Inloggen

Archief

Aanpassing box 3-heffing niet eenvoudig

Het is niet eenvoudig om de vermogensrendementsheffing om te vormen in een heffing op basis van werkelijk rendement, zo heeft staatssecretaris Snel van Financiën de Tweede Kamer laten weten. Zo’n heffing voldoet namelijk niet aan de huidige uitgangspunten, zoals het aantal belastingplichtigen, de vooringevulde aangifte en het tegengaan van belastingontwijking.
Het systeem van de vermogensrendementsheffing kan alleen zodanig worden aangepast dat op basis van het werkelijke rendement wordt geheven als concessies worden gedaan aan de genoemde uitgangspunten. Ook heeft deze heffingssystematiek verregaande gevolgen voor zowel burgers als de Belastingdienst. Daarom gaat het niet lukken om op korte termijn een nieuw heffingssysteem in te voeren. Wel gaat de staatssecretaris nog meer onderzoek doen. Later dit jaar verwacht hij daar meer over te kunnen zeggen. Snel noemt in zijn brief aan de Tweede Kamer enkele mogelijke varianten, zoals een vermogensaanwas- of vermogenswinstbelasting, het belasten van het werkelijke spaarrendement, het werken met de heffingsgrondslag van het voorgaande jaar (zodat de kwaliteit van de vooringevulde aangifte behouden blijft) en een verkleining van de groep belastingplichtigen. Bron: MvF, 15-4-2019

Fors minder pensioen voor vrouwen

Mannen bouwen veel meer pensioen op dan vrouwen. Aan het begin van hun werkzame leven bouwen mannen en vrouwen ongeveer evenveel pensioen op, maar bij oudere leeftijdsgroepen blijken mannen steeds hogere aanspraken op te hebben gebouwd dan vrouwen. Dit hangt samen met verschil in arbeidsparticipatie en verschil in mate waarin in deeltijd wordt gewerkt.
Mannen komen gemiddeld uit op een hoger te bereiken pensioen dan vrouwen, namelijk € 13.700 tegen € 9.200. Gemiddeld is het te bereiken pensioen voor mensen van 25 jaar tot de AOW-leeftijd € 11.600 bruto per jaar. Dat blijkt uit de pensioenaansprakenstatistiek van het CBS. Eind 2016 hadden ruim 8,9 miljoen personen van 25 jaar tot de AOW-leeftijd één of meer aanspraken op levenslang ouderdomspensioen bij een Nederlandse pensioenuitvoerder. Gemiddeld was eind 2016 het reeds opgebouwde pensioen voor mensen van 25 jaar tot de AOW-leeftijd € 6.000 bruto per jaar, voor mannen € 7.400 en voor vrouwen € 4.400. Dat betekent dat mannen gemiddeld ongeveer 40% meer pensioen hebben opgebouwd dan vrouwen. In de leeftijdsklassen tot 40 jaar is het verschil tussen mannen en vrouwen klein, daarna neemt het toe. In de leeftijdsklasse van 60 jaar tot de AOW-leeftijd, waarbij het gaat om mensen die binnen afzienbare tijd met pensioen zullen gaan, is het verschil 55%. Mannen van 60 jaar en ouder hebben € 14.900 bruto per jaar opgebouwd, vrouwen van 60 jaar en ouder € 6.800. Bron: CBS, 9-4-2019

