Inloggen

Archief

Teveel betaalde boeterente

Woningbezitters die na 14 juli 2016 boeterente hebben betaald omdat zij hun hypotheek vervroegd hebben afgelost of overgesloten, kunnen - als de berekening van de boeterente niet voldoet aan de nieuwe regels - mogelijk een vergoeding tegemoet zien.
Sinds 14 juli 2016 gelden er nieuwe Europese regels met betrekking tot de berekening van boeterente die betaald moet worden bij vervroegde aflossing of het oversluiten van een bestaande of nieuwe hypotheek. De boeterente mag sindsdien niet hoger zijn dan het financiële nadeel van de hypotheekaanbieder. Uit onderzoek van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) bij tien aanbieders is gebleken dat niet alle hypotheekaanbieders zich aan deze regels hebben gehouden. Om tot een goede berekening te komen heeft de AFM vier uitgangspunten opgesteld waarmee wordt voldaan aan de gestelde normen. Behalve dat de boete niet meer mag bedragen dan het financiële nadeel van de aanbieder, moet de berekening ook transparant en eerlijk zijn. Aanbieders kunnen van deze uitgangspunten afwijken zolang de totale berekening transparant en eerlijk is en de boete niet hoger dan het financiële nadeel van de aanbieder. Volgens de wettelijke norm moet een klant die van plan is vervroegd af te lossen, een berekening krijgen van de vergoeding voor het vervroegde aflossen (de boeterente). Om woningbezitters te helpen duidelijkheid te krijgen over de berekening van de boeterente heeft de AFM een stappenplan en checklist opgesteld. Zowel de uitgangspunten, het stappenplan als de checklist zijn de vinden op de site van de AFM. Bron: AFM 20-03-2017

Maak zakelijke kosten aannemelijk

Een ondernemer die kosten maakt voor zijn onderneming moet niet alleen bonnen voor die gemaakte kosten kunnen overleggen, maar ook kunnen onderbouwen waarom de gemaakte kosten zakelijk zijn.
Een ondernemer krijgt in 2008 een boekenonderzoek. De aanvaardbaarheid van de IB-aangiften 2003 tot en met 2005 en de btw-aangiften van 1 januari 2003 tot en met 31 maart 2005 worden onderzocht. Naar aanleiding van dit boekenonderzoek corrigeert de inspecteur de in de administratie in aftrek gebrachte verkoopkosten. Uit de administratie kan niet worden afgeleid in hoeverre deze kosten zakelijk zijn. Ook de IB-aangifte 2004 van de ondernemer wordt gecorrigeerd. Voor het hof blijkt dat de opgevoerde verkoopkosten betrekking hebben op uitgaven voor etentjes met cliënten. Volgens de inspecteur zijn deze kosten niet zakelijk en hij vindt dat – gezien de omvang van de uitgaven en het aantal keren dat bij dezelfde restaurants wordt gegeten – het overgrote deel van de uitgaven als privé-uitgaven moet worden aangemerkt. En voor zover de kosten zakelijk zijn is de aftrekbeperking van toepassing. De ondernemer moet de zakelijkheid van de kosten aantonen. Hij geeft aan dat hij regelmatig bij cliënten eet en dit combineert met het uitwisselen van stukken en het voeren van gesprekken met de cliënten alsmede met potentiële cliënten. Daarmee heeft hij volgens het hof de zakelijkheid van de kosten niet aannemelijk gemaakt. Hij heeft op geen enkele wijze gegevens verstrekt omtrent de vraag met wie hij heeft gegeten en wat het zakelijke element van de restaurantbezoeken betrof. Het hof gelooft wel dat hij op zakelijke gronden afspraken heeft gemaakt met potentiële of bestaande cliënten en daarvoor uitgaven heeft gedaan, maar omdat de onderbouwing van het zakelijke karakter ontbreekt, acht het hof niet aannemelijk dat voor het door de ondernemer ten laste van het resultaat gebrachte bedrag sprake is van zakelijke uitgaven. Bron: Hof Den Bosch 12-01-2017

