Inloggen

Archief

Meerijdkilometers geen vervoer vanwege de werkgever

Volgens Hof Den Bosch konden de meerijdkilometers van een directeur met een medewerker onbelast worden vergoed. Van belang was dat de directeur voor de meerijdkilometers kosten had gemaakt.
De zaak betreft een directeur van een bedrijf die zich bezig houdt met schoolfotografie. De directeur reed voor zijn werkzaamheden of met eigen vervoer of hij reed met een fotograaf mee. De vergoeding hiervoor is door de inspecteur gedeeltelijk tot het loon gerekend. Volgens de inspecteur zijn de meerijdkilometers namelijk aan te merken als door de werkgever georganiseerd vervoer waarvoor geen onbelaste kilometervergoeding mogelijk is. De directeur is het hier niet mee eens en voert in het hoger beroep aan dat hij de benzine betaalde als hij niet zelf reed. Volgens het hof behoort de reiskostenvergoeding tot het loon, tenzij de vergoeding moet worden aangemerkt als een vergoeding die strekt tot bestrijding van kosten ter behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking. Het hof vindt het aannemelijk dat de directeur ter zake van de meerijkilometers kosten heeft gemaakt. Deze kosten horen naar het oordeel van het hof tot de kosten ter behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking, zodat de verstrekte vergoeding, mits niet hoger dan de gestelde maxima, behoort tot de vrije vergoedingen. Niet van belang is tot welk bedrag de directeur daadwerkelijk kosten ter zake van vervoer heeft gemaakt. Onder verwijzing naar de parlementaire geschiedenis stelt het hof ook nog dat in het midden kan blijven of de afgelegde kilometers (voor een deel) zijn gereden in de privéauto, dan wel is meegereden, daar voor beide vervoersmogelijkheden een vrije vergoeding kan worden toegekend. Bron: Hof Den Bosch 13-03-2015

Ontduiking (uitzend)cao bij contracting?

De FNV maakt zich grote zorgen over de toename van ‘contracting’ op de arbeidsmarkt. Volgens de vakbond besparen grote bedrijven miljoenen met deze constructie, die volgens de FNV vooral bedoeld is om de (uitzend)cao te ontduiken. De bond wil met werkgevers afspraken maken om de contractingbedrijven onder de werking van de cao te brengen.
Naar aanleiding van de inlenersbeloning, die vanaf 30 maart voor alle uitzendkrachten zal gelden, heeft de FNV het rapport ‘Balletje-balletje op de arbeidsmarkt’ uitgebracht. Bij contracting wordt (een deel van) de productie uitbesteed aan een contractor. Volgens de FNV wordt hierbij vaak eerst door de uitbestedende onderneming een deel van het eigen personeel, waarop de cao van toepassing is, ontslagen. De contractor is vaak een dochteronderneming van een uitzendbureau, waarbij de constructie zo is opgezet dat ook één van de uitzend-cao’s niet van toepassing is. De contractor kan veelal arbeidskrachten in dienst nemen tegen minimale arbeidsvoorwaarden zoals het minimumloon en het minimum aantal vakantiedagen. De FNV signaleert in het rapport dat werkgevers bij deze constructies soms actief optreden. Ze zouden actief werkgevers benaderen met allerlei schimmige constructies als verdienmodel. ‘Nu eindelijk is afgesproken dat alle uitzendkrachten vanaf de eerste dag het loon van de inlener krijgen, zijn de uitzendbureaus allerlei constructies en bv’s aan het optuigen om dit te omzeilen’, aldus FNV-voorzitter Heerts. De FNV-voorman voorziet een ‘nieuwe race-to-the-bottom’. ‘De inventiviteit van werkgevers om de cao te ontduiken en daarmee verantwoordelijkheid af te schuiven lijkt grenzeloos’, aldus Heerts. Voorbeelden van bedrijven die contracting inzetten, zijn onder meer PostNL (uitbesteding pakketdiensten), Groningen Shipyard en bedrijven in vleesverwerkende industrie, agrarische sector, logistiek, en metaal en techniek. De bond wil graag afspraken maken met werkgevers welke activiteiten onder de cao vallen zodat contractingbedrijven ook onder de werkingssfeer van de cao komen te vallen. Als dit niet lukt, wil de bond een aanpassing van de regelgeving om contracting tegen te gaan. Bron: FNV 23-03-2015

Wat maakt een lening (on)zakelijk?

