Hoge Raad is het met het laatste oordeel van het hof niet eens. In de wet is niet opgenomen dat de inspecteur de schriftelijke bewijsstukken moet opvragen binnen zes jaar of binnen de navorderingstermijn. Daar doet niet aan af dat de inspecteur in andere jaren de aftrek van de rente wel heeft geaccepteerd. Alleen als het echtpaar aannemelijk kan maken dat het volgen door de inspecteur van de aangiften in andere jaren op een weloverwogen standpunt van de inspecteur berust, is de rente toch aftrekbaar. Dit heeft het echtpaar niet gedaan. Bron: HR 19-4-2019

Fiscale eenheid OB kan ook bij geringe gezamenlijke activiteit

Twee of meer btw-ondernemers die een gezamenlijke economische activiteit hebben, kunnen ook een fiscale eenheid voor de omzetbelasting vormen als die gezamenlijke activiteit van beperkte omvang is. Hierbij geldt namelijk geen minimumomvang, zo blijkt uit een uitspraak van Hof Arnhem-Leeuwarden.
Drie stichtingen vormden een fiscale eenheid voor de omzetbelasting. Verreweg de belangrijkste activiteit is het aanbieden van basisonderwijs, want ongeveer 99% van de inkomsten had betrekking op deze activiteit. De resterende 1% van de inkomsten werd behaald met de verhuur van leegstaande leslokalen. Eén van de stichtingen richtte een bv op die zich ging bezighouden met schoonmaakwerkzaamheden, waaronder de schoonmaak van de verhuurde leslokalen. De drie stichtingen wilden de bv opnemen in de bestaande fiscale eenheid. De inspecteur stond dit niet toe, maar het hof oordeelde anders. Het hof vond namelijk dat er vanwege de schoonmaak van de verhuurde leslokalen sprake was van een gezamenlijk uitgevoerde economische activiteit. Dat de inkomsten hiervan in relatieve zin minimaal waren, deed hier niets aan af. Er geldt namelijk geen minimumomvang voor de gezamenlijke activiteit. De uitbreiding van de fiscale eenheid is dan ook mogelijk als er sprake is van voldoende organisatorische, financiële en economische verwevenheid. Het hof oordeelde dat dit daadwerkelijk het geval was en dat de fiscale eenheid daarom mocht worden uitgebreid met de bv. Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden, 2-4-2019

Werkgevers willen niet alleen betalen voor ouderschapsverlof

Laat werkgevers niet exclusief opdraaien voor de kosten van twee maanden betaald ouderschapsverlof. Dat zeggen VNO-NCW en MKB-Nederland als reactie op de stemming in het Europees Parlement over de work-life balance-richtlijn, waarin het betaald ouderschapsverlof is opgenomen.
De richtlijn bepaalt dat ouders ten minste twee maanden betaald verlof moeten krijgen. Landen hebben drie jaar de tijd om dit te regelen. Eerder heeft de SER zich uitgesproken over betaald verlof. Dat moet er komen als dat nodig is voor een betere verdeling van de zorg tussen mannen en vrouwen, en een hogere arbeidsparticipatie van vrouwen, aldus de SER. Het verlof zou moeten worden geconcentreerd in het eerste levensjaar van het kind. ‘En als we besluiten dat dat van breed maatschappelijk belang is, moet de bekostiging van het verlof ook uit de algemene middelen komen’, stellen VNO-NCW en MKB-Nederland. In de Europese work-life balance-richtlijn waarover is gestemd, is ook tien dagen betaald partnerverlof opgenomen. In Nederland heeft het kabinet dit jaar het volledig betaald (door de werkgever) partnerverlof verlengd van twee naar vijf dagen. Daarnaast komt per 1 juli 2020 de mogelijkheid om vijf weken aanvullend verlof op te nemen met doorbetaling van 70% van het salaris. Dit wordt door het UWV betaald en gefinancierd uit de Aof-premie (Arbeidsongeschiktheidsfonds). Bron: VNO-NCW, 8-4-2019

© lArcade 2024