Twee vergrijpboeten voor één passiefpost omzetbelasting

Als na het opstellen van de jaarrekening blijkt dat er nog omzetbelasting is verschuldigd, kan de inspecteur hiervoor twee vergrijpboeten opleggen. Een vergrijpboete als de ondernemer niet uit eigen beweging heeft gesuppleerd en een tweede vergrijpboete voor het niet tijdig betalen van de verschuldigde omzetbelasting.
Door de ingediende aangifte vennootschapsbelasting is de inspecteur omzetbelasting erachter gekomen dat er nog zo’n € 60.000 omzetbelasting verschuldigd was door een fiscale eenheid. Op 3 januari 2017 verzoekt de inspecteur deze verschuldigde omzetbelasting te specificeren. De fiscale eenheid voldoet in januari 2017 aan dat verzoek en dient later in januari een suppletieaangifte in voor € 60.000. In geschil is of de inspecteur terecht twee vergrijpboeten heeft opgelegd voor het niet suppleren over 2013. Rechtbank Zeeland-West-Brabant vindt het aannemelijk dat al na het opstellen van de jaarcijfers over 2013 is gebleken dat de fiscale eenheid nog omzetbelasting moest bijbetalen. Pas na het verzoek van de inspecteur van 3 januari 2017 heeft de fiscale eenheid gesuppleerd. Dat is niet meer uit eigen beweging en is daarom te laat. Daardoor is sprake van grove onachtzaamheid, waarvoor de inspecteur terecht een vergrijpboete heeft opgelegd. De fiscale eenheid heeft ook ten onrechte voorbelasting van een later in 2013 gevoegde vennootschap in aftrek gebracht. Dit is te kwalificeren als laakbare slordigheid of ernstige nalatigheid. De fiscale eenheid moet begrijpen dat dit gedrag tot gevolg kan hebben dat de fiscale eenheid te weinig omzetbelasting zou afdragen. De inspecteur heeft terecht ook hiervoor een vergrijpboete opgelegd. Geen ne bis in idem, want beboetbare gedragingen zijn niet dezelfde. De ene beboetbare gedraging is het niet uit eigen beweging suppleren en de andere gedraging is het niet of niet tijdig voldoen van omzetbelasting. Wel moet met die twee gezamenlijk op te leggen boetes rekening worden gehouden bij de beoordeling van de strafmaat. Geen verdere matiging meer van de boetes, omdat de inspecteur de totale boetes al had gematigd tot € 10.000. Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant 29-1-2019 (gepubl. 15-4-2019),

Informatieovervloed steeds groter probleem voor werknemers

In 2018 kreeg 28% van alle werknemers (ruim 2,1 miljoen mensen) op een werkdag zoveel informatie dat zij vaak of altijd moeite hadden om dit snel genoeg te verwerken Dit blijkt uit de nieuwste cijfers van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2018, een onderzoek van CBS en TNO onder ruim 60 duizend werknemers van 15 tot 75 jaar.
In 2014 kreeg 25% van de werknemers teveel informatie. Werknemers die een overvloed aan informatie ervaren, zijn ontevredener over hun arbeidsomstandigheden en hebben een sterkere wens om te vertrekken bij hun huidige werkgever. Het percentage werknemers dat last heeft van informatieovervloed ligt onder hoogopgeleiden bijna drie keer zo hoog als onder laagopgeleiden, 40 tegen 14%. Bij hoogopgeleiden nam het percentage werknemers dat moeite heeft om alle informatie te verwerken, tussen 2014 en 2018 bovendien het meest toe. Mannen en vrouwen hebben ongeveer even vaak te maken met informatieovervloed: respectievelijk 28 en 29%. Wel zijn er leeftijdsverschillen: 25- tot 65-jarigen hebben er twee tot drie keer zo veel mee te maken als jongere of oudere werknemers. Managers voeren de ranglijst aan van beroepen die kampen met een overvloed aan informatie. Bijna de helft (46%) zegt tijdens een werkdag vaak of altijd zoveel informatie te krijgen dat dit nauwelijks nog te verwerken is. Bron: CBS, 11-4-2019

Gemeente kan tijd nemen voor uitspraak WOZ-bezwaar

Naast het feit dat voor de gemeente een afwijkende termijn geldt om te beslissen op een WOZ-bezwaarschrift, kan zij eventueel ook haar uitspraak verdagen voor maximaal zes weken.
Een man dient op 19 februari 2015 een bezwaarschrift in tegen zijn WOZ-beschikking over 2015. Normaal gesproken moet een bestuursorgaan binnen zes weken na het verstrijken van de bezwaartermijn beslissen op een ingediend bezwaarschrift. Desnoods kan het bestuursorgaan de beslissing voor hoogstens zes weken verdagen. Maar voor een bezwaarschrift tegen een WOZ-beschikking geldt een afwijkende beslistermijn. De gemeente moet in dat geval uitspraak op een WOZ-bezwaarschrift doen in het jaar waarin zij dit bezwaarschrift ontvangt. Deze regel geldt overigens niet als het bezwaarschrift is ingediend in de laatste zes weken van het kalenderjaar. De gemeente laat de man op 21 december 2015 weten dat zij de termijn voor het doen van haar uitspraak met zes weken verdaagt. De man meent dat de verdagingsmogelijkheid alleen geldt voor de standaardbeslistermijn. Hij stelt daarom de gemeente op 2 januari 2016 in gebreke. De Hoge Raad oordeelt dat deze ingebrekestelling te vroeg is. De afwijkende beslistermijn voor WOZ-bezwaarschriften sluit de mogelijkheid tot verdaging niet uit. Pas als de gemeente na deze verdaging nog geen uitspraak heeft gedaan, kunnen belanghebbenden de gemeente in gebreke stellen en een dwangsom vorderen. Bron: HR 05-04-2019

© lArcade 2024