In een recent arrest heeft de Hoge Raad nog eens aangegeven wat een lening (van een bv aan de dga in dit geval) zakelijk of onzakelijk maakt. Niet het doel van de lening is van belang, maar of een onafhankelijke derde een zelfde debiteurenrisico zou willen lopen.
Een bv had in haar aangifte Vpb een verlies meegenomen op geldleningen aan een andere vennootschap, een fitness- en welnesscentrum, waarin de bv een middellijk belang had. De inspecteur accepteerde de afboeking van de leningen niet. Hof Amsterdam oordeelt in haar uitspraak van 26 september 2013 dat er sprake is van een winstuitdeling. Volgens het hof was er tussen de dga van de bv en het fitness- en welnesscentrum een dusdanige band dat de geldverstrekkingen waren gedaan ter bevrediging van zijn persoonlijke behoeften en dat de dga de geldleningen als een winstuitdeling had onttrokken aan de vennootschap. De zaak wordt vervolgens voorgelegd aan de Hoge Raad en die is het met dit oordeel van het hof niet eens. Onder verwijzing naar eerdere arresten stelt de Hoge Raad dat bij de vraag of een lening onzakelijk is, niet het doel van de lening van belang is, maar of de leningen zijn verstrekt onder dusdanige voorwaarden en omstandigheden dat de bv een debiteurenrisico loopt dat een onafhankelijke derde niet zou hebben genomen. Of daarvan in dit geval ook sprake is, mag Hof Den Haag uitzoeken. Bron: HR 20-03-2015

Toename rekening-courantschuld was verkapte uitdeling

Houd een dga bij zijn bv een rekening-courantschuld aan, dan is het van belang de zakelijkheid in het oog te houden. Wordt het, zeker bij een oplopende schuld, onaannemelijk dat de schuld zal worden afgelost, dan wordt dit door de Belastingdienst aangemerkt als een verkapte uitdeling.
Een dga heeft in rekening-courant geld van zijn bv geleend. Vanaf 2007 liep jaarlijks die schuld aanzienlijk op. Naast zijn rekening-courant heeft de dga in 2004 een lening bij zijn bv afgesloten voor de financiering van een woning in Frankrijk. In 2010 leent hij € 1.500.000 bij een bank ter financiering van een woning in Nederland. Als zekerheid heeft hij – in strijd met de leningsvoorwaarden met de bv – de bank een hypotheekrecht op de Franse woning verstrekt. Volgens de inspecteur is de toename van de rekening-courantschuld in de jaren 2009 en 2010 een verkapte uitdeling. Ditzelfde stelt hij ten aanzien van de lening bij de bank. De dga gaat in bezwaar en beroep, maar hof Arnhem-Leeuwarden volgt het standpunt van de inspecteur. Het hof acht het aannemelijk dat de opgelopen rekening-courantschuld niet meer kan of zal worden afgelost. Het hof wijst hierbij onder meer op het ontbreken van een aflossingsschema, zekerheden, het negatieve vermogen van de dga en het ontbreken van invorderingsmaatregelen door de bv. Ook met betrekking tot de lening bij de bank is het hof het met de inspecteur eens dat de dga hiermee de verhaalsmogelijkheden van de bv (bewust) heeft verminderd. Een willekeurige derde schuldeiser had dit niet aanvaard. Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 24-02-2015

Minder fraude met elektronische betaalmiddelen

De schade door fraude in het betalingsverkeer is vorig jaar bijna gehalveerd ten opzichte van het jaar ervoor. Voor alle elektronische betaalmiddelen (betaalpassen, creditkaarten, internetbankieren) was de afname procentueel bijna gelijk.
In 2012 bedroeg de schade nog € 81,8 miljoen, een jaar later € 33,3 miljoen en vorig jaar daalde het verder naar € 17,3 miljoen, zo blijkt uit cijfers van Betaalvereniging Nederland en de Nederlandse Vereniging van Banken. Het skimmen van betaalpassen is in 2014 fors teruggedrongen. De schade door skimmen daalde met 82% gedaald van ruim € 6,8 miljoen in 2013 tot minder dan € 1,3 miljoen in 2014. Aan de daling hebben de invoering van de EMV-betaalchip, ‘geoblocking ’ van pinnen buiten Europa en extra antiskimmingmaatregelen op onbemande betaal- en geldautomaten bijgedragen. In 2012 was voor het laatst een bemande betaalautomaat aan de toonbank geskimd en eind 2013 voor het laatst een geldautomaat. Omdat skimmen in Nederland nagenoeg niet meer voorkomt, is het Landelijk Skimming Point eind 2014 opgeheven. Geskimde betaalpassen kunnen uitsluitend nog buiten Europa te gelde worden gemaakt. De grootste schadepost bij betaalpassen is de schade als gevolg van gestolen of verloren bankpassen (€3,3 miljoen in 2014). Vaak wordt daarbij de pincode afgekeken en vervolgens de pas gestolen. De banken gaan dit jaar de voorlichting over deze vorm van fraude opschroeven. Ook dragen contactloos betalen zonder pincode voor kleine bedragen en ‘dip&go ’ bij het parkeren bij aan het terugdringen van het afkijken van pincodes. De schade door fraude bij internetbankieren is ruim gehalveerd (van € 9,6 miljoen in 2013 naar € 4,7 miljoen in 2014), ondanks dat internetbankieren zelf een grote vlucht heeft genomen. De banken kunnen fraude met malware steeds beter geautomatiseerd detecteren en voorkomen, zodat schade hierdoor met 90% is gedaald. Phishing veroorzaakte vorig jaar de meeste schade bij internetbankieren: € 4,7 miljoen. Bron: NVB, 18-03-2015

© lArcade 2024