UWV voorziet groei arbeidsmarkt in de zorg

De afgelopen jaren zijn er veel banen verdwenen in de zorg. Inmiddels zijn er duidelijke tekenen dat de arbeidsmarkt weer aantrekt. Dit blijkt uit de Factsheet Zorg die UWV heeft uitgebracht tijdens de landelijke Week van Zorg en Welzijn van 13 tot en met 18 maart. UWV verwacht de sterkste groei in de thuiszorg. Ook de werkgelegenheid in de huisartsenzorg zal relatief sterk toenemen.
Het aantal banen van werknemers in de zorg groeide gestaag tot 2012. Daarna volgde een periode van sterke krimp. Van 2012 tot 2016 nam het aantal banen van werknemers af met ruim 61.000, een daling van 5%. Aan deze krimp lijkt nu een einde te zijn gekomen. Voor de komende jaren gaat UWV uit van een banengroei van jaarlijks 1%. Het aantal banen blijft daarmee wel lager dan in het topjaar 2012. De vacaturemarkt in de zorg groeit al vanaf 2013. Voor dit jaar gaat UWV uit van een groei tot 105.000 vacatures, dit zijn er 10.000 meer dan in 2016. Met het aantrekken van de vacaturemarkt zijn er ook weer meer moeilijk vervulbare vacatures. Onder meer verzorgenden ig, verpleegkundigen, wijkverpleegkundigen, specialisten ouderengeneeskunde, verzekeringsartsen en psychiaters zijn zeer gewild. Deze beroepen bieden goede kansen op werk voor werkzoekenden. Het gaat om functies waarvoor een opleiding op tenminste mbo-niveau 3 of - in het geval van de medisch specialisten - universitair niveau wordt gevraagd. De overstap vanuit lagere niveaus is vaak lastig te maken. Op de lagere beroepsniveaus, waar de laatste jaren veel banen verloren gingen, zijn de kansen nog steeds matig. Er zijn veel werkzoekenden ten opzichte van het aantal vacatures. Wel doet zich ook op dit niveau een stijging van het aantal vacatures voor. Bron: UWV 14-03-2017

Tekort aan porti niet-verschoonbaar

Voor het indienen van een beroepschrift dient men binnen zes weken na de uitspraak beroep aan te tekenen. Naast tijdige toezending aan de juiste instantie, dient men de beroepschriften ook voldoende te frankeren.
Een echtpaar gaat in beroep tegen een rechtbankuitspraak. De uitspraak betrof de aan hen opgelegde aanslagen IB 1991 en 1992. Op vrijdag 30 januari 2015 doet de man in één enveloppe vier pro forma hoger beroepschriften naar Hof Den Haag op de post. PostNL heeft de envelop aan de man geretourneerd: niet alleen was een onjuist postbusnummer (dat van de Raad van State) vermeld, ook was de envelop onvoldoende gefrankeerd. Op 9 februari stuurt de man nogmaals de vier pro forma hoger beroepschriften aan het hof, nu met een correcte adressering en met een portokaart bijgevoegd. Deze stukken zijn op 16 februari 2015 door het hof ontvangen. Voor Hof Den Haag is de vraag aan de orde of er sprake is van verschoonbare termijnoverschrijding nu de beroepschriften in eerste instantie binnen de termijn zijn verstuurd. Het hof stelt dat bij verzending per post de indiener van een beroepschrift verantwoordelijk is voor de verzending. Hieronder valt ook het zorgdragen voor voldoende frankering en een correcte adressering. Vaststaat dat op de envelop een onjuist postbusnummer is vermeld. De man stelt dat de envelop en de vier beroepschriften tezamen 20 gram wegen, maar dit redt hem niet. De postkamer van het hof wordt er bij gehaald en na weging blijkt het poststuk tot echt zwaarder (26 gram) te zijn. De envelop is dus onvoldoende gefrankeerd. Op maandag 2 februari 2015 heeft PostNL het poststuk naar het echtpaar geretourneerd, en het daar 5 of 6 februari 2015 is aangekomen. Het is niet aannemelijk dat de envelop bij de Raad van State is bezorgd; een stempel van de Raad van State op de envelop ontbreekt. Kortom, de beroepschriften zijn niet tijdig ingediend. De man probeert het nog bij de Hoge Raad, maar die verklaart de aangevoerde klachten niet-ontvankelijk. Bron: HR 10-03-2017

Werkloze 50-plussers en uitzendwerk

UWV heeft een kennisverslag uitgebracht over werklozen 50-plussers en uitzendwerk. Ook oudere werklozen gaan vaak via een uitzendbaan weer aan de slag.
50-plussers worden volgens het Kennisverslag niet vaker werkloos dan mensen die jonger zijn dan 50 jaar, maar eenmaal werkloos duurt het veel langer voordat ze weer een baan vinden. Van de mensen die langer dan 1 jaar werkloos zijn, is ruim de helft 50 jaar of ouder. Eind januari 2017 verstrekte UWV 418.700 WW-uitkeringen, waarvan 200.400 aan 50-plussers. Ook voor 50-plussers met een WW-uitkering geldt dat ze vaak het werk weer hervatten met een uitzendbaan. Van de 50-plussers die in 2012 zijn ingestroomd in de WW en die werk hebben gevonden, deed 34% dat via een uitzendbaan. Wel geven veel 50-plussers aan dat eigenlijk liever een niet-uitzendbaan hebben. Uit het Kennisverslag komt naar voren dat uitzendwerk voor 50-plussers die voor instroom in de WW ook al uitzendwerk deden, geen opstap is naar een niet-uitzendbaan. Voor 50-plussers die voor instroom in de WW geen uitzendwerk deden, is uitzendwerk wel een opstap naar een niet-uitzendbaan. Het aantal 50-plussers dat voor instroom in de WW geen uitzendwerk deed maar dit vervolgens wel gaat doen, is echter klein. Bron: UWV 13-03-2017, UKV 2017-2

© lArcade 2024