Het aanvraagloket voor de subsidieregeling emissieloze bedrijfsauto’s gaat 23 april
2024 vanaf 7.00 open. Het beschikbare budget is € 30 miljoen. RVO meldt dat het geen nut heeft om aan te vragen voor een bedrijfsauto die voor het
aanvraagmoment van de SEBA al in het RDW-kentekenregister staat. De eerste toekenningen
worden half mei verwacht. Alle voorwaarden staan op https://www.rvo.nl/seba. Bron: Min. IenW, 16-04-2024.
Is in een onherroepelijke uitspraak vastgesteld dat in een bepaald jaar een onderneming
is gestaakt? Dan kan de ondernemer niet jaren later een stakingsverlies claimen. Bij het opleggen van een navorderingsaanslag inkomstenbelasting over 2009 is de inspecteur
ervan uitgegaan dat een ondernemer in 2009 zijn onderneming heeft gestaakt. De ondernemer
procedeert tegen deze navorderingsaanslag. Uiteindelijk bereiken de partijen tijdens
de zitting een compromis. Daardoor wijzigt de Belastingdienst de navorderingsaanslag
zo dat de stakingswinst € 100.000 bedraagt. De belastingrechter heeft uitspraak gedaan
conform het compromis. De ondernemer gaat later nog in cassatie tegen deze uitspraak.
Maar uiteindelijk trekt hij dat cassatieberoep in, evenals zijn latere verzoek om
herziening van deze uitspraak. Wel verzoekt de man later om een ambtshalve vermindering
van zijn nihilaanslag over 2017. Hij motiveert dit verzoek met de stelling dat hij
in 2017 nog een stakingsverlies heeft geleden. Wanneer de fiscus dit verzoek om ambtshalve
vermindering afwijst, gaat de man in beroep. Wel procesbelang, geen hoorrecht geschonden Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt ten eerste vast dat het beroep van de man ontvankelijk
is, omdat hij een procesbelang heeft. Dit procesbelang is gelegen in de mogelijkheid
tot verliesverrekening. Maar de rechtbank verwerpt vervolgens de stelling van de man
dat zijn hoorrecht is geschonden. De inspecteur heeft tweemaal data voor een hoorzitting
voorgesteld. Hoewel de man daarbij de gelegenheid is geboden om met een alternatieve
datum te komen, heeft hij deze gelegenheid niet benut. De man werpt tegen dat hij
de hoorzitting tot nader order heeft willen uitstellen omdat hij eerst reacties van
diverse instanties op diverse verzoeken wilde ontvangen. Deze stelling maakt echter
niet dat de Belastingdienst het hoorrecht heeft geschonden. Staking in 2009 stond vast Ten slotte gaat de rechtbank na of de inspecteur terecht het verzoek om ambtshalve
vermindering heeft afgewezen. De rechtbank merkt op dat in de voorafgaande beroepsprocedure
de partijen en de rechter al zijn uitgegaan van een staking in 2009. Voor dat jaar
is ook een stakingswinst in aanmerking genomen. Deze uitspraak staat onherroepelijk
vast. Dat betekent dat in 2009 de fiscale afrekening heeft plaatsgevonden. Er is dan
geen ruimte meer om voor 2017 nog een verlies uit de onderneming in aanmerking te
nemen. Het verzoek om de ambtshalve vermindering is daarom terecht afgewezen. Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant 12-04-2024 (gepubl. 16-04-2024).
De Eerste Kamer heeft tegen de extra verhoging van het wettelijk minimumloon gestemd.
Hierdoor gaat de extra verhoging met 1,2% per 1 juli niet door. De reguliere indexering
van het minimumloon gaat wel door. De Tweede Kamer heeft in oktober een amendement aangenomen om het wettelijk minimumloon
extra te verhogen. Hiervoor was een spoedwet nodig. De Eerste Kamer heeft nu tegen
deze spoedwet gestemd, waardoor de extra verhoging niet doorgaat. Zoals gebruikelijk
wordt het minimumloon vanaf 1 juli wel regulier geïndexeerd, ofwel aangepast aan de
groei van de cao-lonen. Daarom stijgt het minimumloon met 3,09%. Daarmee wordt het
minimumloon per 1 juli € 13,68 per uur bruto. Dit werkt ook door in uitkeringen zoals
de bijstand, AOW en UWV-uitkeringen. Aandeleninkoop Er is ook een motie aangenomen door de Eerste Kamer om een aantal belastingverhogingen
die bedoeld waren ter dekking van de extra verhoging van het minimumloon terug te
draaien. In het amendement is voorgesteld de verhoging van het minimumloon te bekostigen
door: het belasten van de inkoop van eigen aandelen gelijk aan de belasting op het uitkeren
van dividend, met een opbrengst van € 1,2 miljard; een taakstellende verhoging van de bankenbelasting met € 350 miljoen; een verhoging van het (top)tarief in box 2 en box 3 met 2%, met een opbrengst van
circa € 450 miljoen. Op advies van staatssecretaris Van Rij is de motie aangepast en worden de maatregelen
teruggedraaid tot de bekostiging van de verhoging van het minimumloon van € 820 miljoen. Bron: Eerste Kamer 16-04-2024.
Voor Rechtbank Zeeland-West-Brabant is een forfaitair rendement van € 302 significant
hoger dan een werkelijk rendement van € 177. En dus moet dan nader rechtsherstel plaatsvinden. Een vrouw heeft in haar aangifte inkomstenbelasting over 2019 een grondslag sparen
en beleggen aangegeven van € 432.888. Deze grondslag bestaat volledig uit bank- en
spaarrekeningen na aftrek van het heffingsvrije vermogen. Nadat de Belastingdienst
rechtsherstel conform het Besluit rechtsherstel box 3 heeft geboden, bedraagt het
box 3-inkomen van de vrouw over 2019 € 302. De vrouw gaat toch in beroep. Tijdens
de zitting voor de rechtbank komt vast te staan dat haar werkelijk rendement over
het box 3-vermogen in 2019 € 177 heeft bedragen. De rechtbank vindt dat verschil significant
en biedt daarom nader rechtsherstel door het box 3-inkomen over 2019 te verlagen tot
€ 177. Ook krijgt de vrouw een vergoeding van wettelijke rente toegekend. Deze vergoeding
is berekend over de periode tussen de datum van betaling van de in strijd met het
eigendomsrecht geheven box 3-heffing en de datum van terugbetaling daarvan. Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant 04-04-2024 (gepubl. 11-04-2024).
Kan men met een beroep op dwaling het nadeel van het terugnemen van de bedrijfsopvolgingsregeling
bij faillissement van de overgedragen onderneming voorkomen? Niet als het risico van
faillissement niet is overwogen op het moment van schenking, aldus Rechtbank Zeeland-West-Brabant. Op 29 september 2014 krijgen drie kinderen 25 certificaten van aandelen in een bv
geschonken van hun ouders. De certificaten hebben bij de ouders tot een aanmerkelijk
belang (ab) behoord. De begunstigden passen in hun aangiftes schenkbelasting met betrekking
tot deze schenking van certificaten de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) toe. Een zoon
van de schenkers heeft dankzij de BOR recht op een voorwaardelijke vrijstelling van
€ 444.790. In 2017 overlijdt de vader van deze man en de bv gaat failliet. De kinderen
van de erflater en hun moeder, die mede handelt als executeur-testamentair, ondertekenen
een overeenkomst. Hierin stellen zij dat zij bij de schenking van de certificaten
het voornemen hadden om de desbetreffende onderneming minstens vijf jaren voort te
zetten. Maar zij waren zich niet bewust van het risico van een voortijdig faillissement.
Daarom willen zij met een beroep op dwaling de geschonken certificaten gratis terug
leveren aan hun moeder. Vervallen BOR bij faillissement mag niet zijn verwacht De Belastingdienst verwerpt dit beroep op dwaling en neemt daarom de toepassing van
de BOR terug. Volgens de rechtbank is dat terecht. Om met succes een beroep op dwaling
te kunnen doen, moeten zowel de ouders als de kinderen op het moment van de schenking
van de certificaten in een bepaalde veronderstelling hebben verkeerd. Namelijk dat
een faillissement van de bv binnen vijf jaar na de schenking niet zou leiden tot het
vervallen van de BOR. Maar daarvoor is vereist dat de ouders en de kinderen toen al
rekening hielden met een voortijdig faillissement van de bv. In deze zaak was dat
niet het geval. Hun adviseur heeft verklaard pas in 2016 bekend te zijn met een reëel
risico van faillissement. Daarmee is niet voldaan aan de voorwaarde voor een beroep
op dwaling. Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant 03-04-2024 (gepubl. 09-04-2024).